Ze leren niet alleen dat bijvoorbeeld bananen geel zijn en flamingo’s roze, maar zien het ook als logisch dat voorwerpen met een functionele kleur (zoals tennisballen) allemaal geel zijn en voorwerpen met een niet-functionele kleur (zoals auto’s) allerlei kleuren kunnen hebben.

Met die kennis voorspellen ze bijna evengoed als zienden of twee denkbeeldige voorwerpen in een denkbeeldige wereld dezelfde kleur hebben. En ze geven er dezelfde verklaringen voor: de kleur is ‘gebaseerd op materiaal waarvan het gemaakt is’ of ‘handig voor de zichtbaarheid’, of juist ‘afhankelijk van wat mensen mooi vinden’.

Blinde mensen hebben dus een rijk begrip van kleur.

Shared understanding of color among sighted and blind adults, PNAS, augustus 2021