Waarom makkelijk doen als het moeilijk kan? Dat is vaak de houding van ongeoefende schrijvers als ze een tekst moeten leveren. Het resultaat: stukken vol ‘dure’ woorden om indruk te maken.

Een domme tactiek, bewees Daniel Oppenheimer van de Amerikaanse Princeton University. De psycholoog liet de synoniemenlijst (thesaurus) van zijn Word-programma los op een zestal sollicitatiebrieven van studenten die hun studie graag wilden voortzetten aan een gerenommeerde universiteit. Van elke brief werd een ‘hoog ­complexe’ en een ‘gematigd complexe’ versie gemaakt. In de eerste werd élk werkwoord, zelfstandig naamwoord en adjectief vervangen door het langste synoniem uit de lijst, in de tweede elk derde woord. Het origineel plus de beide bewerkte versies werden vervolgens aan 71 proefpersonen voorgelegd – ieder kreeg één tekst te beoordelen. Toelaten of niet, was de vraag.

Wat bleek? Hoe heftiger het synoniemenprogramma had toegeslagen, hoe lager de beoordelaars de intelligentie van hun ‘sollicitant’ inschatten. En dat lag volgens Oppenheimer niet aan het feit dat zijn bewerking onzinteksten had opgeleverd. In een ander experiment scoorde kopij die op precies dezelfde manier versimpeld was, namelijk consequent hoger onder de lezers.

Journal of applied cognitive psychology, verschijnt binnenkort