Terwijl de helft van de pubers met een sociale angst, piekerstoornis of fobie hulp nodig heeft. ‘In het begin is een kind vaak teruggetrokken, dwars en boos,’ legt Aydin uit. ‘Later kunnen daar stemmingsklachten, schooluitval, middelenmisbruik en eenzaamheid bij komen.’ Om een angststoornis op het spoor te komen, adviseert Aydin ouders en huisartsen om open vragen te stellen, zoals: ‘Heb je vrienden en vriendinnen? en: ‘Wat doe je in je vrije tijd?’ Als uit de antwoorden blijkt dat een jongere het liefst sociale situaties vermijdt, is het belangrijk om hem of haar te helpen dat patroon te doorbreken. Vermijding versterkt angst namelijk alleen maar.

Dissertatie Universiteit Leiden,