De Nederlandse onderzoekers Hanneke Meeren, Corné van Heijnsbergen en Beatrice de Gelder lieten foto’s zien van mensen met boze en angstige uitdrukkingen. Daarna knipten ze de hoofden van de foto’s en plakten een bang hoofd op een boos lichaam en een boos hoofd op een bang lichaam. Proefpersonen moesten in een fractie van een seconde beoordelen welke emotie het gezicht van de persoon op de foto liet zien.

Corné van Heijnsbergen van de Universiteit van Tilburg: ‘Hoewel de proefpersonen alleen op het gezicht moesten letten, ­reageerden ze langzamer en maakten ze meer fouten wanneer de lichaamshouding niet klopte met de gezichtsuitdrukking. Ook in het brein was te zien dat er anders gereageerd werd op “incongruente” plaatjes. Onbewust lette men dus toch op het lichaam.’

Onze hersenen merken dus razendsnel op dat er iets niet klopt. En dat is maar goed ook. Van Heijnsbergen: ‘Biologisch gezien is het heel belangrijk om snel te zien of iemand boos op je is of bang voor je.

Dat heeft namelijk implicaties voor jou. Is iemand bijvoorbeeld van plan om je aan te vallen of niet? Het is belangrijk om niet geheel te vertrouwen op gezichtsexpressies, omdat mensen die kunnen faken met bijvoorbeeld een lach. Lichaamstaal is veel moeilijker te faken en spreekt vrijwel altijd de waarheid. Blijkbaar zit in onze hersenen heel precies verankerd hoe de houding en het gezicht van een boos persoon eruit behoren te zien, en registreren we het onbewust meteen als er iets vreemds aan de hand is. Dan gaan we meer op lichaamstaal letten.’