Dat de krokodil eigenlijk haar grote zus is die haar armen plagerig open- en dichtklapt voor haar neus, dat doet er niet zoveel toe. Dat de bank dikke kussens heeft om achter te schuilen des te meer. Zo wordt de bank een stevig huis, een grijs fort waar trouwens helemaal geen krokodillen kúnnen komen. En als de krokodil even naar de keuken is voor een boterham met pindakaas, dan verandert het fort weer net zo makkelijk in een boot, een ziekenhuis of een paardenrug. Zo gaat dat als je tweeënhalf bent.

Alles wordt groter als je ouder wordt: je lengte, je denkkracht, je handigheid. Alleen je verbeeldingskracht neemt af met elke stap richting volwassenheid. En dat is jammer, want het vermogen om je dingen voor te stellen die er niet zijn brengt enorme voordelen met zich mee. Verbeeldingskracht maakt dat we onze doelen helder kunnen visualiseren, dat we kunnen wegdromen bij een vakantiefolder en in gedachten vast oefenen met dat lastige gesprek. Het helpt sporters beter presteren en zieken sneller revalideren. Zonde dat we er in ons volwassen leven zo weinig tijd voor vrijmaken.

Je hoort weleens zeggen dat jonge kinderen nog geen onderscheid kennen tussen fantasie en realiteit. Dat lijkt me veel te stellig. Je begrijpt misschien nog niet alles als tweejarige, maar je bent ook niet gek, natuurlijk.
Arwen weet heus wel dat er geen krokodil op het kleed ligt en dat het gewoon de rand van de bank is, waar ze schrijlings op zit. Maar ze heeft besloten die wetenschap tijdelijk aan de kant te schuiven ten gunste van de magie. Het is een prachtig voorbeeld van wat in de literaire theorie suspension of disbelief heet – de bereidheid om je scepsis opzij te zetten en je ten volle over te geven aan het verhaal.
Omdat zij het wil, verandert de bank in een fort of de rug van een galopperend paard. Haar verbeeldingskracht geeft zin aan de dingen die ze doet, maakt het dubbel zo leuk om te wiebelen op de rand en zo elke dag een stukje handiger en sterker te worden. En haar bereidheid te geloven in het gevaar op de vloer geeft haar de kans om te griezelen, en ook nog eens iets slims te bedenken om zichzelf te redden.
Verbeeldingskracht is toverkracht. Kom daar nog maar eens om in het volwassen leven.