Zal ik eens lekker op de bank gaan zitten, hapje en drankje erbij, heerlijk met alle boeken en tijdschriften die daar met smart liggen te wachten? Of toch aan de conditie werken en een rondje puffend hardlopen? Of nu eindelijk eens beginnen aan al dat ellendige nakijkwerk…

We hebben allemaal die twee kanten in ons die elkaar in de haren kunnen zitten: de hedonist die het leuk wil hebben, plezier maken, genieten en niet zeiken. En de idealist die denkt aan verantwoordelijkheden en verplichtingen, aan hogere idealen die een langere adem vergen en waarvoor je soms je gerief opzij moet zetten. Gezien de teleurstellend lage scores in de uitvoering van goede voornemens valt te vrezen dat de hedonist uiteindelijk meestal ‘wint’. En niet dat je daar dan zo van geniet, want de idealist mekkert erdoorheen dat het anders moet.

Hoe kunnen we de idealist in ons laten winnen? Volgens de onderzoekers Magen en Gross is de hedonist per definitie in het voordeel, want zijn keuzes geven je instant beloning. Doe je wat de hedonist wil, dan heb je het meteen leuk. De idealist kan daar onmogelijk tegenop. Als ik ga hardlopen of tentamens nakijken, is het kortetermijneffect dat ik moet afzien en al mijn instincten ‘blèh!’ roepen. Maar geef je een andere interpretatie aan wat je doet, dan kun je je emoties een andere kant op sturen.

Bijvoorbeeld (joggen): ‘Ik ben lekker bezig mijn conditie op te peppen. Gezond! Wat zal ik me straks heerlijk fit en fris voelen! Wat een overwinning op die luie zandzak in mij! En hoe zwaarder het me valt, des te meer bewijs hoe nodig het was.’ Of (nakijken): ‘Ik help de studenten hun intellectuele mogelijkheden te ontplooien. En o, wat een erbarmelijke antwoorden; ze hebben mijn hulp hard nodig. Ik zal het eens grondig aanpakken, dan maak ik mezelf echt nuttig.’

In deze voorbeelden creëert de gekozen interpretatie een onmiddellijke beloning: ik ben goed bezig! Dat geeft een goed gevoel. Daardoor kan de idealist pas echt concurreren met de hedonist. En dán, in de eerlijke vergelijking, wordt duidelijk dat de beloningen van hedonistisch gedrag niet erg indrukwekkend zijn.

De onderzoekers toonden aan dat deze aanpak werkte bij studenten die konden kiezen tussen tv-kijken en een wiskundeopdracht. Wat we nog niet weten is of het ook werkt op langere termijn. Dat lekkere gevoel van ‘Ik ben goed bezig’ zal wel een paar keer kunnen zegevieren, maar ik vrees dat de kick daarvan geleidelijk slijt. Dat betekent dat je het lang genoeg moet volhouden tot je een nieuwe gewoonte hebt opgebouwd: want gewoontegedrag is standvastig, daar komt de hedonist niet meer tussen.

Het slechte nieuws is dat het ontwikkelen van een gewoonte gemiddeld 66 dagen duurt (met een spreiding van 18 tot 254 dagen). Maar al die tijd kun je jezelf oppeppen met een bijbehorende belonende gedachte: hoe vaker de idealist wint, des te sterker wordt hij. Het ploeteren en ploegen, het zwoegen en zweten ís het winnen. Afzien en je verbijten was nog nooit zo fijn.