Een grappig onderzoeksnieuwtje was het, afgelopen jaar: van fastfood word je ongeduldig. Onderzoekers uit Toronto hadden ontdekt dat een vluchtige blik op het logo van een zekere hamburgerketen hun proefpersonen gejaagder en gemakzuchtiger maakte. Ze namen bovendien kortzichtiger financiële beslissingen. ‘In de laatste vijf decennia,’ constateerde een van de onderzoekers, ‘zien we een groeiende geneigdheid om kortetermijnwinst na te jagen – tegelijk met de opkomst van fastfood. We weten niet wat oorzaak en gevolg is, maar de samenhang is onmiskenbaar.’

Is de financiële crisis de schuld van McDonald’s? Het leek me nogal een gewaagde stelling. Maar ik moest er wel aan denken toen onze auteur Roos Vonk vertelde over een fascinerende psychologische theorie waar ze graag over wilde schrijven.

In de oertijd was ons leven eenvoudig, zegt deze theorie. We leefden van wat we te pakken kregen. Groeven we te weinig knollen op, dan lagen we met grommende honger in ons hol. Deden we het goed, dan lagen we droog en warm te knorren tussen onze velletjes. Maar in onze complexe samenleving is er geen verband meer tussen onze dagelijkse bezigheden en onze directe behoeften. We doen op zaterdag boodschappen voor de hele week, zetten geld opzij voor later en bellen de winterschilder vóórdat het kozijn gaat lekken. Al dat vooruitkijken veroorzaakt onrust in ons hoofd. Want de oermens in ons heeft geen enkele boodschap aan planning – die wil meteen resultaat zien.

Als je erop gaat letten, zie je talloze grappige verschijnselen die samenhangen met die behoefte aan snelle feedback op wat we doen. Onze gevoeligheid voor complimenten, bijvoorbeeld. Het genot waarmee we to-do-lijstjes afstrepen. Het overzichtelijke plezier dat we beleven aan sportwedstrijden en talentenshows, waar de beste meteen wint. En dan is er dus nog die patatkwestie.

Zouden we nou echt ongeduldiger zijn geworden doordat we meer patat eten dan vroeger? Of zou het andersom zijn, en worden we gevoeliger voor snel-klaar-oplossingen naarmate ons leven ingewikkelder wordt? Ik heb wel een vermoeden.