Oliver Sacks (82) publiceerde eerder dit jaar een ontroerende open afscheidsbrief in The New York Times. ‘Ik heb uitgezaaide leverkanker en nog maar een paar maanden te leven,’ liet hij weten. Vanuit allerlei landen stroomden meelevende reacties binnen voor de geliefde neuroloog, die de wereld meeslepende boeken over mensen met bijzondere hersenaandoeningen zal nalaten. Begin augustus verscheen zijn onthullende autobiografie Onderweg in het Nederlands. Vijf onverwachte kanten van zijn persoonlijkheid.

1. Sacks wordt gedreven door schuldgevoel

Misschien is Oliver Sacks’ grootste pijn wel dat hij opgroeide met een oudere broer die schizofrenie had. Michael Sacks kreeg vanaf zijn 15de heftige psychoses, nadat hij – net als zijn broertje Oliver – in de oorlog op een vreselijke Engelse kostschool had gezeten waar kinderen werden geslagen en geterroriseerd. De broertjes waren daarnaartoe gestuurd omdat het te gevaarlijk was in hun woonplaats Londen. In zijn autobiografie Onderweg schrijft Sacks dat hij als kind doodsbang was voor zijn broer, die tijdens psychotische aanvallen schreeuwend en stampvoetend door het huis doolde, als een boosaardige klopgeest. Sacks kroop in zijn schulp, maakte op zolder zijn eigen scheikundelaboratorium, hield de deur stijf dicht en sloot zijn oren voor Michaels gekte. ‘Ik voelde diepe sympathie voor hem, maar ik moest afstand

Log in om verder te lezen.