In haar familie is Anna de enige die geen academische opleiding heeft. En de enige die in de zorgsector werkt. Ze koos na het vwo namelijk voor hbo-verpleegkunde. Haar zus is advocaat, haar broer leidinggevende bij een consultancybureau. Ook haar ouders hebben gestudeerd.

17 tips voor meer zelfvertrouwen

17 tips voor meer zelfvertrouwen

Wil je meer zelfvertrouwen? Voel je sterker en zelfverzekerder door deze tips.

Lees verder

Anna heeft een baan waaruit ze veel bevrediging haalt en waarover ze prachtige verhalen kan vertellen. Toch heeft ze op verjaardagen en familiefeestjes het idee dat ze niet kan meepraten.

Haar broer en zus hebben het graag over hun tijd bij de studentenvereniging, of bespreken de aanschaf van een lease-auto – onderwerpen waarmee Anna weinig opheeft. Daardoor heeft ze het gevoel dat ze er in haar familie niet helemaal bij hoort.

Sociale dieren

Iedereen heeft net als Anna weleens het gevoel een buitenbeentje te zijn, zegt hoogleraar sociale psychologie Roos Vonk van de Radboud Universiteit Nijmegen.

‘Ieder mens heeft zijn eigen gevoeligheid. Sommigen hebben het gevoel buiten de groep te vallen omdat ze denken dat iedereen leuk en vlot is, behalve zijzelf. Anderen omdat ze de enige in hun vriendenkring zijn zonder kinderen.’

‘Weer anderen omdat ze, net als Anna, geen academische opleiding hebben gevolgd. Ga zo maar door. De paradox is dat we allemaal weleens het gevoel hebben dat we er niet echt bij horen.

Áls er al mensen zijn die zich nooit een buitenstaander voelen, dan zijn dat misschien juist degenen die er écht niet bij horen.’

Het gevoel dat je er niet tussen past is een rotgevoel, zegt Vonk. Want mensen zijn van nature sociale dieren, die zich verbonden willen voelen met anderen. In de piramide van Maslow is verbondenheid een behoefte die komt na de behoefte aan voedsel en veiligheid.

Pas daarna volgen zelfvertrouwen en zelfontplooiing. Vonk: ‘Mensen kunnen zich niet ontwikkelen als ze het idee hebben dat ze nergens bij horen. Uit onderzoek blijkt dat mensen het gelukkigst zijn als ze zich verbonden voelen.’

De reden waarom verbondenheid een basisbehoefte is? Volgens evolutionair psychologen zit het ingebakken in ons systeem omdat we in de loop van de evolutie in groepen betere overlevingskansen hadden. Uit psychologisch onderzoek blijkt dat mensen die zich verbonden voelen, psychisch en lichamelijk gezonder zijn.

Puzzelstukje

Goed, we hebben dus de behoefte om ergens bij te horen. Bij kleine, primaire groepen als onze ­familie, collega’s en vrienden. En bij grotere, secundaire groepen als een religie of vakbond. Maar wat als je je een buitenstaander voelt?

Bonnie Hagerty van de University of Michigan maakt onderscheid tussen het gevoel dat je er niet bij hoort, en feitelijk gebrek aan sociale steun. Natuurlijk gaat dit in bepaalde gevallen samen op.

Maar je kunt ook net als Anna omringd zijn door familieleden die van je houden, en je toch niet met hen verbonden voelen. Of het tegen­overgestelde: je voelt je helemaal thuis bij de spelers uit je voetbalteam, terwijl de meeste teamleden je liever zien gaan dan ­komen.

Hagerty noemt het gevoel dat je erbij hoort ‘sense of belonging’. Ze ontwikkelde een test waarmee je die kunt meten. De test bestaat uit stellingen als ‘Ik zou dagen kunnen verdwijnen zonder dat het mijn collega’s zou kunnen schelen’, ‘Ik voel me als een puzzelstukje dat nergens in past’ en ‘In de meeste situaties voel ik me een buitenstaander’.

Samen met haar collega’s deed Hagerty onderzoek naar depressie. Ze ontdekte dat je wel een sociaal netwerk kunt hebben, maar dat je daar bij het bestrijden van een depressie niets aan hebt als je desondanks het gevoel hebt dat je er eigenlijk niet tussen past.

Stoer doen

Volgens hoogleraar sociale psychologie Roos Vonk hebben we vooral het idee dat we alleen staan als we ons slecht voelen.

Dan denken we bijvoorbeeld dat we de enige zijn die te moe is om te genieten van de kinderen, de enige die ervan baalt om ‘lekker single’ te zijn of de enige die het niet naar zijn zin heeft op een borrel. Andere mensen lijken het altijd veel beter voor elkaar te hebben of zich meer op hun gemak te voelen.

Volgens Vonk komt dat doordat mensen niet graag hun kwetsbaarheid tonen. ‘Je ziet het al als iemand op straat valt met de fiets. Ook al heeft diegene pijn, dan nog zal hij zeggen dat het best gaat.

Ik denk dat het vanuit evolutionair perspectief niet handig is om je zwakheden te tonen. Als een vos een zwak konijn ziet, eet hij het op.

Dieren verbergen het daarom als ze zich ziek of zwak voelen. Mensen doen dat instinctief ook. Het resultaat is dat iedereen een beetje stoer loopt te doen, waardoor mensen denken dat ze de enige zijn die zich rot voelen of onzeker is. Dat is natuurlijk niet zo. Achter die stoerheid heeft iedereen zijn verdrietjes en twijfels.’

Volgens Vonk is het besef dat je niet de enige bent op zo’n moment een hele opluchting. ‘Stel: je bent op die borrel. Als je bedenkt dat er nog meer mensen zijn die het lastig vinden om informeel met collega’s te babbelen, dan bekijk je zo’n gebeurtenis met heel andere ogen.’

Onveilig gehecht

Hoewel iedereen dus weleens denkt een buitenstaander te zijn, heeft de een daar vaker last van dan de ander. Zo voelt Anna zichzelf niet alleen een vreemde eend in de bijt op familiefeestjes, maar ook op haar werk.

Als je in verschillende situaties het gevoel hebt dat je buiten de groep valt, is dat volgens psychotherapeute Carien Karsten een blessure die je overhoudt aan je kindertijd. ‘Het is een disfunctionele kerncognitie die vermoedelijk is ontstaan in de jeugd. Een baby wordt niet geboren met het idee dat hij een buitenstaander is.’

Wanneer je vaak het idee hebt dat je er niet bij hoort, ligt daaraan bijna altijd een minderwaardigheidsgevoel ten grondslag, zegt Karsten.

‘Mensen die vroeger gepest zijn, kunnen er bijvoorbeeld last van hebben. Net als degenen die tijdens het opgroeien niet veilig gehecht zijn aan hun ouders, omdat ze bijvoorbeeld dachten een blok aan hun been te zijn.’

Ook Hagerty gaat ervan uit dat jeugdervaringen van invloed zijn op het volwassen gevoel van verbondenheid. Ze ontdekte dat onder andere financiële problemen in het gezin, tienerzwanger­schap, incest en homoseksualiteit samenhangen met het gevoel er niet bij te horen.

Als je het idee hebt dat je bent opgevoed door liefhebbende ouders, draagt dit juist bij aan het gevoel van verbondenheid.

Zelfacceptatie

Wat kun je doen om je meer thuis te voelen bij anderen? De Amerikaanse therapeut Tony Schirtzinger wijdt er een aantal pagina’s aan op zijn site. Volgens hem houden vooral onze opvattingen ons tegen.

‘We horen bij de groepen waarbij we wíllen horen. Mensen die bang zijn er niet bij te horen, voelen zich vaak al buitengesloten voordat ze ook maar enige tijd met een bepaalde groep hebben doorgebracht. Ze vinden zichzelf te slim, te dom, te oud, te ziek… Geef mensen de kans je te leren kennen,’ zegt hij.

Iets waarmee Carien Karsten het eens is. ‘Je hebt vaak het idee dat je er niet bij hoort omdat je je minder voelt dan anderen, omdat je ervan overtuigd bent dat je er niet toe doet of niet deugt. Omdat je te hoge eisen aan jezelf stelt. Wil je je verbonden voelen, dan is zelfacceptatie daartoe de sleutel.’

Wanneer het patroon van uitsluiting en minderwaardigheidsgevoelens zich herhaalt, moet je hulp zoeken, vindt Karsten. Als voorbeeld noemt ze een cliënt die op school werd gepest en nu in liefdesrelaties en op haar werk steeds het gevoel heeft erbuiten te staan. De overtuiging dat je er niet bij hoort, kan volgens Karsten een self-fulfilling prophecy in werking zetten.

‘Wanneer je het gevoel hebt dat je een buitenbeentje bent, richt je je sterk op jezelf. Je raakt gestrest en kunt niet goed meer communiceren, waardoor je eerder het risico loopt dat je werkelijk wordt buitengesloten. Uiteindelijk kan het gevoel een buitenstaander te zijn leiden tot isolement, depressie en zelfs suïcide.’

Maar het aanpakken van zo’n hardnekkig gevoel is niet makkelijk, zegt Karsten. ‘Wanneer je er zó veel last van hebt, is het niet voldoende om tegen jezelf te zeggen: “Ik ben evenveel waard als anderen” of “anderen hebben hier ook last van”. Dan is echt professionele hulp nodig.’

Foto als remedie

Is het minder ernstig, maar word je toch af en toe geplaagd door het gevoel dat je er niet bijhoort, dan kun je ook gewoon naar een foto kijken van iemand met wie je je verbonden voelt.

Je partner, een dierbare vriend of een familielid bijvoorbeeld. Onderzoekers van North­western University lieten proefpersonen een moment herbeleven waarop ze waren afgewezen.

Wat bleek? De proefpersonen die een foto hadden meegebracht van een geliefde, ervoeren geen negatieve invloed op hun stemming en zelfvertrouwen – in tegenstelling tot de proef­personen die een foto bij zich hadden van een beroemdheid. Wie dus een foto van zijn geliefde in zijn portemonnee stopt, heeft altijd een wapen bij zich tegen afwijzing.

Meer weten?