Voor mannelijke chimpansees lijkt me symbolische macht een onmogelijk concept. Voor hen is er niets natuurlijker dan de baas spelen en de daaraan verbonden seksuele privileges. Machtsvertoon zonder macht is als een ballon zonder lucht. Iedereen kruipt voor je door het stof en benadert je met onderdanige grommen, maar je mag geen bevelen uitdelen? Wat een frustrerend bestaan!

Voor mannen van onze eigen soort moet dat ook moeilijk zijn. Dus de overgang van een lange reeks koninginnen naar een koning is lang niet zo vanzelfsprekend als hij eruitziet. Mannen zijn andere vorsten dan vrouwen. Dat zelfs onze grondwet dat erkent, is te zien aan het feit dat Claus geen koning mocht heten maar Máxima wel koningin.

Nu ben ik geen historicus en weet dus niet hoe ik deze stelling moet testen, maar als we kijken naar een paar huidige koningen zien we al een trend. Koning Carl Gustaf van Zweden (seksfeestjes georganiseerd door gangsters), koning Juan Carlos van Spanje (betrokken bij fraude, bekend rokkenjager), en zelfs prins Albert van Monaco, toch ook een soort koning (verschillende buitenechtelijke kinderen): bij hen herkennen we het soort problemen waarin koningen verzeild raken omdat ze moeite hebben met de beperkingen van óf de macht óf de bijbehorende seks.

Niet dat vrouwen niks met macht hebben, maar ze zijn hierin lang niet zo gedreven, zeker niet vrouwen met kinderen. De prioriteiten liggen anders. Dus om de Franse Zonnekoning, Lodewijk XIV, tegen rivaliteit te beschermen bedachten zijn moeder en kardinaal Mazarin het geniale plan om diens broer als meisje op te voeden. Filips I van Orléans werd in jurkjes gekleed en als meisje aangesproken – wat in het Frans veel uitmaakt – vanuit het idee dat hoe vrouwelijker hij zich zou voelen, hoe minder belangstelling hij zou ontwikkelen voor macht en leger.

Elke man wil graag aan de top staan, zelfs al leren velen zich met minder tevreden te stellen. Als puntje bij paaltje komt en de gelegenheid zich voordoet, oefent een man het liefst macht uit. Ik weet uit eigen ervaring dat zelfs de meest egalitaire mannen, zoals professoren dat toch vaak zijn, helemaal niet vies zijn van politieke manoeuvres en gekonkel. Dus om op een vorstelijk voetstuk gezet te worden zonder de bijbehorende heerschappij is voor elke man een hoogst onnatuurlijke opgave. Ik wens onze koning veel sterkte toe.