Lang geloofden wetenschappers niet dat eeuwige verliefdheid bij mensen mogelijk was. De roze wolk, zo meenden zij, kon hooguit een jaar of twee blijven hangen. Anders zou het je te veel uitputten. Verliefden kunnen immers vaak alleen maar aan hun partner denken. Maar Amerikaans onderzoek bewees in 2009 dat de hersenen zelfs na een relatie van twintig jaar nog alle kenmerken van verliefdheid kunnen hebben. Paren in zo’n gelukkige toestand noemen we ‘zwanen’, omdat die vaak levenslang bij elkaar blijven.

36 vragen voor je partner voor meer intimiteit

36 vragen voor je partner voor meer intimiteit

Hoe word je verliefd op iemand? Het Amerikaanse psychologenechtpaar Arthur en Elaine Aron wilde wete...

Lees verder

Onderzoekers die verliefde mensen in een fMRI-scanner schoven, zagen in hun brein een hoge activiteit van het dopaminesysteem zodra de proefpersonen foto’s van hun geliefde bekeken. De dopamine spoot eruit. Deze neurotransmitter werkt onder meer in op het pleziercentrum. Vandaar die gelukzalige staat.

Het nadeel van zo’n overdosis is dat ze andere hersenprocessen kan belemmeren. Geremd wordt onder andere de raphe-kern, die de productie van serotonine regelt. Dat verklaart dat monomane. Gebrek aan serotonine maakt je ook labiel, en dat is veel vers verliefden aan te zien. Maar bij ‘zwanen’ blijken de hersenen een gezond evenwicht gevonden te hebben: ondanks de euforie is hun raphe-kern gewoon actief. Hun verliefdheid is daardoor minder uitputtend. Zij hebben de voordelen zonder de nadelen.

Hamvraag is natuurlijk: wat is het recept voor zwanenliefde? Daar wordt nog onderzoek naar gedaan, maar waarschijnlijk is een van de geheimen: samen veel avonturen beleven, zowel in bed als daarbuiten. Avontuur stimuleert namelijk het dopaminesysteem, dat het verliefde gevoel veroorzaakt.