Mijn kinderen (7 en 10) spelen liever binnen dan buiten. Als ik ze naar buiten stuur, gaan ze onder protest – en staan ze na een halfuur alweer voor de deur. Of ze gaan bij vriendjes binnen spelen. Moet ik deze ‘strijd’ opgeven?
Beweging en frisse lucht zijn goed voor kinderen, dus ik begrijp dat je dit belangrijk vindt. Maar waaróm spelen je kinderen niet graag buiten? Weten ze niet wat ze kunnen doen? Te weinig leeftijdsgenootjes? Zijn er angsten of bezorgdheden? Misschien kun je deze zorgen wegnemen of vinden jullie samen oplossingen.
In plaats van de ‘strijd’ op te geven, kun je vervolgens beter proberen een compromis te vinden. Moedig je kinderen aan om af en toe buiten te spelen door interessante activiteiten aan te bieden die ze aanspreken.
Regel leuke speeldates in de buurt, introduceer nieuwe buitenspellen, ga samen sporten of plan gezinsuitjes naar parken of speeltuinen. Speel een aantal keer – en regelmatig – mee, dat maakt het voor kinderen vaak snel leuk.
Ook kun je samen met hen een lijst maken of een pot vullen met allemaal dingen die je buiten alleen of samen kunt doen. Daarnaast kan het een goed idee zijn om samen een afspraak te maken over hoeveel tijd ze in elke geval buitenspelen, bijvoorbeeld per week.
Onthoud dat elk kind uniek is en zijn eigen voorkeuren heeft. Door open te communiceren, interesse te tonen in hun activiteiten en een beetje te helpen, kun je misschien samen een betere balans vinden tussen binnen- en buitenspelen. Maar respecteer tegelijkertijd hun keuzevrijheid.
