Goede vrienden zijn trouw, royaal en open. Maar we kennen ook vriendschappen waarbij deze eigenschappen geen cruciale rol spelen. Dat is tenminste de stelling van de Amerikaanse psychologe Susie Orbach. Volgens haar zijn er twee soorten vriendschappen: vrienden met wie je een chemische uitwisseling hebt en vrienden die bij bepaalde fases van het leven horen. Bij de eerste groep ‘klikt het gewoon’.

Mensen voelen een intieme verbondenheid met elkaar en spannen zich in om het contact goed te houden. Dit zijn volgens Orbach de trouwe vrienden voor het leven. De tweede groep bestaat uit mensen met wie de persoonlijke band veel minder sterk is, maar die goed aansluiten bij behoeften die op dat moment spelen. Veranderen iemands behoeften, dan kan dit het einde van de vriendschap betekenen.

De meeste vriendschappen beginnen op het moment dat mensen iets praktisch met elkaar delen. Bij sommigen blijft het op dit niveau steken, anderen zullen doorstoten naar de groep van intieme vrienden. Of dat gebeurt hangt niet alleen samen met iemands persoonlijkheid, maar ook met de lengte en de frequentie van het contact. Uit onderzoek van de Groningse sociaal psycholoog Bram Buunk, blijkt dat verreweg de meeste mensen hun vrienden op de middelbare school, in hun studententijd of op het werk hebben leren kennen.

Nét even anders

Onderzoeken van de Amerikaanse sociaal-psycholoog Donn Byrne laten zien dat we ons aangetrokken voelen tot mensen die dezelfde opvattingen hebben als wijzelf. Ieder mens heeft de diepgewortelde angst dat zijn visie op de dingen des levens niet klopt en het is dan ook aangenaam iemand te ontmoeten die het met ons eens is. We zijn bovendien geneigd daar de conclusie aan te verbinden dat die persoon ons aardig vindt. De overeenkomsten moeten echter weer niet te groot worden. Vooral wanneer het om iemands persoonlijkheid gaat, hebben veel mensen een voorkeur voor vrienden die veel op hen lijken, maar die in een aantal opzichten nét even anders zijn.

Vrienden lijken niet alleen qua opvattingen en persoonlijkheid op elkaar. Uit veel onderzoeken blijkt dat vrienden vaak ongeveer dezelfde leeftijd en opleiding hebben en uit dezelfde sociale klasse komen. Maar de overeenkomsten gaan nog een stapje verder: mannen en vrouwen gaan liever met hun eigen sekse om. Volgens veel onderzoekers klopt het cliché over mannen- en vrouwenvriendschappen: mannen hebben instrumentele vriendschappen; ze ondernemen samen dingen en helpen elkaar met praktische zaken. Vrouwen hebben emotionele vriendschappen, waarin het voeren van gesprekken over gevoelens en emotionele ondersteuning centraal staan.

De monocultuur wordt compleet doordat vrijgezellen het liefst met vrijgezellen omgaan en gehuwden met gehuwden. Een aanzienlijk percentage van de vriendschappen sneuvelt dan ook wanneer een van de vrienden een vaste levenspartner krijgt.

Emotionele ondersteuning

Vrienden die ons levenslang trouw blijven, zullen dus vooral mensen zijn die op ons lijken én op ons blijven lijken. Het is dan ook wonderlijk dat de meeste vriendschappen stuklopen wanneer een van beiden gaat verhuizen. Volgens sociologe Van Busschbach komt dit doordat mensen ook bij een vriendschap geneigd zijn de kosten en baten te wegen. De baten zijn bijvoorbeeld gezelligheid, leuke dingen doen en emotionele ondersteuning. Bij een verhuizing beginnen mensen een nieuw leven en zetten ze de boel vaak eens grondig op een rijtje. Vriendschappen die weinig hebben opgeleverd, verwateren dan snel.

Er is echter een uitzondering op deze regels. Vriendschappen die al heel lang duren, hebben een streepje voor. In de loop der tijd raken de levens van vrienden zo verweven, dat verbreken bijna geen optie meer is. Ook speelt mee wat we cognitieve dissonantie noemen: ik heb al zoveel geïnvesteerd, dit moet wel een heel kostbare vriendschap zijn. De vrienden die al meer dan vijftien jaar aan je zijde staan, zullen waarschijnlijk levenslang bij je blijven. Voor de rest van de vrienden geldt: zorg dat je op elkaar blijft lijken en dat de weegschaal der kosten en baten niet te veel uit balans raakt. n

Product manager Joyce Scholten (25) en information officer Bas de Boer (27) zijn tien jaar bevriend.

‘Bas was eigenlijk een vriend van mijn ex. We gingen weleens met zijn allen stappen en dat was altijd erg gezellig. In de periode dat onze relatie uitging, verwaterde ook de vriendschap tussen Bas en mijn ex. Om die reden vond ik dat ik het best kon maken om Bas een keer te bellen.

‘Sinds dat telefoontje zijn we vrienden. Bas is iemand bij wie ik helemaal mezelf kan zijn. Hij is erg open en daardoor is het – zelfs voor een gesloten iemand als ik – makkelijk om openhartig met hem te praten. Bas heeft altijd leuke en aparte ideeën. Met hem beland je onverwacht bij een Braziliaanse cultfilm of maak je een tocht met een rondvaartboot door je eigen stad.

‘Volgens mij komt het niet zo gek vaak voor dat een man en een vrouw al zo lang bevriend zijn. Toch merk ik in de vriendschap weinig van ons sekseverschil. Volgens mij is onze vriendschap bijzonder omdat Bas een bijzonder mens is en heeft het niets te maken met het feit dat hij een man is. Wel merk je soms dat anderen er raar tegen aankijken. Als je kennissen in de stad tegenkomt, dan denken ze meestal dat we een relatie hebben. Zelfs al zeggen we dat dat niet zo is. Ergens snap ik dat wel. Bas is echt de ideale man, dus eigenlijk is het best vreemd dat ik niet op hem val. Maar er is gewoon helemaal geen seksuele spanning tussen ons, van geen van beide kanten. En dat is toch echt nodig voor een relatie.’

Regisseur Joke Menssink (50) en levenskunstenaar Ingrid van der Waals (63) wonen op twee woonboten die naast elkaar liggen. Zij zijn al twintig jaar buren en goede vrienden.

‘Ingrid is zeer regelmatig mijn sparringpartner als ik voorstellingen maak. We zijn allebei geïnteresseerd in verhalen vertellen, maar we benaderen dingen verschillend. Ingrid heeft veel oog voor de grafische kant en voor details. Ze heeft de extreme gave om dingen te bekijken binnen het kader waarin het gebracht wordt. Ze kan goed verwoorden waarom iets haar wel of niet bevalt en is daar heel oprecht in. Haar reactie wekt bij mij weer een reactie op. Er gaat iets open dat geheel nieuwe invalshoeken geeft.

‘Onze vriendschap is niet alleen in artistiek opzicht belangrijk. Ingrid is er niet alleen als het goed gaat, maar durft alle schakeringen van het leven aan die we op ons pad tegenkomen. Ook de rottigheid en de kloterigheid. Dat vind ik echte vriendschap. We voelen elkaar ook heel goed aan. Als ik alleen al over haar boot loop, voel ik wat haar stemming is.

‘We zijn heel verschillend. Ik ben erg explosief en werk en denk chaotisch, terwijl Ingrid niet gauw ruzie maakt en ordelijk is. Maar onder haar orde zit chaos en onder mijn chaos zit orde.

‘Onze levenswaarden lijken wel veel op elkaar. We houden beiden van onverwachte dingen en avontuur. Op de een of andere manier trekken we dat ook aan: dan komt er onverwacht een cameraploeg langs, dan staat er om drie uur ’s nachts een schipper voor de deur met verse haring of logeren er acteurs uit Zambia bij ons. Er is hier nooit wat te gek.’