Dating: je komt losers tegen zolang je denkt dat je zelf een loser bent

Het is niks geworden met Tinder. ‘Het is toch een beetje alsof je in de bak met restanten graait,’ zegt Alice somber. ‘En als je afspreekt, blijkt het alleen om seks te gaan. Gadver.’ Alice wil geen onenightstands, ze wil een relatie.

En liefst niet weer zo een als ze al zo vaak heeft gehad. Met mannen die alleen maar over zichzelf praten. Die denken dat intimiteit, net als de puberteit, een fase in je leven is waar je vanzelf overheen groeit. ‘Wil jij dan geen seks? Je laatste relatie is alweer even geleden,’ zeg ik. Alice kijkt me meewarig aan. ‘Daar zijn andere methoden voor. Bovendien, met de meeste mannen is seks totaal onbevredigend. Dan moet ik het alsnog zelf doen als meneer onder de douche staat.’

Driekwart van de Nederlanders van 18 tot 80 jaar heeft het afgelopen half jaar seks gehad, volgens het rapport Seksuele gezondheid in Nederland van Rutgers. Van de mannen was 92 procent tevreden over de seks, van de vrouwen 75 procent. Het rapport geeft geen verklaring voor het lagere cijfer onder vrouwen. Kunnen mannen niet zo goed vrijen of zorgen vrouwen er onvoldoende voor dat ze aan hun trekken komen?  ‘Wat is dat toch met mij, dat ik altijd van die mannetjes tegen het lijf loop?’ onderbreekt Alice mijn gedachtengang. ‘Ik bedoel, ik zie er toch goed uit? En ik ben toch succesvol als advocaat? Wat doe ik verkeerd?’

‘Het typeert je dat je veronderstelt dat er met jou iets aan de hand is. Je kunt natuurlijk ook de mannen de schuld geven, of de maatschappij, maar dat doe je niet. Het ligt aan jou.’

We bespreken de relaties die Alice gedurende haar bijna veertigjarige leven heeft gehad. Haar huwelijk, die lange latrelatie, de kortere affaires. Langzaam doemt het beeld op van een vrouw die zichzelf wegcijfert ten gunste van haar partners, die haar daarvoor bedanken met ontrouw, kritiek en agressie.

‘Ze zijn allemaal net als mijn vader,’ zegt Alice aan het einde van het uur. ‘Altijd kritiek. En ik ben zo dom dat ik in dat patroon blijf hangen.’

‘Je bent dom, je doet iets verkeerd. Merk je hoeveel kritiek je op jezelf hebt? Volgens mij geloof je dat je helemaal thuishoort in de Tinderbak met restanten. Je verdient niet beter dan een loser, want je bent zelf een loser.’

‘Nu klink je net als mijn vader,’ zegt Alice geschrokken.

‘Nee, ik klink net als jijzelf,’ zeg ik.

Even gebeurt er helemaal niets in de spreekkamer. Dan laat Alice een lange zucht ontsnappen. ‘Zeg je nou dat ik moet accepteren wie ik ben? En met tindereikels naar bed moet gaan?’

‘Nee, ik zeg dat je losers tegenkomt zolang je gelooft dat je zelf een loser bent.’

Opnieuw zit Alice lange tijd stil. Een traan biggelt langs haar wang. Het valt niet mee om van je geloof te vallen