Dus haast ik me elke donderdagavond na een snelle bedtijdkus naar een kerk in Buitenveldert. Klokslag acht uur heft de dirigent zijn handen. Dan wordt het twee uur lang stil in ons hoofd.

Samen doen doet meer dan praten

Samen doen doet meer dan praten

Een film kijken, een rondje hardlopen of gewoon een beetje meegalmen met de radio... Bij alles wat j...

Lees verder

We oefenen, noteren gewetensvol aanwijzingen in onze bladmuziek, bladeren terug, proberen het nog een keer. Soms is het hopeloos. Soms zomaar mooi. Dan zijn we even geen zestien eigenwijze types met eigen levens, maar één muzikaal wezen dat aan de vingers van de dirigent bungelt als een grote ademende zeepbel aan het stokje van een straatartiest.
Dat is het gevoel waar we allemaal voor gekomen zijn.

Het grappige is dat ik geen van mijn koorgenoten echt ken. Van de meesten weet ik niet eens wat ze overdag doen, of met wie ze getrouwd zijn. Maar dat blijkt ook helemaal niet nodig om ons toch enorm betrokken te voelen. Wij maken samen klank, geen woorden.

Praten is maar één manier om contact te maken, realiseer ik me steeds vaker – en ook nog eens een hopeloos overschatte manier. Al was het maar omdat alle avonden met goeie gesprekken enorm op elkaar lijken als je door je oogharen kijkt. (Twee mensen aan tafel, borden en een open fles wijn, om de beurt praat iemand, de ander luistert. Gaap.) Terwijl er zoveel meer dingen zijn die je samen kunt doen! Een eind fietsen, lindy hoppen, de schuur uitruimen, samen het tuinhek beitsen… Zo’n gedeelde zintuiglijke ervaring blijft je langer bij en geeft je ook nog eens sneller het fijne gevoel van verbondenheid dan een avondje klagen over je ex, weet psycholoog en beïnvloedingsexpert Robert Cialdini.
‘Als mensen in eenheid handelen, worden ze een eenheid,’ schrijft hij in zijn nieuwste boek. ‘Het effect is vergelijkbaar met dat van familieverwantschap: een gevoel van wij-zijn, samensmelten en het vervagen van de grens tussen het “zelf” en anderen.’
Daar veerde ik op, want dat is precies wat mijn koorgenoten en ik herkennen – al hebben we het daar dus nooit over, want we beperken ons geklets tot een kwartiertje theepauze. Daarna gaan we weer lekker doen waarvoor we gekomen waren.

Komend seizoen zingt een van mijn liefste vriendinnen mee, wat heerlijk is, want ze hoort bij die mensen die ik al jaren vaker zou willen zien dan lukt. Ik weet nu al dat we elkaar lekker weinig zullen spreken. En jemig, wat verheug ik me daar op.