Van slachtoffer naar dader

John is de middelste van drie kinderen, weinig sportief en aan de zware kant. Zijn vurigste wens is dat zijn vader trots op hem is, maar de man heeft slechts minachting voor zijn zoon. Hij vindt hem een zwakkeling en moederskindje, en vergelijkt de jongen voortdurend met zijn twee zussen.

Inge Schilperoord: ‘Ben ik wel zo anders dan de mensen die ik behandel in de gevangenis?’

Inge Schilperoord: ‘Ben ik wel zo anders dan de mensen die ik behandel in de gevangenis?’

Waarom gaat de een het foute pad op en de ander niet? Deze vraag fascineert forensisch psycholoog In...

Lees verder

Een van Johns vroegste herinneringen is dat hij door zijn vader met een riem wordt geslagen. Zijn vader beukt op een dag zelfs zo hard met een bezemsteel op hem in, dat hij bewusteloos raakt.

Tijdens zijn jeugd staat John voortdurend bloot aan zijn vaders kleineringen en afranselingen. Ook wordt hij seksueel misbruikt door een vriend van de familie. Iets wat hij niet aan zijn vader durft te vertellen omdat hij bang is dat zijn vader zal zeggen dat hij het heeft uitgelokt.

De kleine John droomt ervan om later politieman te worden. Maar het loopt anders: in plaats van bij de politie terecht te komen eindigt hij achter de tralies. Hij groeit uit tot een van de beruchtste seriemoordenaars van de Verenigde Staten. John, die inmiddels getrouwd is en vader van twee kinderen, misbruikt door de jaren heen tientallen jongens.

Hij wordt uiteindelijk ter dood veroordeeld voor de verkrachting van en moord op 33 jongens en mannen, van wie de lichamen in de kruipruimte onder zijn huis worden gevonden. Van een slachtoffer is John Wayne Gacy veranderd in een dader.

Ontgroeningen

En hij is niet de enige, zegt Martine Kamphuis, psychiater, schematherapeut en behandelcoördinator. Als behandelaar heeft ze vaak te maken met het verschijnsel dat mensen die zelf slachtoffer zijn zich later tot dader ontwikkelen. ‘Het kan gebeuren wanneer iemand iets traumatisch meemaakt in zijn kindertijd, maar ook als iemand op latere leeftijd slachtoffer wordt.’

Volgens Kamphuis (die haar schrijverspseudoniem gebruikt om te voorkomen dat patiënten haar herkennen) duikt het patroon overal op. ‘Oorlogsgetroffenen die hun kinderen terroriseren, zedendelinquenten die als kind misbruikt zijn, pestkoppen die zelf zijn getreiterd…’ Maar het komt bijvoorbeeld ook voor bij ontgroeningen, weet ze uit research voor haar nieuwe fictieboek Alibi.

‘Bij ontgroeningen treedt de geweldscyclus op in sterk ingedikte vorm, in een heel kort tijdbestek.’ De excessen waarop ze stuitte verbaasden haar. ‘Poep in haren smeren, door slachtafval kruipen, flesjes water leegdrinken waar een goudvis in zit, zoveel water drinken dat je een watervergiftiging oploopt. Vernedering komt in allerlei gedaantes, en degenen die het ene jaar de slachtoffers zijn, kunnen het volgende jaar de daders worden.’

Een kind dat zelf gaat misbruiken

Niet ieder slachtoffer ontpopt zich later natuurlijk tot dader. Maar wetenschappelijk onderzoek laat zien dat die kans bij slachtoffers wel groter is dan bij anderen. Zo blijkt bijvoorbeeld uit een rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie dat wie als kind is mishandeld, een groter risico loopt om als volwassene zijn eigen partner of kinderen te mishandelen.

7 gevaarlijk aantrekkelijke kanten van een crimineel

7 gevaarlijk aantrekkelijke kanten van een crimineel

Mannen om met een boogje omheen te lopen, zou je zeggen. Maar sommige vrouwen vallen juist voor moor...

Lees verder

Een onderzoek dat werd gepubliceerd in British Journal of Psychiatry liet zien dat een op de drie mannelijke kindermisbruikers zelf als kind is misbruikt; in een controlegroep van niet-zedendelinquenten was dat het geval bij een op de tien. En Noorse onderzoekers ontdekten een overlap tussen de groep pesters en pestslachtoffers: in de onderzochte lagereschoolklassen behoorde 30 tot 50 procent tot beide groepen.

Op basis van literatuuronderzoek naar uiteenlopende soorten geweld en pesterij schat Kamphuis dat ongeveer een derde van de slachtoffers ook dader is: aanstichter van hetzelfde onheil als waarvan ze zélf slachtoffer werden, of van een ander delict.

Dat is nog steeds een minderheid, concludeert ook de Wereldgezondheidsorganisatie, maar het feit dat iemand slachtoffer is geweest, is volgens de WHO wel een risicofactor waarmee serieus rekening moet worden gehouden.

Onbewust verdedigingsmechanisme

Hoe kan het dat slachtoffers vaker daders worden? Is er een direct oorzakelijk verband tussen slachtoffer- en daderschap? Daarover is nog veel onduidelijk. Wetenschappers opperen uiteenlopende verklaringen voor de cyclus van geweld.

Het is bijvoorbeeld mogelijk dat kinderen van gewelddadige ouders op latere leeftijd simpelweg het gedrag kopiëren waarmee ze zo bekend zijn. Een meer recente verklaring is dat traumatische ervaringen het stresssysteem blijvend ontregelen, waardoor slachtoffers agressiever reageren op hun omgeving.

Maar volgens Kamphuis is een belangrijk ander mechanisme aan het werk, dat direct ook een aanknopingspunt geeft voor de behandeling van dader-slachtoffers. ‘Sommige slachtoffers identificeren zich onbewust met degene die hun iets aandoet,’ zegt ze. Die identificatie is bijvoorbeeld terug te zien bij gegijzelden met het Stockholmsyndroom: ze ontwikkelen sympathie voor hun kwelgeesten – iets wat psychologen capture bonding noemen.

Kinderen die mishandeld zijn, vallen volgens haar ten prooi aan een vergelijkbaar mechanisme: ‘identificatie met de agressor’. ‘Het kind vereenzelvigt zich daarbij met degene die hem iets aandoet.’ Door die identificatie nemen slachtoffers tot op zekere hoogte de normen van de dader over, zegt Kamphuis. ‘De slechte behandeling die ze ondergaan, vinden ze normaal. Of ze vinden dat ze haar hebben verdiend.’ Het vergroot de kans dat ze zich net als hun kwelgeesten gaan gedragen.

Overlopen naar het andere kamp

Maar waarom zou een slachtoffer zich identificeren met degene die hem of haar kwaad doet? Volgens Kamphuis is dat een onbewust verdedigingsmechanisme. ‘Zodra het terecht is dat je klappen krijgt en je de schuld op je neemt, kun je er zelf ook iets aan veranderen. Het geeft je de illusie van controle. Als jij maar beter was geweest, dan was het niet gebeurd. Dat is een rotgevoel, maar minder rot dan de pure pech dat je toevallig het kind bent van gewelddadige ouders.’

Iets soortgelijks gebeurt in gijzelingssituaties: ‘Op het moment dat wat er met jou gebeurt zin krijgt, neemt dat iets van de machteloosheid weg. Als je overloopt naar het kamp van de dader, heeft je gevangenschap een hoger doel. Het is een manier om grip te krijgen op de situatie.’

Klassiek onderzoek door de bekende Amerikaanse psycholoog Daniel Goleman bewijst inderdaad dat slachtoffers die zich schuldig voelen over wat hun is aangedaan, vaker het leed doorgeven. Net als slachtoffers die de ernst van het gebeurde ontkennen. Kamphuis: ‘Zodra je zegt “Het viel wel mee,” neem je de normen van de dader over.’

Veelbelovende therapie

Dat identificatie met de dader een belangrijke rol speelt bij de herhaling van geweld, lijkt te worden ondersteund door een onderzoek naar schematherapie in zeven Nederlandse tbs-klinieken. Tbs’ers hebben namelijk zelf vaak een achtergrond als slachtoffer.

De eerste resultaten van het onderzoek zijn veelbelovend, weet Kamphuis: ‘Ze lijken erop te wijzen dat het recidiverisico na behandeling kleiner is.’ In deze therapie, die vaak wordt toegepast bij mensen met een persoonlijkheidsstoornis, zitten veel elementen die de identificatie met de dader doorbreken en stap voor stap het schuldgevoel van het slachtoffer verminderen.

Er is in deze therapie bijvoorbeeld een heel nauwe band tussen de patiënt en de behandelaar, legt Kamphuis uit; daardoor krijgt de patiënt in de persoon van de behandelaar een ander rolmodel dan degene die hem kwaad heeft gedaan. ‘Er is iemand die zegt: wat jou is overkomen is niet oké.’

En laat dat nou precies datgene zijn wat slachtoffers die zich niet tot daders ontwikkelen, uit zichzelf al doen. Ze nemen psychologisch afstand van degene die hen slecht heeft behandeld. Kamphuis: ‘Zij beseffen heel duidelijk dat wat diegene hun heeft aangedaan, op geen enkele manier was te rechtvaardigen.’

De psychologische thriller Alibi verscheen bij De Crime Compagnie, € 14,95

Meer over schematherapie: schematherapie.nl

Bronnen o.a.: WHO, The cycles of violence. The relationship between childhood maltreatment and the risk of later becoming a victim or perpetrator of violence, 2007 / M. Glasser e.a., Cycle of child sexual abuse: links between being a victim and becoming a perpetrator, British Journal of Psychiatry, 2001 / M. Solberg e.a., Bullies and victims at school: are they the same pupils?, British Journal of Educational Psychology, 2007

Wat vergroot de kans op herhaling?

Niet iedereen die iets traumatisch is aangedaan, gaat zelf ook over de schreef. Maar slachtofferschap maakt de kans op daderschap wel groter. Risicofactoren:

  • Sekse: bij mannen is het risico groter
  • Persoonlijke kwetsbaarheid
  • Jonge leeftijd waarop iemand slachtoffer wordt
  • Frequentie en ernst van de traumatische ervaring
  • Nauwe band met de dader
  • Herhaaldelijk slachtofferschap