Drie jaar geleden schreef hij haar voor het eerst, zomaar. Hij was haar blog tegengekomen, had gezien dat ze dezelfde achternaam hadden en vroeg of ze familie waren; op haar foto leek ze namelijk zo op zijn nichtje dat hij uit het oog was verloren. Marjolein (47) schreef Kees (85) meteen een mailtje terug. Inderdaad, ze bleken familie te zijn: zij is zijn achternichtje.

Vertrouw je op je intuïtie?
TEST
Doe de test »

Vertrouw je op je intuïtie?

Sindsdien corresponderen ze, per mail. Heel bijzonder: een veertiger en een tachtiger die elkaar ­amper kennen en elkaar allerlei persoonlijke ontboezemingen doen. ‘Hij geeft mij wijze raad,’ glimlacht Marjolein, die vaak ontroerd is om wat Kees haar schrijft over het leven dat achter hem ligt. ‘Hij vertelt over zware tijden in de familie, hoe ze daarmee omgingen. Maar het is niet alleen treurnis, zijn verhalen sterken me ook.’

Wijsheid verloren

Ook al is het dan via de mail, Marjolein doet iets wat vrijwel niemand van jonge of middelbare leeftijd doet: vriendschap aangaan met een wijze oudere. De meeste mensen hebben alleen vrienden van hun eigen leeftijd. Uit onderzoek blijkt dat vrijwel niemand vrienden heeft die meer dan tien jaar ouder of jonger zijn.

‘Dat is toch eeuwig zonde?’ Aan het woord is Karl Pillemer, gerontoloog aan de Cornell-universiteit in de Amerikaanse staat New York. Hij is de schrijver van het boek Thirty lessons for living: Tried and true advice from the wisest Americans. Volgens Pillemer zijn oudere en jongere mensen de afgelopen honderd jaar steeds meer in aparte hokjes terechtgekomen. ‘Er zijn vrijwel geen sociale verbanden meer waar jong en oud elkaar ontmoeten, zoals verenigingen of buurtkroegen. Opa’s en oma’s wonen vaak ver weg. En als je ze dan een keertje ziet, praat je nooit écht met elkaar.’

Zware tijden

Pillemer vindt het zonde dat de wijsheid van ouderen op die manier verloren gaat. ‘De mensheid heeft een eeuwenoude traditie om de kennis van ouderen aan jongeren over te dragen; lange tijd was dat zelfs de sleutel tot de overleving van de jongeren. De tijden zijn natuurlijk veranderd, maar toch zijn veel dingen in het leven nog precies hetzelfde. Neem bijvoorbeeld de vraag hoe je je door zware tijden heen moet slaan. We zitten nu in de op één na ergste economische crisis van de afgelopen honderd jaar: hoe zijn de ouderen daar in hun tijd mee omgegaan? Zij weten daar alles van. Ze hebben niet alleen de crisis van de jaren dertig meegemaakt, maar ook de Tweede Wereldoorlog.’

Als gerontoloog doet Pillemer al ruim dertig jaar onderzoek naar ouder worden, en daarvoor komt hij geregeld in verpleeghuizen. Op een dag vroeg een verpleegster hem of hij een bijzondere patiënte wilde ontmoeten. Pillemer: ‘Die vrouw, June, kon vanwege allerlei lichamelijke problemen bijna niks meer zelf. Ze liep tegen de negentig, was broodmager, haar gezicht was bedekt met katoenige witte haartjes, haar dunne witte huid doorschijnend, en ze was zo goed als blind. Ik dacht: wat vreselijk als je zo aan je eind moet komen. Maar toen de verpleegster aan June vroeg hoe het met haar was, riep ze enthousiast: “Uitstekend, ik heb tot nog toe een heerlijke dag! Ik ben in bad geweest, ik heb lekker geluncht en ik ga zo meteen kijken naar mijn favoriete tv-programma.”’

Pillemer vroeg June hoe het kwam dat ze zo optimistisch was, waarop ze begon te vertellen: dat ze was opgegroeid in een keet zonder wc of badkamer, dat ze zes kinderen had gekregen met een man die weinig werk kon vinden vanwege de economische crisis in de jaren dertig, en dat ze toen amper te eten hadden. ‘En nu zit ik hier, met een dak boven mijn hoofd, drie prima maaltijden per dag en aardige mensen die voor me zorgen. Je kunt hier aan allerlei activiteiten meedoen. Als ik wakker word, zie ik de zon door het raam schijnen. Ik kan horen, nog een beetje zien, ik lééf!’ Daarna leunde ze voorover: ‘In het leven leer je dat geluk is wat je er zelf van maakt, wie je ook bent, wat je ook doet, waar je ook bent. Mij hoor je dus niet klagen.’

Pillemer: ‘Junes woorden bleven maar in mijn hoofd hangen toen ik die dag naar huis ging. Wat een mooi mens, dacht ik. En zo wijs ook. Wat raar, ging het door me heen, ik doe al zo lang onderzoek naar ouder worden, waarom heb ik nooit simpelweg aan ouderen gevraagd wat de wijsheid is die ze de jongere generaties kunnen meegeven? Ik besloot een onderzoek op te zetten, dat me uiteindelijk vijf jaar in zijn ban heeft gehouden.’

Hete vuren

Voor zijn Cornell Legacy Project interviewde Pillemer, met hulp van een team ondervragers, rond de 1500 Amerikaanse ouderen, variërend in de leeftijd van 65 tot 110. De vraag die hij hun stelde, was simpel: ‘Welke lessen heb je in je leven geleerd, en wat zou je jongere mensen willen meegeven, opdat ze weten wat écht belangrijk is in het leven?’ Uit de gesprekken destilleerde hij de levenslessen die het vaakst door de ouderen werden genoemd (op deze en de volgende pagina’s ziet u de 25 belangrijkste volgens Psychologie Magazine).

Pillemer: ‘Oude mensen hebben een schat aan ervaring. Zij zijn het die voor hete vuren hebben gestaan, ze kunnen uit de eerste hand vertellen hoe het is in bepaalde situaties verzeild te raken, en wat dan wel en niet werkt. Ze hebben het leven geleefd en ervan geleerd. Misschien zijn ze niet de snelste als het gaat om het programmeren van de dvd-speler en zitten ze niet op Facebook, maar ze hebben wél het enorme voordeel van levenservaring. Er is in onze tijd enorm veel behoefte aan psychologisch advies, de therapeuten en coaches hebben het ontzettend druk en de boekwinkels staan vol met zelfhulpboeken. Maar we zoeken op de verkeerde plek; de verzamelde ervaring van ouderen is namelijk veel waardevoller dan wat een coach van 35 je kan vertellen.’

In zijn boek noemt Pillemer de ouderen uit zijn onderzoek dan ook de experts. ‘Zij hebben ervaring met ziekte, mislukking, onderdrukking, gevaren, ontberingen, oorlog en verlies. Als het erom gaat hoe je er in moeilijke tijden het beste van maakt, zijn zij de ware deskundigen. Ik zou iedereen willen aanraden zo snel mogelijk met een oudere te gaan praten. Voor je het weet, zijn degenen die de crisis van de jaren dertig en de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt er niet meer, en gaat er een rijke bron aan levenservaring verloren.’

Juist veel gelachen

Marjolein voelt zich echt gesteund door het mailen met de oude Kees, zegt ze. Toen ze ruim een jaar geleden, na 26 jaar samenzijn, ging scheiden van haar man, moest ze denken aan wat Kees haar eerder had gemaild over hun voorouders die in armoede opgroeiden in een achterbuurt, en dat dat niet betekende dat ze ongelukkig waren, maar dat er juist zo vreselijk veel gelachen werd. ‘Wat Kees óók had geschreven, is dat je de leuke herinneringen onthoudt en de slechte gewoon vergeet. Niet dat ik nou meteen moest lachen bij mijn scheiding, maar als ik aan de mails van Kees dacht, beurde me dat wel een beetje op. Simpelweg het inzicht dat droeve omstandigheden niet per se hoeven te betekenen dat je niet meer lacht, kan al fijn zijn.’

Door zijn leeftijd kijkt Kees heel anders tegen het leven aan, merkt Marjolein. ‘Dat relativeert voor mij de dingen. Door hem kan ik mijn leven nu ineens vanaf een andere kant zien. Hij schrijft mild over de narigheid die het leven nu eenmaal op je pad gooit, en daardoor zie ik het voor mezelf nu ook minder zwaar. Als hij vertelt over een dierbare vriendin van hem die nog maar drie maanden te ­leven heeft, en dat hij dat soort slecht nieuws vaker krijgt op zijn leeftijd, vind ik mijn eigen verdriet meteen wat minder erg.’

Wat Marjolein opvalt, is dat Kees helemaal niet meer nadenkt over zijn carrière en daarover spreekt alsof het een korte periode was in zijn leven. ‘Terwijl werk voor mij nu heel belangrijk is. Logisch natuurlijk, ik zit in een levensfase waarin werk gewoon belangrijker voor een mens is dan op Kees zijn leeftijd. Toch maak ik me nu wel ietsje minder druk over allerlei werkproblemen, puur doordat hij ze mij vanuit een ander perspectief laat zien. Ongelooflijk, Kees relativeert zelfs de liefde tussen hem en zijn kinderen, omdat hij nu inziet dat die hun eigen leven hebben, terwijl voor mij mijn kinderen nog alles zijn. Ook dat had ik me nog niet eerder gerealiseerd: dat je op latere leeftijd anders tegen je kinderen kunt gaan aankijken.’

Stevige adviezen

Vorig jaar vond Marjolein een nieuwe geliefde. Kees mailde prompt drie stevige adviezen: 1. denk goed aan jezelf, 2. blijf zelfstandig en 3. ga niet naar het platteland verhuizen. ‘Dat lijken me alle drie verstandige dingen. Maar soms heeft hij ook wel ­ouderwetse ideeën waar ik van schrik. Hij ziet bijvoorbeeld mannen per definitie als agressors en vrouwen als kwetsbaar, daar denk ik als kind van de jaren zeventig fundamenteel anders over.’

Misschien is die generatiekloof wel een belangrijke reden dat ze elkaar niet in levenden lijve ontmoeten. Marjolein: ‘Een live ontmoeting zou de magie van ons contact, dat nu puur geestelijk is, kunnen verbreken. Ik verblijf liever in die tussen­wereld van de e-mail, waarin we met elkaar praten alsof we twee nachtzusters zijn. Allebei aan een andere kant van de lijn, veilig in het donker.’

Ook Karl Pillemer merkte tijdens zijn onderzoek dat ouderen soms erg ouderwets kunnen zijn in hun opvattingen. ‘Vooral als het gaat om huwelijk en huwelijkse trouw.’ Maar hun adviezen voor de liefde hebben niets aan kracht ingeboet. ‘Ze pleiten er bijvoorbeeld voor dat je niet te snel je partner moet kiezen. Verliefdheid gaat namelijk over, daarna begint het samenleven pas echt, zeggen ze. Beter dus om dan iemand naast je te hebben die een beetje op je lijkt. Kijk alleen al naar de tijd die je bespaart als je geen ruzie maakt, zeggen sommigen. Dat klinkt misschien puur praktisch, maar het is tegelijkertijd een buitengewoon waardevol inzicht.’

Op andere gebieden zijn ouderen juist modern, zegt Pillemer. ‘De meerderheid is er bijvoorbeeld fel op tegen kinderen te slaan. Dat had ik niet verwacht, omdat het vroeger juist de norm was dat kinderen hardhandig werden aangepakt.’

Pillemer (58) is echt veranderd door wat hij van zijn geïnterviewden heeft gehoord, zegt hij. ‘Ik realiseer me nu hoe kostbaar mijn tijd is, en daardoor deel ik mijn leven nu anders in. Wat namelijk in alle verhalen doorklonk, was het besef dat de tijd zo snel gaat. “Het leven gaat voorbij in een nanoseconde,” zei een 90-jarige me. Ouderen zijn zich daarvan veel meer bewust dan jongeren, omdat ze zeker weten dat ze niet zo lang meer hebben.’

Zeg het nú

In feite komt alle wijze raad die hij optekende voort uit dat ene besef van de korte tijd die we op deze aardbol hebben, zegt Pillemer. ‘Zeg het nú tegen iemand als je van hem houdt. Degenen die dat niet op tijd hadden gedaan, hadden daar enorme spijt van. Ik denk dat het heel wezenlijk is als je iemand ondubbelzinnig zegt dat je van hem houdt. Je moet het niet alleen laten blijken, maar het ook echt letterlijk zeggen.’

Het beste wat je met je kostbare tijd kunt doen, is mooie dingen meemaken, zeiden de ouderen. Met andere woorden: besteed je geld liever aan die bijzondere reis naar de Fiji-eilanden dan aan een nieuwe keuken. Pillemer glimlacht: ‘Ik ben veel selectiever geworden in met wie ik omga. Ik houd me nu verre van energiezuigers.’

De levenslessen van ouderen zijn misschien erg waar, maar hoe haalbaar is het ze ook echt na te leven? De maatschappij is veranderd, jongere mensen zitten in een andere levensfase dan ouderen, leer je niet het best van je eigen fouten, kun je jezelf wel zo makkelijk veranderen? De psychologie leert ons dat een mens zijn gedrag niet zomaar van de ene op de andere dag kan wijzigen. Daarvoor zitten we te veel vast aan ons verleden en onze gewoontes.

Desalniettemin: een treffende uitspraak van een oudere kan je wel aan het denken zetten over je eigen leven. Onderzoek wees al eerder uit dat ouderen meer positieve gevoelens hebben dan jongere mensen. Alleen al die positievere blik op de wereld kan je uit je eigen denkpatronen halen. Ook het feit dat ouderen in een totaal andere levensfase zitten, geeft je er een extra perspectief bij – wat je kan helpen problemen van meer kanten te bekijken.

Pillemer is ervan overtuigd dat een mens door een bepaald inzicht werkelijk het roer kan omgooien. ‘Ongeveer de helft van de ondervraagden noemde een aanwijsbaar keerpunt waarna ze anders in het leven waren gaan staan. Over het algemeen was dat na het meemaken van iets naars. Een vrouw van in de tachtig vertelde me dat ze na het verlies van haar kind twee jaar depressief onder de dekens lag, maar op een dag had ze besloten dat het anders moest. Ze wilde niet meer klagen over haar pijn en was gaan letten op wat er allemaal positief was in haar leven. Dat heeft ze tot op de dag van vandaag volgehouden. Toen ik met haar sprak, zat ik tegenover een stralend mens.’

Lang niet alle ouderen in Pillemers onderzoek waren zo ultrapositief, maar de meerderheid zei wel: gelukkig word je niet dankzij plezierige omstandigheden in je leven, maar ondanks alles wat niet naar wens verloopt. Pillemer: ‘Als je die instelling kiest, heb jij de controle, en dat voelt stukken beter.’

Opgeheven hoofd

Tot slot: waar hadden de ouderen uit het Cornell Legacy Project de meeste spijt van? Uit onderzoek komt namelijk vaak naar voren dat de overgrote meerderheid van de ouderen een of meer belangrijke beslissingen in het leven betreurt.

Pillemer: ‘De mensen die ik ondervroeg, bleken de meeste spijt te hebben van de momenten dat ze niet eerlijk tegen anderen waren geweest. “Het is me blijven achtervolgen,” zei een man die met zijn bedrijf fraude had gepleegd om meer winst te kunnen maken. Er waren er ook veel die zeiden dat ze zich onnodig zorgen hadden gemaakt over dingen waar ze geen controle over hadden. “Had ik me al die uren dat ik bang was dat mijn man zijn baan kwijtraakte maar met iets constructiefs beziggehouden,” zei een vrouw.’

Maar misschien is de allerbelangrijkste levensles wel dat je ook weer niet te lang bij je fouten moet stilstaan. Pillemer: ‘Wat veel ouderen vooral benadrukten was: probeer geen spijt van dingen te hebben. Wees aardig voor jezelf, laat achter je wat niet gegaan is zoals je wilde, en ga met opgeheven hoofd verder. Dan haal je het meest uit die ene nano­seconde.’

Bron: Thirty lessons for living, Karl Pillemer, Hudson Street Press, 2011.
Zie ook: legacyproject.human.cornell.edu/
Marjolein en Kees heten in werkelijkheid anders.

 

25 beproefde adviezen voor een gelukkig leven

Wat is nou echt belangrijk in het leven? Daarover sprak het onderzoeksteam van gerontoloog Karl Pillemer vijf jaar met 1500 Amerikanen tussen 65 en 110 jaar. Pillemer analyseerde de gesprekken en formuleerde op basis daarvan een aantal universele ­levenslessen. De 25 meest inzichtgevende, volgens Psychologie Magazine:

1 Kies een partner die op u lijkt. Stellen met dezelfde waarden, achtergrond en interesses leven makkelijker samen.

2 Vriendschap is net zo belangrijk als romantiek. De passie van het begin houdt op een gegeven moment op. Trouw dus met iemand voor wie u liefde én een diepe vriendschap voelt.

3 Houd geen score bij. Denk er niet over na of de ander evenveel voor u doet. Een relatie vaart er wel bij wanneer beide partners meer proberen te geven dan te krijgen.

4 Praat met elkaar. Voer gesprekken over dingen die ertoe doen, anders groeit u uit elkaar.

5 Toon toewijding aan uw partner én aan uw relatie. Wie inziet dat liefde meer is dan de onmiddellijke behoeftes van beide partners, blijft minder snel hangen in conflicten.

Sterk

6 Doe iets wat u leuk vindt en kijk niet naar het salaris. Werk beslaat een groot deel van het leven. Uw tijd op een prettige manier doorbrengen is waardevoller dan veel geld kunnen uitgeven aan materiële zaken. Ook een hoge status kan hier niet tegenop.

7 Niet de luxe van een fijne baan? Blijf openstaan voor uw droombaan. Vroeg of laat dient deze zich aan. Als er een kans voorbijkomt, grijp haar met beide handen aan. Ze zou weleens eenmalig kunnen zijn.

8 Een nare periode op het werk? Maak er het beste van! Overal kunt u ervaring opdoen, ook in een baan die niet bevalt. Zie die ervaring als een verrijking. Veel ouderen uit het onderzoek zeiden dat ze juist van vervelende banen veel hadden geleerd.

9 EQ is het allerbelangrijkste. Werk aan uw sociale vaardigheden. Wie goed met mensen kan omgaan, ziet meer deuren opengaan dan iemand die alleen vakinhoudelijk sterk is.

10 Iedereen heeft autonomie nodig. Tevredenheid over het werk hangt direct samen met de mate waarin iemand zijn bezigheden zelf kan indelen. Probeer het voor elkaar te krijgen dat u zich kunt bezighouden met de dingen die u het meest interesseren, zonder al te veel controle van bovenaf.

Opvoeden

11 Tijd is het allerbelangrijkste. Breng zoveel mogelijk tijd door met uw kinderen; het brengt u dichter bij elkaar. Dat geldt niet alleen voor uitjes, maar ook voor dagelijkse dingen zoals de was doen en de tuin schoffelen.

12 Het is normaal een favoriet te hebben, maar laat het niet merken. Doet u dat wel, dan heeft dat allerlei vervelende gevolgen voor de dynamiek in het gezin.

13 Sla kinderen niet. Slaan verstoort de vertrouwensband. Discipline bijbrengen kan ook op een liefhebbende, respectvolle manier.

14 Vermijd te allen tijde een breuk. Een breuk maakt ongelukkig als ouder. Liever compromissen sluiten dan een kind nooit meer zien.

15 Kinderen zijn voor het leven. Realiseer u dat de beslissingen die u neemt als ze jong zijn, effect hebben op de band die u met ze heeft als ze straks volwassen zijn.

Fijn oud worden

16 Oud zijn is leuker dan gedacht. Verspil geen kostbare tijd aan zorgen over ouder worden. Zie het niet als het einde maar als een spannende nieuwe fase met nieuwe mogelijkheden en leermomenten.

17 Leef nu alsof u uw lichaam honderd jaar nodig hebt. Roken, alcohol, junkfood: ze kunnen het leven verkorten, maar de kans is nog groter dat ze u op jongere leeftijd al chronische ziektes bezorgen.

18 Denk niet aan de dood. Als de dood zich aandient, is het vroeg genoeg, zeggen ouderen uit het onderzoek. Eerder is zonde van de tijd.

19 Blijf verbonden met anderen. Houd het spook van de eenzaamheid buiten de deur. Sta open voor nieuwe contacten: ga naar cursussen of andere plekken waar u mensen kunt ontmoeten.

20 Bedenk waar u op oudere leeftijd wilt wonen. Een verzorgingstehuis klinkt afschrikwekkend, maar vaak zijn ouderen er gelukkiger dan wanneer ze afgezonderd leven van leeftijdsgenoten.

Geluk

21 Leef alsof u weinig tijd heeft. Doe de dingen die u echt graag wilt, meteen. Anders komt het er misschien niet van; het leven is namelijk echt heel kort.

22 Besluit gewoon: ik ben gelukkig. Moeilijkheden en narigheid maakt u sowieso mee, maar laat daar uw geluk niet van afhangen. Wees gelukkig ondanks vervelende gebeurtenissen door te focussen op de goede kanten van het leven.

23 Piekeren = tijdverlies. Urenlang malen over allerlei rampscenario’s is zonde van de tijd. Accepteer wat u niet kunt veranderen en richt u op het hier en nu. Bereid u praktisch voor op een lastige situatie. Bijvoorbeeld: schrijf die speech helemaal uit als u bang bent dat u straks zult dichtklappen voor publiek.

24 Denk klein. Een villa, een geliefde, een kind: al dat soort grote dingen leveren niet per definitie een tevreden gevoel op. Wél dat lekkere kopje koffie als u net uit bed komt, of de hond die achter zijn eigen staart aan zit. U hoeft het alleen maar te zien.

25 Geloof ergens in. Het hoeft niet per se een god te zijn – hoewel lid zijn van een kerkgenootschap veel sociale steun met zich meebrengt. Wie zich verbonden voelt met het hogere, kan beter omgaan met tegenslag.

10 vragen om aan ouderen te stellen als u hun levenslessen wilt horen.

1. Wat zijn de belangrijkste dingen die u in de loop van uw leven heeft geleerd?

Als de persoon het lastig vindt hier meteen antwoord op te geven, probeer het dan via een omweg: ‘Als een jonger iemand u zou vragen wat u heeft geleerd in uw […] jaar op deze aardbol, wat zou u dan tegen hem of haar zeggen?’

2. Welk advies zou u willen geven als het gaat om het vinden van de juiste partner?

Eventuele vervolgvragen:

– Wat is het geheim van een lang, gelukkig huwelijk?

– Welke fouten zouden jonge mensen kunnen voorkomen in hun relatie?

– Wat zou u zeggen tegen een jonger stel dat wil gaan scheiden?

3. Welk advies zou u willen geven over het opvoeden van kinderen?

Eventuele vervolgvraag: welke fouten zouden ouders volgens u kunnen voorkomen bij het opvoeden?

4. Zou u een advies kunnen geven over het vinden en houden van een fijne baan?

5. Je hoort mensen weleens zeggen dat ze zware tijden hebben meegemaakt, maar dat ze daar ook veel van hebben geleerd. Geldt dat ook voor u? Kunt u daar voorbeelden van geven uit uw eigen leven?

6. Ziet u, terugkijkend, bepaalde keerpunten in uw leven? Was er een belangrijke gebeurtenis of ervaring waardoor uw leven veranderde, of waardoor u een andere weg bent ingeslagen? Kunt u een voorbeeld geven van belangrijke keuzes of beslissingen waar u van heeft geleerd?

7. Is er iets wat u nu wel weet maar op uw twintigste nog niet wist, en wat te maken heeft met het leiden van een gelukkig en succesvol leven?

8. Wat zijn voor u de belangrijkste waarden of richtlijnen in uw leven?

9. Hoe blijft u goed gezond?

10. Welk advies zou u mensen willen geven over ouder worden?