Soms mag ik heel even mijn spreekkamer uit om de mensheid op een andere plek te dienen. Zo werd ik laatst naar het Tropenmuseum in Amsterdam geroepen voor een lezing tijdens Heartbreak Hotel, een manifestatie over liefdesverdriet. Het werd een mooie, maar ook een tikje droevige ochtend.

‘Je bent de eerste therapeut die ons wegstuurt’

‘Je bent de eerste therapeut die ons wegstuurt’

Dirk zit graag wijdbeens en onderuitgezakt, maar vandaag is zijn manspread breder dan ooit. Zijn gez...

Lees verder

In plaats van de beloofde ‘tachtig à negentig mensen’ kwamen er hooguit vijftien personen naar het mooie museum, maar die waren dan ook tot op het bot gemotiveerd om alles over liefdesverdriet te weten te komen. Na mijn inleidende praatje vuurden ze de ene na de andere vraag op me af. Hoe overleef je het als je ex meteen weer een nieuwe liefde heeft gevonden? Hoe kom je bij je boosheid als je nooit hebt geleerd om boos te worden? Wat doe je als je ex je heeft gebruikt om een Nederlands paspoort te krijgen en je daarna dumpt? Het mooie was dat de deelnemers zulke vragen durfden te stellen, het droevige dat ik weet dat de antwoorden niet makkelijk zijn.
Psychotherapie voor mensen met liefdesverdriet bestaat uit twee delen, omdat de tijd na een relatiebreuk ook twee fasen kent. In de eerste, chaotische fase gaan cliënten over een emotionele achtbaan. Therapeuten kunnen dan hooguit proberen ervoor te zorgen dat ze niet ontsporen.
Dat is niet zo simpel als het klinkt, omdat liefdesverdriet mensen behoorlijk wanhopig kan maken. Sommigen stalken hun ex, sturen eindeloos veel boze berichtjes of horen vrienden en familie uit; alles om te bewijzen dat de ooit zo teerbeminde ex is veranderd in een misdadige leugenaar.
In de tweede fase, als de meeste praktische zaken zijn geregeld, wordt het rustiger. Pas dan kan een therapeut helpen om het verbreken van de relatie te verwerken. In plaats van woede komt nu het verdriet naar buiten. Mensen zien in deze fase in wat hun eigen aandeel in de relatie en het verbreken daarvan is geweest.

Mijn lezing was dus weer eens uitgedraaid op een therapiesessie. Een sessie met vijftien cliënten, welteverstaan. Dat is ingewikkelder dan een individueel consult, zeker als die vijftien mensen in verschillende fasen van liefdesverdriet verkeren.
Een jonge vrouw uit het publiek ontliep haar ex waar ze maar kon, om zijn geluk met een nieuwe vlam maar niet te hoeven zien. Ik adviseerde haar om het contact inderdaad nog maar even te vermijden, zodat ze tot rust kon komen. Dit schoot een andere vrouw, die kortgeleden voor de tweede keer was gescheiden, in het verkeerde keelgat. ‘Zegt u daarmee dat ik mijn ex niet mag spreken, ook niet als we iets over de kinderen moeten beslissen?’ vroeg ze streng. ‘Hoe kan ik ooit boos worden als ik mijn ex niet meer mag zien?’ viel de man die nooit had geleerd om boos te worden haar bij. Tja. Zoals ik al zei: bij liefdesverdriet bestaan er geen gemakkelijke antwoorden.

Jean-Pierre van de Ven beantwoordt in de videoreeks ‘Dr. Love’ vragen over de liefde