Werk

aarom zijn er zo weinig vrouwen aan de wetenschappelijke top, vroegen Leidse en Italiaanse psychologen zich af. Want hoewel vrouwen de helft uitmaken van de studenten aan de universiteit, is slechts een kwart van de wetenschappers vrouw.

Mannen en vrouwen blijken niet van elkaar te verschillen in motivatie en ambitie. Wel bestaan er in de wetenschappelijke top vooroordelen over jonge, vrouwelijke onderzoekers, die bijvoorbeeld minder toegewijd zouden zijn aan hun werk. Gek genoeg kwamen deze vooroordelen niet van de mannen, maar van de hooggeplaatste vrouwen. De onderzoekers noemen dit fenomeen het ‘bijenkoninginnen-syndroom’: vrouwen die in hun eentje succesvol zijn in een mannenwereld, zijn vaak erg kritisch over andere vrouwen. Jonge onderzoeksters moeten dus oppassen voor hun succesvolle seksegenoten.

British Journal of Social Psychology, september 2004