…Toen ik puber was

1. Pijn hoort bij het leven, en pijn mág je voelen

‘We leven in een complexe, prestatiegerichte tijd, en dan is de puberteit ook nog een lastige levensfase. Als ik dat tegen pubers zeg, zie ik al opluchting,’ zegt psycholoog Gijs Jansen.

Verder aan de slag met een coach

Verder aan de slag met een coach

Loop je tegen een probleem aan op het gebied van persoonlijke groei? Op Coachfinder.nl vind je snel de coach die bij jou past. Alle coaches bieden een gratis intakegesprek.

Speciaal voor pubers schreef hij het boekje Verboden voor ouders, met inzichten uit de Acceptance and Commitment ­Theory – inzichten die hij zelf graag had gehad toen hij puber was. ‘Er wordt ons altijd verteld dat de dingen wel zullen lukken als we maar hard genoeg ons best doen.

Dus denk je dat het aan jezelf ligt als het niet gaat, of als je het moeilijk vindt. Terwijl het gewoon loei-ingewikkeld is om puber te zijn.’

2. Nadenken over gevoelens werkt averechts

Waarom voel ik me zo slecht/ raar/ onzeker/ moe? Ben ik nou knap of lelijk, slim of dom? We menen dat we met hard nadenken meer grip kunnen krijgen op onze emoties en tekortkomingen, zeggen de psychiaters Zindel Segal, Mark Williams en John Teasdale.

Maar uit onderzoek blijkt dat door al dat gepieker ons probleemoplossend vermogen juist minder wordt. En: door zo bezig te zijn met onze negatieve stemming, versterken we die gevoelens juist. Vaak voelen we ons er ook nog eens slecht over dat we ons zo slecht voelen, wat het leed verdubbelt.

Mindfulness werkt bewezen effectief tegen dergelijk gepieker: door gevoelens toe te laten zonder erover te oordelen, waaien ze vanzelf weer over.

3. Onze gedachten hoeven niet waar te zijn

‘Onze gedachten stuiteren alle kanten op, die van pubers helemaal,’ zegt Gijs Jansen. ‘Daarom geef ik altijd de opdracht om je innerlijke stem te zien als een “gedachtenmannetje”.

Die van mij heet Harry. Ik neem hem overal mee naar toe. Als ik een praatje houd, vertel ik het publiek bijvoorbeeld: “Harry zegt nu dat ik ga flauwvallen van de spanning.”

Een gedachtenmannetje geeft vrolijkheid en afstand van je gedachten. Dat laatste is hard nodig, want het gedachtenmannetje zegt vaak “Ja maar dat kun je niet/ dat wordt een ramp/ enzovoorts”. En dan kun je tegen het mannetje zeggen: “Nou én?”‘

4. Je kunt niet alles weten, en dat is prima

Jansen: ‘Je komt net kijken en alles is nieuw, dus je kúnt nog niet alles weten. Je hebt nog genoeg jaren voor je om te leren. “Niet lullen maar poetsen” is een goede levenshouding. Het is gewoon een kwestie van klooien en uitproberen, en wel zien waar je uitkomt.’

5. Anderen letten niet zoveel op je als je denkt

Je durft je bijna niet meer te vertonen na die blunder of met die enorme pukkel. Maar anderen letten veel minder op je dan je denkt: die zijn veel te druk bezig met zichzelf.

Het spotlight-effect noemt de Amerikaanse sociaal-psycholoog Thomas Gilovich dit fenomeen. Hij liet een willekeurige student tijdens een groepsopdracht een T-shirt ­dragen met een afbeelding van singer-songwriter Barry Manilow – volgens diezelfde studentengroep vreselijk gênant.

De drager van het foute shirt vreesde dat zeker de helft van de groep dat zou opmerken. In werkelijkheid was het maar 25 procent. Toen hetzelfde experiment werd overgedaan met een extra cool shirt, verwachtten de dragers wederom dat 50 procent hun geweldige shirt zou opmerken.

In werkelijkheid was dat nu zelfs maar 10 procent. Doordat we het centrum van onze eigen wereld zijn, zien we onze eigen daden en woorden als enorme kwesties, legt Gilovich uit. Vooral als we iets afwijkends doen, in goede of slechte zin, hapert ons relativeringsvermogen.

…Tijdens mijn studie en eerste baan

6. Iedereen twijfelt aan zijn eigen kunnen

Het imposter syndroom wordt het genoemd: de angst dat je eigenlijk helemaal niet zo goed bent in wat je doet, en elk moment door de mand kunt vallen.

‘Pfff, deze keer heb ik geluk gehad,’ denken we bijvoorbeeld als we een project heel goed afronden. Of: ‘Ja, maar nu heb ik ook wel extréém hard gewerkt; geen wonder dat het is gelukt.’ En ondertussen lijkt het of onze collega’s nergens moeite mee hebben.

De troost: bijna iedereen lijdt in meerdere of mindere mate aan dit fenomeen. Zelftwijfel zegt dus niets over onze capaciteiten. Zelfs actrice Jodie Foster vraagt zich na twee Oscars en tal van andere onderscheidingen nog steeds bij elke nieuwe film af of ze wel kan acteren.

7. Ga niet voor roem of succes, maar doe iets wat je nú leuk vindt

Psychologe Nienke Wijnants was jaren loopbaanadviseur en schreef Het dertigersdilemma.

‘Of je nu rijk, beroemd, succesvol, gelukkig of tevreden wilt worden, de beste manier om dergelijke abstracte doelen te bereiken is door ze juist níét na te streven, maar zo dicht mogelijk bij jezelf te blijven.

Het klinkt als een open deur, maar kies een studierichting of baan die je nú leuk vindt, waar je nú plezier aan beleeft. Als je bevlogen en gemotiveerd bent, heb je meer kans om succesvol te worden dan wanneer je alleen “succes” nastreeft.

En ook als je niet succesvol wordt, ben je in elk geval gelukkig met je leven.’

8. Anderen hebben meer invloed op je keuzes dan je denkt

Wijnants: ‘Veel te vaak komen mensen er op latere leeftijd achter dat hun keuzes in verregaande mate zijn bepaald door hun omgeving: van ons stemgedrag tot studie-, baan- en partnerkeuze.

Sta dus kritisch tegenover de mogelijke invloed van je afkomst en opvoeding – of op z’n minst nieuwsgierig. Waarom vind je bepaalde dingen, of waarom wil je bepaalde dingen?

Welk element is daar “eigen” aan en welke elementen komen van je ouders, je vrienden, het milieu, of de religie waarmee je opgroeide?

Die invloed is overigens niet per definitie slecht, als je je er maar van bewust bent.’

9. Fouten maken hoort bij groei

Zie je intelligentie, je vaardigheden en talenten niet als iets waarmee je geboren bent en wat vaststaat, zegt de Amerikaanse hoogleraar Carol Dweck.

Dat maakt dat je telkens weer moet bewijzen dat je slim en goed bent, en dat je bang wordt voor fouten en nieuwe uitdagingen.

Zie je talenten in plaats daarvan als beginpunt van waaruit je je verder kunt ontwikkelen. Door je best te doen, fouten te maken en daarvan te leren word je elke keer een stukje beter.

10 confronterende levensvragen

10 confronterende levensvragen

Wat doet er nou echt toe? De dagen vullen zich als vanzelf met werken, boodschappen doen, een beetje...

Lees verder

Mensen die ervan uitgaan dat ze kunnen groeien, en dat fouten onderdeel zijn van het leer­proces, leren meer en bereiken meer, bleek uit onderzoek door Dweck.

10. Werk is belangrijk, maar andere dingen ook

Overwerk maakt ongelukkig, blijkt uit onderzoek door de Erasmus Universiteit.

Terwijl we juist gelukkiger worden van tijd doorbrengen met vrienden en gezin, en vrijetijdsactiviteiten als wandelen en sporten. Werk is dus maar één ingrediënt van een gelukkig leven.

Neem bewust tijd voor vakanties en sociale gebeurtenissen als begrafenissen. Het komt nooit uit, maar later herinner je je wel die vakantie of begrafenis, en niet waarmee je nou zo druk was.

…Toen ik een relatie kreeg

11. De hoeveelheid ruzie zegt niets over je relatie

Relatietherapeute Gerda Brouwer: ‘Als ik stellen in therapie vraag hoe het is gegaan de afgelopen week, antwoorden ze vaak: “Slecht, we hebben weer ruzie gehad…” “Én?” zeg ik dan. De hoeveelheid ruzie die je maakt met je geliefde – of dat nou veel is of helemaal nooit – zegt weinig over de kwaliteit van je relatie, blijkt uit onderzoek.

De manier waarop je ruziemaakt is wel van belang. Als je het weer kunt uitpraten, is het prima. Maar zodra er minachting bij komt kijken, of er echt nare dingen worden gezegd, werkt het averechts.’

12. Moeilijke periodes gaan vaak weer over

Toen de Amerikaanse sociologe Linda Waite een groot aantal ‘ongelukkige huwelijken’ volgde, bleek tweederde van de stellen die bij elkaar waren gebleven na vijf jaar gewoon weer gelukkig met ­elkaar.

Waar veel stellen zich op verkijken, zegt Waite, is dat elke relatie wel mindere periodes heeft – de tropenjaren met jonge kinderen, werkloosheid, ziekte – en dat die ook weer kunnen overgaan.

‘Zware tijden kunnen je relatie bovendien sterker maken,’ weet Brouwer. ‘Als je stellen vraagt waardoor ze een goede relatie hebben, zeggen ze: “We zijn die moeilijke periode samen doorgekomen.”‘

13. De meeste problemen zijn onoplosbaar

Gerda Brouwer: ‘Met de keuze van je partner kies je voor een grote zak verschillen waarmee je je hele leven moet omgaan. Kies je voor een andere partner, dan krijg je een andere, even grote zak met verschillen.’

En de meeste problemen – om precies te zijn: 69 procent – zijn ook nog eens onoplosbaar, blijkt uit onderzoek door de Amerikaanse relatie­onderzoeker John Gottman. De een wil alles netjes, de ander laat alles slingeren; de een is van nature zuinig, de ander laat het geld rollen.

Brouwer: ‘Vaak maken mensen ruzie met het idee dat de ander makkelijk te veranderen is. Maar veel eigenschappen kun je niet veranderen. Je kunt wel zorgen dat je je allebei een beetje gehoord voelt. Of een oplossing eromheen bedenken, bijvoorbeeld dat de een een kamertje krijgt waarin hij lekker rotzooi mag maken.’

14. Stap uit een ruzie als je overspoeld raakt

‘In, een ruzie met je geliefde kan het gebeuren dat je hele lijf zich als het ware voorbereidt op vechten of vluchten,’ zegt Brouwer.

‘Dat maakt het moeilijk om helder te denken, laat staan empathisch te luisteren naar je partner. Op zo’n moment doorgaan met ruziemaken is vragen om problemen. Beter is het om een pauze te nemen van minstens een halfuur: zoveel tijd heeft je lever nodig om de stress­hormonen af te breken.’

15. Scheiden kan problemen oplossen, maar geeft ook problemen

Uit stapels onderzoek blijkt telkens weer dat gescheiden mensen gemiddeld minder gelukkig en minder gezond zijn dan getrouwde – zelfs als ze hertrouwen.

De kwaliteit van de relatie speelt hierbij een rol, ontdekte de Amerikaanse onderzoeker Paul Amato. Hij volgde een groot aantal stellen, en keek wie na vijf jaar was gescheiden. De helft van de gescheiden stellen had grote huwelijksproblemen gehad: zij werden gemiddeld iets gelukkiger van een scheiding.

Maar de andere helft, die hun relatie aan het begin van het onderzoek nog gemiddeld een 7 hadden gegeven, werd door de scheiding juist ongelukkiger. Kennelijk namen ze geen genoegen met een middelmatig huwelijk, en hoopten ze elders beter te vinden.

Maar door te scheiden los je misschien problemen op, je krijgt er ook een heleboel problemen bij: het verdelen van de inboedel, het verdriet van de kinderen, verhuizen, ruzie over co-ouderschap, financiële achteruitgang, gevoelens van rouw. Bovendien worden problemen niet altijd door relaties veroorzaakt, maar kunnen ze ook in onszelf zitten.

…Toen er een kind kwam

16. Een verminderd geluksgevoel is normaal

Psychotherapeute Susanne Donders, co-auteur van het boek Een baby erbij: ‘Steevast komt uit onderzoek dat mensen een lager cijfer geven aan hun ­leven wanneer ze vader of moeder worden.

Dat verminderde geluksgevoel is verwarrend, vooral als we heel erg naar een kind hebben uitgekeken. We denken dan dat er iets mis moet zijn met onze relatie, dat ons kind raar of anders is, of dat we zelf niet normaal zijn omdat we niet voluit kunnen genieten van het ouderschap.

Maar het is niet gek dat we ons zo voelen. Met een kind erbij heb je ineens ­zoveel minder tijd voor dingen die je eerder een geluksgevoel gaven. Je raffelt je werk af, voelt je tekortschieten op allerlei terreinen, hebt meer ruzie en minder seks. Dat is normaal, en als er een nieuwe balans is gevonden, gaat deze dip vanzelf weer over.’

17. Je leven verandert ingrijpend

Susanne Donders: ‘Mensen verwachten vaak dat hun oude leven doorgaat, maar dan met een baby erbij. Van tevoren kun je je nog niet voorstellen hoe ingrijpend je leven gaat veranderen.

Je krijgt nieuwe rollen, nieuwe verantwoordelijkheden, een ander netwerk, nieuwe verschillen met je partner, een andere omgang met je schoonouders, en heel veel minder tijd. En je verandert zelf ook, soms in een andere richting dan je gedacht had. De kunst is deze veranderingen met een open en nieuwsgierige blik te verwelkomen.’

18. Elke fase gaat weer voorbij

Als je er middenin zit, lijken ze eindeloos: die avonden met een huilende baby, periodes waarin je kind minder eet of slechter slaapt, de peuterpuberteit, bedplassen.

Maar elke fase gaat weer over. Als je terugkijkt, merk je wat je hebt gewonnen: hé, ik heb mijn avonden weer terug.

19. Slaapgebrek heeft een enorme impact

Mensen hebben vaak niet door hoe enorm slaapgebrek op je leven kan drukken, zegt Donders: ‘Hoe labiel je ervan wordt, hoezeer het je humor en relativeringsvermogen aantast.

Geef rust daarom prioriteit boven het afkrijgen van je taken. En ga bijvoorbeeld niet ook nog eens verbouwen of verhuizen. Je eigen welzijn is belangrijker voor je kind, net zoals je in vliegtuigen eerst je eigen masker moet opzetten en daarna dat van het kind.’

Ga voor groei
Word nu abonnee

Ga voor groei

Kies voor Psychologie Magazine en ontvang elke maand verrassende inzichten over gedrag, liefde, werk en mentale gezondheid. Ook ontvang je 15% korting op alle online trainingen in onze Psychologie Academy.

Word nu lid

20. Een goed opvoedteam zijn is niet genoeg voor je relatie

Donders: ‘Veel stellen denken dat ze als ze nou maar goed vadertje en moedertje spelen, vanzelf ook een goede relatie houden. Ze stoppen alle energie en aandacht in het draaien van hun nieuwe gezin en raken elkaar als partners helemaal kwijt zonder dat te merken.

Maar aandacht aan elkaar ­geven als geliefden draait om heel andere dingen. Je moet dus vanaf het begin tijd inbouwen om het ­samen leuk te hebben.’

…Toen ik volwassen werd

21. Angst verdwijnt pas als we de confrontatie aangaan

We blijven graag weg van dingen die we eng vinden: speechen, autorijden, spinnen. Maar door ervan weg te lopen, blijven we er juist tegenaan lopen. En elke keer dat we vermijden, wordt de drempel hoger.

‘We geloven dat er vanzelf een dag komt waarop we minder bang zullen zijn om te speechen of auto te rijden,’ zegt de Amerikaanse psychologe Susan Jeffers. ‘Maar dan kunnen we wachten tot we een ons wegen. De enige manier om de angst te verminderen, is door het te dóén. Angst hoort nu eenmaal bij groei.’

Maar het hoeft ook weer niet allemaal in één keer. Een bewezen techniek uit de fobieënhoek is het spanningsniveau in stapjes op te voeren, en zo op een veilige manier te oefenen met soortgelijke situaties.

22. Kwetsbaarheid maakt juist sterker

We snakken naar verbondenheid, zegt de Amerikaanse psychologe en onderzoeker Brené Brown. Maar wat ons tegenhoudt, is de angst voor afwijzing. Daarom proberen we greep op alles te houden, proberen we perfect te zijn, en stoppen we onze kwetsbaarheid diep weg.

In haar onderzoek ontdekte Brown dat juist mensen die hun kwetsbaarheid en imperfectie durven omarmen, het meest verbonden zijn met anderen. Bovendien zijn ze het gelukkigst en bereiken ze het meest in hun leven.

Doe net als deze mensen en laat jezelf zien, concludeert Brown. Heb lief met heel je hart, ook zonder garanties. Kwetsbaarheid betekent juist dat we leven.

23. Je bent mooier dan je denkt

Psychologe Jolet Plomp: ‘Mensen die oude foto’s zien, zijn vaak verbaasd over hoe mooi ze vroeger waren. Conclusie: je bent ook nu veel mooier dan je denkt! Tobben over je uiterlijk is verspilde tijd. Het leidt tot niets, je wordt er niet anders door.’

24. We kunnen meer aan dan we denken

Een breuk met onze geliefde, werkloosheid, een chronische ziekte… van tevoren denken we dat we er helemaal kapot van zullen zijn. En het komt ook hard aan, maar veel minder hard dan we voorspellen.

De impact bias, noemen psychologen deze denkfout: we overschatten systematisch hoelang we ons ergens rot over voelen, en hoe intens onze gevoelens zullen zijn.

Dat komt doordat we vergeten dat er, behalve die nare gebeurtenis, genoeg andere zaken zijn die onze gedachten en gevoelens beïnvloeden: we gaan naar een feestje, leren iets nieuws, de poes krijgt jongen.

25. In je falen ben je niet alleen

‘Als dingen niet gaan zoals je wilt, gaat dat vaak gepaard met een gevoel van isolement,’ weet de Amerikaanse onderzoekster naar zelfcompassie Kristin Neff. ‘Mensen ontwikkelen een tunnelvisie als ze zich naar voelen.’

Zo denken we dat wij de enigen zijn die met Kerstmis alleen thuiszitten. Of dat alleen wij moeite hebben ons werk af te krijgen, terwijl het collega’s makkelijk afgaat. Maar daarmee gaan we voorbij aan wat Neff common humanity noemt: het besef dat je nooit alleen staat in je moeilijkheden.

Neff: ‘Wie zelfcompassie heeft, ziet in dat lijden en tekortschieten onderdeel uitmaken van het menszijn: het overkomt ons allemaal. In je falen ben je juist verbonden met anderen.’

…op later leeftijd

26. Grote verschuivingen hebben tijd en aandacht nodig

Marika Engel, psychotherapeute met veel ervaring in de ouderenzorg: ‘Na ons zestigste komen er ingrijpende veranderingen. We krijgen meer tijd. Rollen en rolpatronen vallen weg, bijvoorbeeld die van kostwinnaar en opvoeder. En er is verlies: vrienden en familieleden overlijden, onze gezondheid gaat achteruit.

Eigenlijk moeten we helemaal opnieuw onze levenskeuzes maken, net zoals we vroeger een loopbaan uitstippelden. En, heel ­belangrijk: deze behoeftes en verwachtingen afstemmen met die van onze partner.’

27. Met het pensioen valt een deel van je identiteit weg

De vraag ‘Wie ben je?’ beantwoorden veel mensen met hun beroep: ik ben banketbakker, arts, ­leraar. Na het pensioen kun je nog een tijdje zeggen: ik was bakker, maar dan houdt het op. Dat kan identiteitsproblemen geven.

Engel: ‘Voor je werkidentiteit moet iets in de plaats komen. Bezigheden die je het gevoel geven dat je een waardevolle persoon bent, zoals vrijwilligerswerk of oppassen op de kleinkinderen.’

28. Ken je grenzen

Het stereotiepe beeld van rollators en geraniums is overtrokken, maar het beeld van wereldreizen en marathons ook. Marika Engel: ‘Het is heel belangrijk om in beweging te blijven, zowel lichamelijk als geestelijk. Maar dan wel binnen je eigen grenzen.’

29. Zorg dat je mensen om je heen hebt die belangrijk voor je zijn

‘Deze levensfase is emotioneel zwaar,’ weet Engel. ‘Je moet terugkijken op je leven en evalueren, en ­tegelijkertijd aanvaarden dat je oud bent, dat je gezondheid achteruitgaat en dat dierbaren wegvallen.

Het is fijn als je zulke moeilijke dingen kunt delen met anderen. Een sociaal netwerk is daarom heel belangrijk.’

30. Het grootouderschap is een kans

Psychotherapeute Susanne Donders: ‘Toen je zelf vader of moeder was, had je het misschien te druk om hele middagen met de kinderen te knutselen of naar het bos te gaan.

Als grootouder heb je die tijd wel, wat een prachtige kans biedt om te compenseren en te herstellen wat je vroeger hebt nagelaten.

Grootouderschap geeft de mogelijkheid om actief en nuttig te zijn, om je kinderen te ondersteunen zodat zij op hun beurt betere, ontspannen ouders kunnen zijn.’

Verder aan de slag met een coach

Wil je je leven anders inrichten maar weet je niet hoe? Is er een thema wat je graag wilt aanpakken? Een goede coach helpt hierbij.

Op Coachfinder.nl vind je gratis en eenvoudig gekwalificeerde coaches die je verder kunnen helpen. Gebruik ons slimme matchingssyteem om de coach te vinden die bij je past of bekijk alle coaches. Het eerste intakegesprek is altijd gratis!