Dit stuk heb ik drie dagen te laat ingeleverd. Ik ben slecht met deadlines. En daar schaam ik me voor. Of is die knagende onrust tijdens het typen toch meer schuldgevoel?

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Nu ik Onvolmaakt tevreden heb gelezen, denk ik dat laatste. Schaamte en schuld verschillen wezenlijk van elkaar, legt psychoanalyticus en psychotherapeut Frans Schalkwijk uit. Schuldgevoelens zeggen iets over ons gedrag. Ze zetten ons aan om rekening te houden met anderen: wanneer ik mijn recensie te laat inlever, komt de eindredacteur in tijdnood.

Wie zich schaamt, voelt zich slecht over wie hij is. Een presentatie op je werk mislukt, en je voelt je een grote sukkel. Niet iedereen voelt zich even snel schuldig of beschaamd. Het hangt ervan af van hoe streng je voor jezelf bent. Schalkwijk noemt dit onze ‘innerlijke criticus’. Die ontwikkelt zich vooral in onze jeugd. Wie als kind vaak is bespot of bekritiseerd, kan opgroeien met het – vaak onbewuste – gevoel niet goed genoeg te zijn.

Maar een te strenge innerlijke criticus kan ook op minder voor de hand liggende manieren ontstaan. Schalkwijk legt dit mooi uit met de zogenaamde ‘vervangkinderen’: kinderen die zijn geboren na het overlijden van een zusje of broertje, dat vervolgens geïdealiseerd wordt. In een (onbewuste) poging om dat ‘perfecte’ kind te vervangen, verlangen vervangkinderen ook perfectie van zichzelf. Met een enorme innerlijke criticus als gevolg. En overmatige schuld- of schaamtegevoelens, zegt Schalkwijk, leiden sneller tot klachten als depressiviteit, of lichamelijke problemen.

Net als in zijn eerdere boeken heeft Schalkwijk een prettige, toegankelijke schrijfstijl en legt hij ingewikkelde materie helder uit. Het boek biedt een mix van theorie, voorbeelden uit zijn praktijk en zijn eigen leven. Met vragenlijsten en concrete tips spoort hij je aan om te onderzoeken hoe vatbaar je bent voor schaamte of schuld, en hoe streng je innerlijke criticus is. Conclusie: met mijn criticus is weinig mis. Ik moet alleen beter naar hem luisteren.