De rust van vroeger komt niet meer terug, verzucht een hoogleraar op een psychologiecongres. ‘Het moderne leven is haastig, oude zekerheden raken verloren voor nieuwe waarheden, die elkaar steeds sneller opvolgen. Mensen zijn gedwongen om zich in korte tijd en onder hoge druk aan steeds nieuwe omstandigheden en ideeën aan te passen.’

Kalmeer je lichaam, kalmeer je geest
Training

Kalmeer je lichaam, kalmeer je geest

  • Leer je omgaan met overprikkeling en overspoeling 
  • Ontwikkel je meer lichaamsbewustzijn
  • Creëer je meer balans met behulp van de polyvagaaltheorie
Bekijk de training
Nu maar
55,-

Nee, dit gaat niet over onze huidige haastcultuur: deze woorden werden honderd jaar geleden uitgesproken door de Leidse hoogleraar Jelgersma. Jelgersma uitte zijn zorgen over de snelheid waarmee de wereld toen veranderde, en waarschuwde dat dit tempo weleens een opgejaagd gevoel en nieuwe psychische problemen met zich mee kon brengen.

Haastig leven, snelle veranderingen, hoge druk? 1907 klinkt nog als een oase van rust, zonder voorbijrazende auto’s, irritante ringtones, overvolle agenda’s, de onophoudelijke stroom e-mail en de 24-uurseconomie. Maar blijkbaar hadden mensen het toen ook al ‘te druk’.

Opgejaagd gevoel

Bijna de helft van de bevolking heeft minstens één dag per week een opgejaagd gevoel, en dan met name de vrouwen. Dat blijkt uit cijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Zelfs in onze vrije uren, waarin we zouden moeten bijkomen, voelen we die tijdsdruk: 40 procent van de volwassenen heeft in zijn vrije tijd soms of vaak een opgejaagd gevoel.

Maar er is iets vreemds aan de hand: tegelijkertijd hebben we namelijk meer vrije tijd dan ooit. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat op het land zwoegen is er niet meer bij, laat staan werkdagen van 12 uur in de fabriek. We zijn minder gaan werken en hebben meer mogelijkheden om leuke dingen te doen.

Mochten we dan nog te weinig tijd hebben, dan is er een breed scala aan tijdbesparende uitvindingen en snufjes. Gooi een kant-en-klare maaltijd in de magnetron en het eten staat op tafel, en de wasmachine maakt het eindeloze gezwoeg van maandag-wasdag met één druk op de knop overbodig. Een langere levensverwachting geeft ons daarnaast een zee aan extra dagen om dingen te doen.

Waar blijft die tijd dan? Waarom lijkt het gevoel van tijdnood alleen maar sterker te worden?

Loopsnelheid

Voor een deel is onze jachtigheid goed te verklaren vanuit ons hogere levenstempo. Want in de afgelopen eeuw, en met name de afgelopen decennia, is alles om ons heen een stukje versneld.

We lachen ons nu dood om de slakkengang waarmee onze computers tien jaar geleden ratelend en steunend een website laadden. En als we per ongeluk naar een zwartwitfilm zappen, dan vallen we bijna in slaap bij de urenlange blikken die de hoofdpersonen met elkaar wisselen.

Duurde het een paar decennia terug nog minstens een week voordat je een brief naar Amerika had gestuurd en antwoord had gekregen, nu sturen we een mailtje en hebben we soms al binnen vijf minuten antwoord.

Dat snellere tempo zit niet alleen in onze omgeving, maar is ook in onszelf geslopen, wordt duidelijk uit onderzoek. In 1997 vergeleek de Amerikaanse psycholoog Robert Levine het levenstempo van verschillende steden over de hele wereld.

Hij keek daarvoor naar drie kenmerken: de snelheid waarmee voetgangers over een brede stoep in de binnenstad liepen; de tijd die een postbeambte erover deed om een postzegel af te rekenen; en de stiptheid van openbare klokken.

West-Europese steden bleken het hoogste tempo te hebben, in de Latijns-Amerikaanse ging het leven – niet heel verrassend – het traagst. Hoe meer industrialisatie en individualisme, hoe hoger het levenstempo is, concludeert Levine.

In 2007 herhaalde de Britse psycholoog Richard Wiseman het onderzoeksgedeelte van de loopsnelheid, en vergeleek zijn uitkomsten met die van ­Levine. Hij deed een interessante ontdekking: we zijn tussen 1997 en 2007 over de hele wereld gemiddeld 10 procent harder gaan lopen.

Minder moe, meer energie
Training

Minder moe, meer energie

  • Inspirerende sessies voor meer inzicht in je vermoeidheid
  • Tools om je energie weer op te bouwen
  • Met gezondheidszorgpsycholoog Annemarieke Fleming
Bekijk de training
Nu maar
55,-

Singapore staat bovenaan de lijst van snelst wandelende steden, met een gemiddelde snelheid van 6,24 kilometer per uur. Dat is maar liefst dertig procent sneller dan tien jaar daarvoor. Utrecht staat op de negende plaats, vlak achter New York.

Als een sneller tempo in een maatschappij eenmaal gewoon is geworden, kan het nauwelijks nog vertraagd worden, schrijft de Duitse wetenschapsjournalist Stefan Klein in zijn boek Tijd. Een gebruiksaanwijzing.

Snelheid werkt verslavend, legt hij uit. Klein: ‘Het dagelijkse gejacht en de stroom indrukken brengen ons in een toestand van voortdurende stimulatie, waardoor we ons alert voelen.’ En hoewel we achteraf vaak niet precies kunnen aangeven wat we hebben bereikt in zo’n haastdag, voelen we ons geweldig nuttig en efficiënt door de snelheid ervan.

Slechte concentratie

Maar er moet meer aan de hand zijn dan dat hogere levenstempo. Want ook in 1907 had men het druk, en niet iedereen heeft evenveel moeite met de hogesnelheidsmaatschappij. Blijkbaar is een opgejaagd gevoel ook iets dat in onszelf zit.

De Amerikaanse onderzoekster Carol Kaufman-Scarborough was daarom benieuwd welk soort mensen nu vooral aan een chronisch tijdsgebrek lijdt. Zijn het de ongeorganiseerde chaoten? Of misschien mensen die steevast te veel taken en verplichtingen op zich nemen?

Het antwoord bleek verrassend. Zo had tijdsdruk die van buitenaf wordt opgelegd, geen duidelijke rol bij het opgejaagde gevoel van drukte. Werknemers die veel uren moesten maken op hun werk of de zorg voor kinderen hadden, voelden zich even gehaast als mensen met minder werkuren, of zonder kinderen. Ook bleek het weinig uit te maken of iemand zijn tijd efficiënt indeelde of een regelrechte chaoot was zonder to-do-lijstjes en planning.

Nee, het verband dat Kaufman-Scarborough vond, was dat proefpersonen die last hadden van een opgejaagd gevoel en tijdsnood, opvallend vaak positief antwoordden op de stelling: Als ik met iets bezig ben, denk ik vaak aan iets anders. Het zijn dus vooral dagdromers die lijden aan een opgejaagd gevoel, concludeert ze.

Deze groep had inderdaad moeite om taken op tijd af te krijgen, rende vaak tegen sluitingstijd naar de winkel en kwam te laat op afspraken. Doordat hun gedachten alle kanten op gaan, verklaart Kaufman-Scarborough, zijn dagdromers niet gefocust op de taak waarmee ze bezig zijn, en komen ze steevast in tijdnood.

Ha, post!

Ook Stefan Klein ziet een gebrek aan concentratie als een van de grootste oorzaken van een gejaagd gevoel. Wie zijn aandacht makkelijk laat afleiden door andere dingen, zoals pratende collega’s of afdwalende gedachten, moet telkens opnieuw beginnen aan de oorspronkelijke taak. En dat kost tijd. Volgens arbeidspsychologen duurt het maar liefst vijftien minuten voordat je met je aandacht helemaal in een taak zit.

Bovendien is het moeilijk voor slechte concentreerders om overzicht te houden over hoofd- en bijzaken. Nieuwe prikkels en taken lijken allemaal even dringend, sterker nog: elke nieuwe prikkel lijkt dringender dan de vorige.

Je hebt je bijvoorbeeld voorgenomen om nu eindelijk eens de keukenkastjes uit te mesten, maar bedenkt halverwege dat je beter eerst nog even de was in de wasmachine kunt doen, dan draait die al – lekker efficiënt.

Je loopt dus naar boven om de wasmand te halen, maar ziet onderweg een plant die staat weg te kwijnen. Snel geef je hem water, en hoort tegelijkertijd de post op de mat ploffen. Ha, post! Je rent ernaartoe.

Wie gemakkelijk is afgeleid, eindigt met een berg onafgemaakte taken én een opgejaagd gevoel. En onafgemaakte taken nemen weer ruimte in ons hoofd in, waardoor het nog moeilijker is om ons op één ding te concentreren.

Nieuwe prikkels wegen zwaarder

Onze huidige tijd maakt het steeds lastiger om de aandacht erbij te houden. Door telefoontjes, sms’jes, e-mails, muziekjes, druk verkeer, schreeuwende reclames, ringtones en beeldschermen wordt er dagelijks een grote stroom van indrukken en afleiders op ons afgevuurd.

Bij onze voorvaderen die nog jaagden en verzamelden, was het van levensbelang om aandacht te besteden aan nieuwe prikkels, zegt Klein. Eke verandering in de omgeving kon iets belangrijks betekenen: gevaar, voedsel, een prooi.

Dus als er iets in onze omgeving verandert, trekt dat onze aandacht – of we nu willen of niet. Bovendien worden we alert van nieuwe impulsen, zoals onze voorvaderen hun oren spitsten bij elke vorm van nieuwe ­informatie.

Daarom is het moeilijk om binnenkomende e-mails en sms’jes te negeren, ook als we weten dat die meestal niet dringend zijn. Met elke nieuwe impuls stijgt onze alertheid, maar wordt het tegelijk moeilijker om onze aandacht op één ding te concentreren. Het gevolg: een opgejaagd gevoel en een hoop taken die maar niet opschieten.

Volgens trainer en coach Petra Megens krijgen we door een overbelast brein en een overload aan prikkels symptomen die lijken op ADHD: we zijn snel afgeleid, verstrooid, rusteloos, hebben het gevoel dat we onderpresteren en maken taken zelden af.

Dat leidt tot een vicieuze cirkel. ‘Omdat je het overzicht kwijt bent, ren je extra hard rond en doe je kleine dingen die op je pad komen, om in elk geval de voortgang erin te houden. Druk zijn geeft de illusie dat je de situatie meester bent,’ schrijft ze in haar pas verschenen boek Knetterdruk. Werken in deze hyperactieve tijd.

Niet storen

De oplossing tegen de een opgejaagd gevoel lijkt dus voor de hand te liggen. Af en toe ontsnappen uit het hoge tempo van onze maatschappij om op adem te komen, en vooral: ons op één ding tegelijk concentreren.

Als we werken, zijn we bezig met één taak tegelijk, zonder ons alvast zorgen te maken over ‘straks’. Desnoods zetten we de telefoon en Outlook een poosje uit, en hangen we een bordje ‘niet storen’ op de deur.

En als we pauze houden of vrij hebben, dan doen we dat vol overgave zodat we er goed van uitrusten. Megens: ‘Mensen die knetterdruk zijn, laten dat soort dingen vaak achterwege. Ze slapen bijvoorbeeld te weinig, eten en drinken niet goed en slaan pauzes over. Omdat ze het te druk hebben. Maar juist door goed voor jezelf te zorgen, kun je je beter concentreren en lukt alles beter op een dag.

Toch blijft het lastig om te laveren tussen alles wat we moeten en willen. Er is namelijk nog een laatste complicerende factor die maakt dat we ons vaak suf haasten: er is te veel mogelijk. Alles uit het leven willen halen: het klinkt prachtig. Maar in feite is het een enorme klus, die vooral gejaagdheid met zich meebrengt.

Zo vonden Amerikaanse onderzoekers dat ons gevoel van tijdsdruk gelijk op gaat met een toename in het aantal manieren om ons te vermaken in onze vrije tijd. Zélfs als we tegelijkertijd minder tijd hoeven te besteden aan werk en karweitjes thuis.

Een overvloed aan keuzes kan leiden tot een gevoel van gejaagdheid om alles wat je niet kunt doen, zegt David Ackerman, een van de onderzoekers. In een afgelegen streek waar weinig te doen is, voelt het leven een stuk minder gehaast, terwijl je er misschien harder moet werken.

Moet alles echt?

Uit onderzoek blijkt dat al die tijds­besparende technologie vooral onze eisen heeft doen toenemen. Door de komst van de wasmachine zijn we vaker gaan wassen. Door sneller en beter vervoer overbruggen we langere afstanden en maken we juist meer reisuren: tussen 1975 en 2000 steeg onze reistijd van 6,6 uur per week naar 8,4 uur.

Een oma die in een uithoek van het land woont zouden we een halve eeuw geleden weinig bezoeken omdat het onmogelijk was, maar nu voelen we ons een ‘slecht kleinkind’ als we niet gaan – twee uur rijden is toch best te doen?

En omdat zoveel dingen tegenwoordig wel kunnen – onze mail checken op de telefoon, een baan ver van onze woonplaats, even een weekendje naar Madrid – hebben we geen reden om het niet te doen.

Tenminste, dat dénken we. Maar is een opgejaagd gevoel niet een goede reden om het rustiger aan te doen? Wees verstandig en gun jezelf een weekje ­Madrid (of langer). En laat je dan niet meeslepen door het snelle tempo: Madrid staat op de derde plaats met snelst lopende voetgangers.