Als mijn zoontje (4) niet wint bij een spelletje of als het niet op zijn manier gaat, wordt hij heel erg boos. Hij gooit het speelbord of de kaarten op de vloer en wil niet verder spelen. Hoe leren we hem om te gaan met verliezen?
Rond deze leeftijd is verliezen vaak nog heel lastig voor kinderen. Maar je zoontje kan er al wel langzaam aan wennen.
Doen jullie een spelletje met meer kinderen, zoals oudere broertjes of zusjes, dan is het natuurlijk niet leuk als je kind steeds verliest van de ouderen. Het kan dan een goed idee zijn om alleen spelletjes te doen die puur met geluk te maken hebben, zodat ook de kleinste kan winnen.
Speel daarnaast regelmatig alleen met je kind. Spreek dan af bij welk potje jullie de echte spelregels volgen, en wanneer hij zijn eigen regels mag bedenken. Dan heeft hij even lekker de leiding en kan hij het spel naar zijn hand zetten. Als je met z’n tweeën speelt, kun je je kind ook best wat vaker laten winnen, daar is rond deze leeftijd niets mis mee.
Toon altijd – ook tijdens het spel – begrip voor de gevoelens van de verliezer. Natuurlijk is het jammer en moeilijk, maar houd het positief en maak het niet te groot. Teleurstelling en boosheid mogen er zijn, maar maak afspraken over het gedrag dat daarbij hoort. Met het speelbord gooien mag niet, weglopen en stampen wel.
