Waarom zoeken leuker is dan vinden

Weetlust noemt de Van Dale het. Een hongerig gevoel, het verlangen naar kennis. Iets in je wordt geprikkeld, waardoor je aandacht wordt getrokken, waardoor je dichterbij wilt komen en méér wilt weten. Zonder nieuwsgierigheid zou een mens niet gemotiveerd zijn te zoeken, verder te gaan en risico’s te nemen. Het is noodzakelijk voor ons voortbestaan. Wie niet nieuwsgierig is, leert niet, ontwikkelt zich niet en blijft letterlijk en figuurlijk stilstaan.

Misschien dat de natuur er daarom voor heeft gezorgd dat nieuwsgierigheid fijn voelt. Er is iets prettigs aan niet-weten met het vooruitzicht op wel-weten. Mensen stellen zich vrijwillig bloot aan kruiswoordpuzzels, raadsels en detectives. Een moordverhaal zou niet leuk meer zijn als in hoofdstuk één uit de doeken werd gedaan wie de dader was. Het is lekker om te zoeken, te speuren en in het ongewisse te zijn. Maar wel met de belofte dat het verlangen naar kennis ooit bevredigd kan worden.

Niet iedereen is even nieuwsgierig, maar degenen die het wel zijn, hebben een aantal voordelen. Nieuwsgierige mensen hebben een beter probleemoplossend vermogen, komen makkelijker in een toestand van flow en staan meer open voor ervaringen. Het afnemen van nieuwsgierigheid blijkt

bovendien een van de eerste signalen van depressie.

Toch is er ook een keerzijde. Wie zich makkelijk laat meelokken door het onbekende, heeft bijzondere ervaringen, maar stelt zich ook bloot aan gevaar. Experimenteren met drugs, het beklimmen van steile bergwanden, het bezoeken van een sloppenwijk in Kaapstad: ongetwijfeld levert het kennis en ervaringen op die niet iedereen krijgt, maar is het dat waard? Cru gezegd: er komt een punt waarop je moet beseffen dat het bevredigen van je nieuwsgierigheid minder belangrijk is dan het behouden van je gezondheid of zelfs je leven.

Weglaten en verbieden

Waardoor wordt onze nieuwsgierigheid geprikkeld? Reclamedeskundige Roland van der Vorst schreef het boek Nieuwsgierigheid. Hoe wij elke dag worden verleid, dat deze maand uitkomt. Volgens Van der Vorst krijgt bijvoorbeeld in de reclame degene die het hardst schreeuwt, misschien eventjes de aandacht – maar degene die het verlangen naar meer-weten oproept, blijft het langst hangen. Het doelbewust verstoppen van informatie, het scheppen van verwarring of dingen onduidelijk laten zijn daar de beste middelen toe. ‘Als het goed is, raken mensen hierdoor gemotiveerd de informatie te gaan zoeken,’ stelt Van der Vorst. ‘Je wordt verleid door je eigen onwetendheid.’

Nieuwsgierigheid ontstaat volgens de reclame­deskundige doordat we gewezen worden op een tekort aan kennis. Dit kan heel direct, doordat iemand ons een vraag stelt: ‘Weet jij hoe lang de langste man ter wereld is?’

Maar indirecte methodes werken krachtiger. We worden vooral nieuwsgierig gemaakt als iemand informatie voor ons achterhoudt; als iemand ons laat weten dat hij iets weet wat wij nog niet weten. Dit is ook het recept van een goede thriller. De schrijver weet wat er gaat gebeuren en wie de moordenaar is, maar vertelt het u nog niet. Te veel achterhouden is echter weer niet goed: dit leidt tot frustratie en afhaken. Door telkens een beetje informatie te geven, wordt u gestimuleerd mee te denken en mee te zoeken. Dat maakte de Da Vinci Code bijvoorbeeld een echte pageturner.

Het ultieme achterhouden van informatie is natuurlijk een verbod. Van der Vorst beschrijft in zijn boek een veelzeggend Amerikaans onderzoek. Eerstejaarsstudenten kregen reclame te zien voor een roman. De helft kreeg te horen dat het boek alleen geschikt was voor 21 jaar en ouder, de anderen dat het voor alle leeftijden was. Wat bleek? De studenten die dachten dat zij de roman niet mochten lezen vanwege hun leeftijd wilden het boek liever lezen en dachten het meer te zullen waarderen dan degenen die geen leeftijdsverbod hadden gekregen. Slimme artiesten zetten dus juist op hun cd-hoesje dat de teksten niet geschikt zijn voor jonge luisteraars.

Big Brother: saai, maar verslavend

Er zijn natuurlijk ongelofelijk veel dingen die we niet weten, maar we zijn niet naar al die dingen nieuwsgierig. Ons gevoel van een kennistekort wordt groter naarmate we meer weten over een onderwerp. Zo zal degene die 45 staten van Amerika weet te noemen, nieuwsgieriger zijn naar de overige vijf dan degene die er maar tien kent. Een manier om mensen nieuwsgierig te maken, is ze dus juist eerst informatie te geven.

De Nederlandse psychologen Eric van Dijk en Marcel Zeelenberg onderzochten dit onlangs door mensen te laten kiezen tussen vijftien euro of een onbekend pakketje. Van geld weet je zeker dat het leuk is om te hebben, maar het maakt niet nieuwsgierig. Een mysterieus pakje is onzeker, want er kan iets in zitten wat je helemaal niet nodig hebt, maar het maakt wel nieuwsgierig. Van Dijk en Zeelenberg ontdekten dat mensen vaker het risico namen en voor het pakje kozen als de proefleider zei dat wat in het pakje zat, rond was. Alleen al deze vage informatie maakte mensen dus zo nieuwsgierig dat ze de vijftien euro vaker lieten schieten om hun nieuwsgierigheid te bevredigen.

Weten dat de informatie er is, of dat een ander iets weet maar jij nog niet, kan ook het gevoel van kennistekort versterken en de nieuwsgierigheid prikkelen. Zo worden ouders vaak meteen een stuk nieuwsgieriger naar het geslacht van hun ongeboren baby als de arts het al heeft kunnen zien. Als de informatie er is, dan wil je het weten ook.

Het omgekeerde bestaat evengoed: nieuwsgierigheid opwekken door een onbekende afloop te suggereren. Ik en met mij miljoenen Nederlanders waren verslaafd aan Big Brother 1. Aanvankelijk leek het me heel saai. Maar na een paar keer kijken naar de dagelijkse beslommeringen van Ruud, Sabine, Bart en de andere vrijwillig opgesloten deelnemers, liet het me niet meer los. Ik moest weten hoe het verder ging.

Volgens Roland van der Vorst werden we massaal nieuwsgierig gemaakt doordat Big Brother een open einde heeft. Wij zijn live getuige van wat er gebeurt. Er is geen geregisseerde afloop, en dat maakt het spannend. Ook al deden de bewoners meestal niets anders dan op de bank hangen en praten over oninteressante dingen, zoals de vraag of je wel of geen molton op je bed moet gebruiken – de kenners weten het vast nog: Bart vond van niet, Karin van wel –, de kijker wist nooit of er misschien opeens iets spannends ging gebeuren, en daarom bleef je ervoor thuis. Na de eerste serie wisten we dat er écht niets spannends gebeurt, dus haakten we weer massaal af bij de volgende series.

Poema in de binnenstad

Als íéts de nieuwsgierigheid prikkelt, zijn het wel merkwaardige zaken. Dingen die de verwachtingen verstoren, iets wat niet lijkt te kloppen in je wereldbeeld, of iets wat choqueert. Het Engelse woord voor nieuwsgierigheid, curiosity, verwijst daar ook naar. In de zestiende en zeventiende eeuw legden mensen rariteitenkabinetten aan. Nieuwsgierige bezoekers konden zich vergapen aan de verzameling curiositeiten zoals bijzondere planten- en diersoorten en misbaksels van de natuur, zoals Siamese tweelingen en mismaakte embryo’s op sterk water.

Een vreemd object op een bekende plek (er ligt opeens een heel groot blauw ei op je bureaustoel), een bekend object in een niet passende omgeving (een poema in de straten van Amsterdam), of iets nieuws en onbekends trekt onmiddellijk onze aandacht.

Britse hersenonderzoekers ontdekten begin dit jaar dat ook in het brein te zien is dat we geprikkeld worden door vervreemdende zaken. Door woorden op een onverwachte manier te gebruiken (bijvoorbeeld een zelfstandig naamwoord als werkwoord gebruiken, zoals Shakespeare vaak deed), raakt het brein geprikkeld. Je wordt gedwongen terug te redeneren en te bedenken wat een schrijver precies wil zeggen. Zoals een van de onderzoekers zegt: ‘Als het makkelijk te zien is hoe de stukjes van een puzzel in elkaar passen, raak je snel verveeld. Maar als de stukjes niet lijken te passen terwijl je weet dat ze dat wel zouden moeten, raakt het brein opgewonden.’

Onverwacht cadeautje

Waarom zijn onze hersenen zo gespitst op dingen die we niet begrijpen? Onzekerheid, chaos, twijfel, betekenisloosheid en verwarring roepen angst op, en de wil om die onzekerheid op te heffen. De menselijke geest is erop gericht feiten te verzamelen, meningen te vormen en theorieën te verzinnen in een poging de onbegrijpelijke dingen in deze wereld voorspelbaar te maken. Dat is meestal heel nuttig. Onderzoek heeft bijvoorbeeld al meerdere keren aangetoond dat mensen met traumatische ervaringen het snelst herstellen als ze op een of andere manier betekenis hebben kunnen geven aan hun leed.

Het zoeken naar betekenis in onverklaarbare dingen gaat vrijwel automatisch en onbewust. Er doet zich iets nieuws en onverwachts voor (je kijkt uit het raam en ziet een me’er op je dak staan); dat trekt de aandacht; je reageert emotioneel (je schrikt, je hartslag gaat omhoog en je begint wat te zweten) en vrijwel meteen daarna begin je verklaringen te zoeken voor het onverwachte (Wat doet hij daar? Is het voor mij bedoeld? Loop ik gevaar?). Als het lukt om het onbegrijpelijke begrijpelijk te maken (je herinnert je dat twee huizen verder een kraakpand is, en bedenkt dat dit waarschijnlijk ontruimd wordt vandaag), haal je opgelucht adem, je hartslag daalt en je gaat weer over tot de orde van de dag. De opvallende, buitengewone, aandachtvragende gebeurtenis verandert in een gewone, verklaarbare gebeurtenis die niet meer alle aandacht opeist.

‘Het goede van dit proces is dat mensen snel herstellen van negatieve ervaringen, maar het nadeel kan zijn dat we ook sneller “herstellen” van positieve ervaringen,’ stelt de Amerikaanse onderzoeker Timothy Wilson. Hij testte dit door mensen op straat te verrassen met cadeautjes. Aan sommige voorbijgangers werd verteld waarom en van wie ze het presentje kregen, en anderen werden in het ongewisse gelaten. Alle mensen waren blij met de onverwachte attentie, maar bij de groep die geen informatie kreeg en dus nieuwsgierig werd gemaakt, hield het plezierige gevoel langer aan.

Touwtje achter de deur

Het gekke is dat mensen zelf denken dat ze het prettiger vinden om in zo’n situatie niet onzeker te zijn. Krijgen we de keus, dan kiezen we er vrijwel allemaal voor om onze nieuwsgierigheid te bevredigen. Met als resultaat dat we minder lang genieten van een goed gevoel. Dit noemt Wilson ook wel de Plezier Paradox.

Wij denken dus dat we gelukkiger zijn als we de kennis die we zoeken gevonden hebben, maar in feite zijn we juist gelukkiger als we aan het zoeken zijn. De jacht is leuker dan de vangst. Wellicht is dat waarom mijn katten een touwtje dat half achter een deur verborgen is veel interessanter vinden dat hetzelfde touwtje open en bloot op de kamervloer.

En wees eerlijk: de hevigste verliefdheden in uw leven waren vast die waarbij u onzeker was over de gevoelens van de ander, of waarbij er dingen onduidelijk of onbegrijpelijk voor u waren. Het nadeel van al te grote openheid is dat de magie verdwijnt. Wilt u dat de ander geboeid en nieuwsgierig naar u blijft? Creëer dan een beetje mysterie, doe af en toe iets onverwachts en houd een aantal dingen nog even voor uzelf.