Optimisme

‘Al een paar keer heb ik van zeer nabij mensen zien sterven. Erger dan dat bestaat eigenlijk niet, maar gek genoeg voel ik me wel goed in de wachtkamers van ziekenhuizen. Veel mensen willen er zo snel mogelijk weer weg, maar ik vind ’s nachts rondlopen in een ziekenhuisgang helemaal niet zo erg. Dat heeft denk ik te maken met een soort concentratie op die narigheid, en dat je daar heel moedig van wordt. Alle onzin moet dan aan de kant.

Ik kwam na zo’n lange ziekenhuisnacht bijvoorbeeld een keer thuis, zag ik iemand die z’n hond pal voor ons huis een grote drol liet draaien. Ik ben meteen weer naar buiten gerend en heb die man de huid vol gescholden: “Stuk tuig met je kuthond! Als je dit nog één keer doet, hoef je nooit meer hondenbelasting te betalen.” Ziezo, die man heb ik daarna niet meer in mijn straat gezien.

Het komt bij mij voort uit een soort optimisme. Bij tegenslag denk ik vaak: “Het moest zo gaan en er is vast wel iets uit te halen, dit heeft ongetwijfeld een functie.” Óf ik krijg er meer weerstand door, óf er komt een kracht in me naar

Log in om verder te lezen.