Angst

‘Ik heb faalangst. Als kind werkte dat verlammend, maar het is verworden tot een enorme ambitie. Het idee dat mijn eindredacteur na een opnamedag kan bellen: “Teun, dit is niet goed”,

"Ik voel een druk om mensen te entertainen"

-

maakt dat ik alleen met het beste resultaat wil thuiskomen. Ook heb ik een lichte sociale fobie, waardoor ik feestjes liever mijd. Ik ben slecht in small talk en voel een druk om mensen te entertainen. Als er niet gelachen wordt om mijn grappen, kan ik mezelf haten.’

Woede

‘Bij ruzie krimp ik ineen. Mijn oudere broers waren verschrikkelijke pubers. Toen ze op een dag “kutwijf” tegen mijn moeder riepen, beloofde ik mezelf zo nooit te worden. Nog altijd ga ik conflicten uit de weg. Maar ik kan wel geïrriteerd raken. Van zuigers bijvoorbeeld, die me op de kast willen krijgen met flauwe opmerkingen. Mijn manier om daarmee om te gaan is ironie.’

Blijdschap

‘Toen mijn vrouw en ik elkaar het ja-woord gaven, voelde ik echte blijdschap. Het besef van “wij horen bij elkaar’’ was overweldigend. Zo’n zelfde soort euforie beleefde ik tijdens het EK van ’88: tussen mijn schoolonderzoeken door wedstrijden kijken en uiteindelijk feestvieren op het Leidseplein. En in 1995, toen Ajax de Champions League won. De wereld was zó vrolijk toen.’

Verdriet

‘In december 2001 gingen we met het gezin naar Spanje. Mijn vader was al een tijd ziek en we wisten dat zijn einde nabij was. Met de dag werd hij minder krachtig. Aanvankelijk schuifelde hij door het vakantiehuis, maar op de dag van vertrek moest hij het vliegtuig in gedragen worden. Op 7 januari overleed hij. Tot en met mijn toespraak had ik mezelf in de hand, maar daarna barstte ik in een onbedaarlijke huilbui uit.’

Onderzoeksjournalist, schrijver en columnist Teun van de Keuken (45) werkt mee aan onder meer de tv-programma’s Keuringsdienst van waarde en De monitor. In januari verschijnt zijn pseudo-autobiografische debuutroman, Goed Volk.