‘Mijn oudste kleinzoon was 6 toen we met hem op de hei fietsten en hij verklaarde zelf de weg naar huis te weten. Opgewonden fietste hij voorop. Ergens onderweg ben ik met hem in discussie gegaan. Hij wilde links, ik zei: “We moeten rechts.” Het lijkt een klein voorval, maar ik herinner het me nog altijd als faliekante misser. Hij wist de weg wel, hij kende alleen niet de kortste route. Niemand die het

Francine Oomen: ‘Mijn puberjaren krijgen een mager viertje’

Francine Oomen: ‘Mijn puberjaren krijgen een mager viertje’

De jeugd van kinder­boekenschrijfster Francine Oomen

Lees verder

me nadraagt, maar ik heb er verdriet van dat ik hem dit trotse moment heb ontnomen.’

  1. Blijdschap
    ‘Na vijftig jaar huwelijk word ik nog altijd blij van de lach van mijn vrouw. Ze heeft de gave om spontaan te schateren om iets. Ik vind dat heel aangenaam. Soms maakt het me jaloers. Ik kom misschien spontaan over, maar heb sterk de neiging mijn emoties te verbergen. Ik doordenk alles, heb altijd een plan. En een plan B en C.’
  2. Woede
    ‘Ik ben erg van de relativering en de zelfspot. En van de controle houden. Een machteloze emotie als woede sta ik mezelf niet toe. Maar ik vind het bij anderen stiekem wel groots. Mooi en majestueus.’
  3. Angst
    ‘Ik ben heel veilig opgegroeid, misschien dat ik daardoor weinig angst ken. Ik reageer compleet verkeerd in gevaarlijke situaties. Ooit zat ik met mijn vrouw in Tunesië in een trein die ontspoorde. We hingen scheef, er was rook, geschreeuw. Ik bleef als versteend zitten. Mijn vrouw baande zich een weg naar buiten, sloeg mensen opzij en riep: “Mijn kinderen!” Terwijl die in Nederland waren. We hebben er trouwens wel woorden over gehad dat ze helemaal niet naar mij omkeek.’ //
Herman Pleij (74) is emeritus hoogleraar historische Nederlandse letterkunde, schrijver en geziene gast bij De Wereld Draait Door. Voor de maand van de geschiedenis, oktober, schreef hij het essay Geluk!?