De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Hoe is het om een tweeling te zijn?

Waar houdt de één op en begint de ander? Voor eeneiige tweelingen is die vraag niet zo makkelijk te beantwoorden. 'Het besef dat wij twee individuen waren, kwam behoorlijk binnen.'

In deze video vertellen de tweelingen Arnout & Sander (35), Willemijn & Sanderijn (42) en Gerrie & Jannie (54) meer over hoe het is om een tweeling te zijn. Over de leuke kanten (‘Je heb je vriendin altijd bij je’), maar ook de moeilijke (‘Ik zag de ander als mijn concurrent’).

Eeneiige tweelingen over loskomen: ‘Ik wilde niet in één adem genoemd worden met haar’

Eeneiige tweelingen over loskomen: ‘Ik wilde niet in één adem genoemd worden met haar’

Waar houdt de een op en begint de ander? Voor eeneiige tweelingen is die vraag niet zo makkelijk te ...

Lees verder

Van ‘wij’ naar ‘ik’

Bij toeval splijt het allerpril-ste begin van een leven – een klompje cellen in de baarmoeder nog maar – in tweeën. Einde verhaal, zou je denken. Maar nee; de twee losse celklompjes groeien onverstoorbaar verder. Zo ontstaat er niet één baby, maar een eeneiige tweeling.

Ook buiten de baarmoeder groeien eeneiige tweelingen op onder unieke omstandigheden; met een genetisch identiek leeftijdsgenootje dat veelal dezelfde dingen meemaakt. Dat resulteert in een bijzondere relatie, maar ook een die de individuele telgen van een tweeling voor een fikse opgave plaatst. Vooral als ze niet langer ‘wij’ willen zijn, maar ook ‘ik’.

De meest basale uitdaging in het ontdekken van een eigen identiteit komen tweelingen – zowel een- als twee-eiig – al vroeg tegen. Neem de tweeling Mels en Mats, samen in een buggy. Er rent een grote hond naar de buggy die het duo besnuffelt. Mels voelt dat hij schrikt en ziet die schrik tegelijkertijd terug op het gezicht van zijn broertje. ‘Door de koppeling tussen je eigen ervaring en die waargenomen reactie bij de ander is het moeilijk om uit te vogelen waar jij zelf ophoudt en je broertje of zusje begint,’ zegt emeritus-hoogleraar kinderpsychiatrie Frits Boer, gespecialiseerd in broer-zusrelaties.
Ook wanneer de tweelingen hebben uitgedokterd dat ze géén eenheid vormen, blijft de relatie hecht. ‘Tweelingen maken veel samen mee. Ze weten als geen ander hoe ze elkaar kunnen steunen, troosten, moed inpraten,’ aldus Hester van Wingerden, die tweelingen coacht in hun persoonlijke ontwikkeling. Die prominente rol in elkaars leven leidt soms tot de onbewuste veronderstelling dat de een niet gelukkig mag zijn als het niet goed gaat met de ander.

Lees de volledige interviews in Psychologie Magazine of hier over eeneiige tweelingen.

49307