Zo vertelt hij over de Amerikaanse jazzmuzikant Keith Jarrett die geen concert wilde geven op een onbespeelbare piano (het ding was oud, te klein voor zo’n grote zaal, niet goed gestemd) maar het uiteindelijk tóch deed omdat hij medelijden had met het 17-jarige meisje dat het concert had georganiseerd. Die avond gaf hij het concert van zijn leven.

Aanpassen
Hoe dat kan? Jarrett moest zijn manier van spelen aanpassen om de obstakels te omzeilen. Zo beperkte hij zich tot de middelhoge tonen van het klavier om de valse noten te vermijden. En om het gebrek aan vermogen te compenseren, moest hij staand zijn basmotieven herhalen. Hierdoor klonk het stuk energiek en rustig tegelijk.

Beren
Volgens Tim Harford is het logisch dat Jarrett in eerste instantie niet wilde spelen. Immers: waarom zou je het jezelf moeilijk (of onmogelijk) maken? Nou, omdat het in je voordeel werkt. Want Jarrett was geen geval op zich. ‘Verstoringen helpen ons problemen op te lossen,’ zegt Harford. ‘Maar, zo voélen we dat niet. Het voelt alsof ze ons in de weg staan … en dus verzetten we ons ertegen.’

Als ultiem voorbeeld noemt hij stoorzender Brian Eno die bands zoals U2 en wereldsterren zoals (wijlen) David Bowie in de studio bizarre opdrachten gaf zoals ‘verwissel allemaal even van instrument’ of ‘focus je op de meest gênante details. Vergroot ze.’ Hoewel de muzikanten die opdrachten haatten, werden hun albums er wel beter van. Dus… de eerstvolgende keer dat je een paar beren op de weg ziet staan weet je wat je te doen staat. Omarm ze vol overgave.

Bron: Ted Global. Tim Harford. How frustration can make us more creative