Mensen zijn best een beetje zelfingenomen. We hebben een prachtig brein, zelfbewustzijn en opponeerbare duim, dus er is niets in de wereld zo fantastisch als wij. Tenminste, volgens onze maatstaven. Maar neem een aardappel; die heeft 45.000 genen terwijl wij het moeten doen met een luttele 30.000.

Waarom we rustig worden tussen de planten

Waarom we rustig worden tussen de planten

Onkruid wieden, een wilg snoeien of rode spruitjes plukken: wie weleens tuiniert, weet hoe lekker je...

Lees verder

Je kunt dus niet met droge ogen beweren dat planten minder ontwikkeld zijn. Ze hebben gewoon een andere afslag genomen in de evolutie, en we beginnen nu pas te ontdekken tot wat voor wonderlijke dingen ze in staat zijn.

Waarom hebben we dit niet eerder gezien? Omdat planten langzaam zijn en voor 80 procent onder de grond leven. En ja, ook omdat we enigszins beperkt zijn in ons denken; we vergelijken alles om ons heen met onszelf.

Ondoenlijk, wat planten betreft. Ze hebben geen zenuwstelsel, maar wel 25 soorten zintuigen, waarvan een aantal veel weg heeft van onze vijf zintuigen. Verbaas je over deze eigenschappen die voor ons heel herkenbaar zijn:

1. Ze gaan op hun doel af

Wortelpunten groeien als een speer op hun doel af, ze lijken te weten waar ze voedingsstoffen moeten vinden. En als ze die dan hebben getraceerd, blijven ze daar langer hangen. Ze lijken in dat opzicht op dieren die zoeken naar voedsel, of mensen in de koopjeshoek.

Maar hoe weten die wortels dat? Al in 1880 bedacht de Britse natuuronderzoeker Charles Darwin de root-brain-theory. Hij opperde dat we planten moesten gaan zien als ‘onderstebovendieren’. Met hun hoofd in de grond en hun ledematen en geslachtsorganen erboven.

Een echt brein is er niet, maar er zit ‘iets’ in de wortelpuntjes, dat licht, vochtigheid, zwaartekracht en druk kan detecteren. Scalpeer je de wortelpuntjes, dan groeien planten lukraak alle kanten op.

2. Ze hebben territoriumdrift

‘Deze bloempot is niet groot genoeg voor ons allebei.’ Onder de grond kan er heel wat machtsstrijd worden geleverd. Zeeraket groeit met zijn wortels opzettelijk in de weg van zijn concurrenten. Gaat het om familie van de plant, dan maakt hij wel ruimte.

De centaurie (grote plantenfamilie van onder meer de korenbloem) zet in de strijd voor wortelruimte zelfs gif in. De wortels van andere planten sterven hierdoor af, en zo kan de centaurie een groot territorium winnen waar geen enkele andere plant meer kan leven.

Kalmeer je lichaam, kalmeer je geest
Training

Kalmeer je lichaam, kalmeer je geest

  • Leer je omgaan met overprikkeling en overspoeling 
  • Ontwikkel je meer lichaamsbewustzijn
  • Creëer je meer balans met behulp van de polyvagaaltheorie
Bekijk de training
Nu maar
69,-

Ook zoogdieren moeten het soms ontgelden. Wanneer acacia’s in de Zuid-Afrikaanse streek Transvaal vrezen dat ze helemaal kaalgevreten worden door antilopen, produceren ze een giftige stof. Ze maken zichzelf hierdoor minder smakelijk voor grazers. En wanneer antilopen er veel van eten, kunnen die daardoor zelfs overlijden.

3. Ze zorgen voor elkaar en hun kinderen

Bomen staan er niet alleen voor, ontdekte Suzanne Simard. Sterker nog, ze helpen elkaar. Als professor bosecologie van de Universiteit van Brits Columbia doet Simard onderzoek naar hoe bomen met elkaar communiceren via ondergrondse ‘snelwegen’: the wood wide web.

De Canadese vulde plastic zakken rondom kleine douglassparretjes met koolstof, voedingsstof voor bomen, die ze radioactief had gemaakt. Met een geigerteller onderzocht ze vervolgens waar de boompjes hun koolstof naartoe hadden gestuurd.

Het bleek dat berken en sparren elkaar daarbij helpen: via ondergrondse schimmeldraden blijken zij massaal koolstof met elkaar te delen.

Ook ontdekte Simard dat er zogeheten centrumbomen zijn, de moederbomen van het bos. Zij herkennen hun familie, voeden hun kinderen met koolstof, maken wortelruimte en sturen verdedigingsboodschappen. Zo hebben de kleine sparretjes vier keer zoveel kans op overleving.

4. Ze schakelen hulptroepen in

Die heerlijke geur van gemaaid gras is eigenlijk een teken dat de groene sprietjes worden aangevallen. Als dat gebeurt, stoot gewas zogenoemde green leaf volatiles (GLV’s) uit, een vluchtig gas waarmee het soortgenoten waarschuwt of – in het geval van gras – insecten om hulp vraagt om aanvallers onschadelijk te maken. Wat wij ruiken is dus een SOS-signaal.

De nicotiona attenuata, een wilde tabaksplant, maakt het nog veel bonter. Wordt deze opgevreten door rupsen van de pijlstaartvlinders, dan heeft hij een heel arsenaal aan verdedigingstechnieken. Hij ‘roept’ met GLV’s wantsen, insecten die een natuurlijke vijand zijn van de rupsen.

Niet genoeg wantsen? Dan produceert de plant een lekker zoet stofje waar de rupsen van smullen, maar waar ze ontzettend van gaan stinken. Al na 20 minuten wordt hun stank opgepikt door vijanden op de grond, zoals hagedissen.

5. Ze hebben een geheugen

De venusvliegenvangers, vleesetende planten, sluiten hun vallen pas als ze zeker weten dat er een sappige vlieg tussen hun kaken zit. Maar hoe weten ze dat het een lekker hapje is en niet een blaadje of waterdruppel die hun trilhaartjes beweegt?

Dat komt doordat ze tellen. De trilhaartjes moeten een aantal keer na elkaar bewegen, zodat de vleeseters weten dat het geen toevallige aanraking is, maar een doelbewust wroetend insect. Pas dan gaan de planten tot actie over. Zonder geheugen zouden ze dit onderscheid niet maken.

Het kruidje-roer-me-niet, een plant uit de vlinderbloemenfamilie, kan ervaringen wekenlang onthouden. De soort staat erom bekend dat hij zijn bladeren beschermend sluit bij aanraking.

Monica Gagliano, onderzoeker aan de Universiteit van West-Australië, bouwde een installatie voor de planten, waarmee zij ze heel zachtjes kon laten vallen. De eerste keren schrokken de planten zich rot en sloten snel hun bladeren, maar al na een aantal vallen reageerden ze niet meer.

Ze zijn te moe, werd verondersteld. Maar wanneer Gagliano ze schudde, hadden ze wel degelijk de energie om te reageren. Liet Gagliano de planten na een week weer vallen, dan reageerden ze nog steeds niet. En na 28 dagen ook niet. Ze hadden onthouden dat die ervaring geen kwaad kan.