Toen psycholoog Henk Noort vertelde dat hij een boek zou gaan schrijven over de wensen en behoeften van de man, reageerden de meeste mannen om hem heen met: ‘Dat wordt dan vast een heel dun boekje.’

Typisch mannelijk, om met humor en relativeringsvermogen de lastige onderwerpen in het leven even praktisch samen te vatten? Wel als we ‘mannelijk’ voor het gemak beschouwen als ‘de eigenschappen en vaardigheden die mannen gemiddeld in meerdere mate bezitten dan vrouwen’ – en dat is wat er in onderstaande mannelijkheidstests is gedaan. Met mannen kun je nou eenmaal meer lachen, dat is ­wetenschappelijk aangetoond. En ook al scoren sommige vrouwen heel goed op reactiesnelheid, ruimtelijk inzicht en competitiedrang: gemiddeld genomen spannen mannen de kroon. In andere zaken zijn ze dan weer beduidend minder bedreven.

In de genderpsychologie ligt het wel iets verfijnder. Daar is mannelijkheid veel meer een sociaal en cultureel geconstrueerd idee, opgebouwd uit de eigenschappen die we in onze maatschappij wenselijker achten voor een man dan voor een vrouw. ‘Dominant’, ‘individualistisch’ en ‘atletisch’ vinden we bijvoorbeeld meer opgaan voor mannen, ‘gevoelig voor de behoeften van anderen’ en ‘dol op kinderen’ meer voor vrouwen.

Mochten uw haren nu recht overeind staan: voor een groot deel

Log in om verder te lezen.