De eerste keer dat mijn broertje en ik alleen thuis waren, was een belevenis. ‘Zoet zijn!’ had mijn moeder gezegd, hetgeen ons onmid­dellijk op het idee bracht dat er misschien iets stouts te doen viel. Na enig denken besloten we alle boeken in de boekenkast tegen de achterwand aan te duwen en de hagelslag op te eten. Avontuur! Toen mijn moeder thuiskwam en zei: ‘Wat is er met jullie aan de hand?’ hebben we het meteen opgebiecht. Tot onze verbazing kregen we helemaal niet op ons kop. Ze was juist heel aardig en blij, omdat we het eerlijk hadden gezegd. ‘Als je maar eerlijk bent, daar gaat het om,’ zei ze.

Het opbiechten van je tekortkomingen kan niet zoveel kwaad als veel mensen vrezen, bleek onlangs uit een serie onderzoeken aan Princeton University. In deze studies ging het niet om kattekwaad, maar om algemene zwakheden zoals koppigheid, impulsief beslissingen nemen, te snel opgeven, je mening niet zeggen of je minder dan anderen voelen. Zo hebben we allemaal onze gebreken die we gewoonlijk voor anderen verzwijgen, uit angst dat ze ons niet meer zo leuk vinden als ze dit zouden weten.

Die angst blijkt geheel onterecht. Dat anderen onze zwakheden ook echt als zwakheden zien, dat klopt wél. Maar wanneer we die zwakheden bekennen, heeft dat ook een positief effect: we worden gezien als eerlijk, oprecht, in staat tot zelfreflectie en tot werkelijk voor de dag komen in het contact met anderen. Dit zijn zulke goede eigenschappen dat zelfonthulling juist gunstige effecten heeft. Dat je ook menselijke zwakheden hebt, tja, dat is niet zo opzienbarend; die hebben we allemaal. Niemand verwacht dat je volmaakt bent. Sterker nog, mensen houden helemaal niet van personen die volmaakt zijn. In een experiment uit de jaren zeventig bleek dat iemand die allemaal positieve eigenschappen heeft, aardiger wordt gevonden als hij onhandig een kop koffie omgooit: eindelijk, hij is ook maar een mens.

Toch hebben we allemaal de neiging onze angsten, zwakheden en flaters verborgen te houden. Hierdoor ontstaat nóg een angst, namelijk dat anderen je niet meer leuk vinden als ze je echt zouden kennen. Zo gaan er heel wat mensen eenzaam door het leven, omdat ze veronderstellen dat ze steeds een gepolijste gladgestreken versie van zichzelf moeten neerzetten om nog enig contact met de medemens te behouden. De angst om jezelf te laten zien is ook heel begrijpelijk: niets is erger dan als je voor de dag komt en dán wordt afgewezen om wie je echt bent. Dan kun je maar beter je diepste gevoelens verborgen houden en desnoods worden afgewezen om je buitenkant, dat is minder pijnlijk.

Alleen hou je op die manier de gedachte in stand dat mensen op je ‘echte zelf’ afknappen. Gelukkig blijkt dat risico nu reuze mee te vallen. Mijn moeder had gelijk! Gewoon voor de dag komen met al je twijfels en misstappen. Ook als je dat hakkelend en stuntelend doet of erbij bloost. Alleen maar goed: dat geeft je juist die sympathieke touch. En het opent de weg naar echte intimiteit.

Roos Vonk is hoogleraar psychologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen, auteur en managementconsultant. (www.roosvonk.nl)