Dat concluderen psychologen van de universiteit van Cambridge nadat ze bijna tachtig 12-jarigen een vragenlijst voorschotelden over de band die ze hadden met hun broer of zus én die met hun hond, kat of cavia. Hoeveel tijd spendeerden ze bijvoorbeeld met elk? Hoeveel plezier gaf dat? In hoeverre was huisdier, broer of zus hun vertrouweling? Hoe vaak hadden ze heibel?

De bevindingen:

  • Meiden beschouwden hun huisdier meer als kameraad en vertrouweling dan jongens;
  • Meiden lagen vaker in de clinch met hun huisdier dan jongens;
  • Tieners voelden de grootste kameraadschap met een hond;
  • Tieners waren meer tevreden over de band met hun huisdier dan over die met hun broer of zus;
  • Tieners hadden minder heibel met hun huisdier dan met hun broer of zus.
One of the family? Measuring young adolescents’ relationships with pets and siblings, Journal of Applied Developmental Psychology, maart 2017