Mannelijkheid anno 1997 mist een duidelijk karakter. Op de nieuwe mythe van de mannelijkheid zullen we dus nog even moeten wachten. In de film Jingle All The Way, in Nederland een van de kassuccessen van de afgelopen kerstvakantie, zien we de mannelijke superheld Arnold Schwarzenegger worstelen met een bij uitstek hedendaags mannenprobleem. Het is niet voldoende voor zijn vrouw en zoontje dat hij in het zweet zijns aanschijns geld verdient voor het gezin, integendeel. Zowel vrouw als kind zijn boos op hem en vol verwijten.

Training Ontspannen opvoeden
Training

Training Ontspannen opvoeden

  • Ontdek hoe je als ouder positief en relaxed blijft
  • Omgaan met de emoties van je kind
  • Voor ouders met kinderen in de basisschoolleeftijd
Bekijk de training
Nu maar
79,-

Hij werkt te hard en hij komt daardoor elke dag laat thuis; hij mist zijn zoons judo-graduering en is bovendien vergeten het kerstcadeau te kopen dat elk jongetje dat jaar onder de boom moet vinden om mee te kunnen tellen: de pop Turbo-man. Deze pop blijkt vervolgens uitverkocht. Na een hectische maar vergeefse jacht op het speelgoed rolt Schwarzenegger per ongeluk een feestparade in waar hij tegen wil en dank tot een levende Turbo-man transformeert.

Hij wordt namelijk aangezien voor de vervanger van de acteur die daarvoor was ingehuurd en die door het onveilige Turbo-verkleedpak is geëlektrocuteerd. Geholpen door de straalmotoren van het Turbo-pak weet hij zijn zoontje op het nippertje te redden van een vreselijke val in de diepte. Nu kan hij hem bovendien een Turbo-man aanbieden, want het hoort bij zijn rol dat hij een willekeurig kind uit de juichende menigte de pop cadeau doet. Maar de jongen geeft de pop grootmoedig weg – hij heeft immers een levende Turbo-man als vader.

Wennen aan de wacho

In het eerste nummer van Psychologie Magazine (april 1982) analyseert de Amerikaanse klinisch psycholoog Joseph Pleck de veranderingen in sekserol-identiteit van de man. Daarin stelt hij dat het hanige gedrag van mannen is

afgenomen, maar dat dat nog niet heeft geleid tot een herziening van de mythe dat mannen een krachtige sekserol-identiteit dienen uit te stralen, met ouderwets-mannelijke trekken. Hij signaleert wel enige verandering: zowel mannen als vrouwen tonen zich onzeker over wat manlijkheid eigenlijk inhoudt. Het kan bij mannen wel eens tot een negatief zelfbeeld leiden, als zij niet kunnen voldoen aan de verwachtingen die hun feministische partners van hen hebben. Hoe is het nu vijftien jaar later gesteld met de mythe van de mannelijkheid? Zijn we eindelijk verlost van de mythe dat mannelijkheid gelijk staat aan kracht, sterkte en kostwinnerschap?

Grote publieksfilms zijn de mythen van onze tijd; in de vorm van een fabelachtig verhaal beelden ze een psychologische waarheid uit die in de volksziel verborgen ligt. Mannen hebben goed begrepen wat er tegenwoordig van hen verlangd wordt. Ze moeten zorgen, koesteren, aanwezige vaders zijn. Maar ze weten niet hoe ze deze nieuwe eis moeten verenigen met de oude eis van het kostwinnerschap, die ze onverminderd op zich voelen drukken.

‘Wacho’s’, een kruising tussen watjes en macho’s, noemde de Utrechtse socioloog Carl Rohde hen: ‘de mannen die aan vrouwenemancipatie de opgave ontlenen om zowel zorgzaam, zacht en invoelend te zijn als ook mannelijk, daadkrachtig en autoritair’ (‘Jaartaal 1996′, NRC-Handelsblad 4 januari 1997).

De film Jingle All The Way zegt het onomwonden: om de beide rollen te kunnen combineren, zou je een Turbo-man moeten zijn. Je moet dingen doen die een gewone man van vlees en bloed niet klaarspeelt en je loopt bovendien geen gering gevaar.

Turbo-man is natuurlijk de mannelijke echo van Superwoman, die enkele jaren geleden in de media tevoorschijn kwam als ideaalbeeld voor de moderne vrouw. Een zichzelf respecterende vrouw moet tegenwoordig niet alleen carrière maken maar ook koekjes bakken voor haar kinderen, en bovendien mooi, slank en begeerlijk blijven. Sociologe Arlie Hochschild noemde dit stereotiepe vrouwbeeld ’the woman with the flying hair’, want zo wordt ze vaak afgebeeld: met wapperende haren om de vaart van haar dynamische leven uit te drukken, hooggehakt, aan haar ene hand een lachend kind, aan de andere hand een diplomatenkoffertje.

Naar analogie hiermee zou je de ideale man anno 1997 kunnen afbeelden met een aktentas in de ene hand, een kind aan zijn andere hand en een turbo-motor op zijn rug waarmee hij door het luchtruim zoeft. Turbo-man is al net zo onbestaanbaar en onhaalbaar als Superwoman. En het ziet ernaar uit dat hij evenveel stress en onbehagen kan veroorzaken in de mannen van onze tijd als het ideaalbeeld van de supervrouw in een groot aantal vrouwen teweeg heeft gebracht.

Log in om verder te lezen.