Gisteren liep ik rond met een grote glimlach, om een dubieuze reden: onze werkster, een Oekraïense van een jaar of vijftig, had me een ‘goede vrouw’ genoemd. Toen ik haar had gevraagd of ze nog genoeg schoonmaakmiddel en doekjes had, was haar gezicht gaan stralen: ‘Ja, altijd genoeg doekjes, en altijd schoon, heel, héél fijn. Jij bent goede vrouw.’

Een goede huisvrouw zijn is niet mijn grootste ambitie, en ik erger me aan mijn irritante gewoonte de schoonmaakdoekjes veel te netjes op te vouwen en op veel te perfecte stapels in de kast te leggen. Nergens voor nodig en niemand die het ziet. Maar zij had het wél gezien, gewaardeerd en uitgesproken. En ik voelde me daar merkwaardig blij mee.

We willen ertoe doen

Het is soms bijna onzichtbaar aanwezig, ons verlangen naar erkenning. We hebben allemaal een sterk verlangen om gezien en gehoord te worden door de mensen om ons heen, om betekenis te hebben in het grotere geheel.

De Amerikaanse psycholoog Abraham Maslow beschouwde het als een van de basisbehoeftes waarmee we allemaal geboren worden: in zijn beroemde motivatiepiramide komt de behoefte aan erkenning en waardering na behoeften als eten en drinken, bestaanszekerheid en sociaal contact.

We willen erkenning krijgen voor wat we doen: bijvoorbeeld onze prestaties op het werk, als we ons best hebben gedaan op een zelfgebakken appeltaart, of na twintig jaar schrijverschap eindelijk worden genomineerd voor een literaire prijs. We willen erkenning van onze pijn of van het leed dat ons is aangedaan.

Zo zijn mensen met onverklaarbare klachten soms dolblij met een echte diagnose, die duidelijk maakt dat ze zich al die tijd niet hebben aangesteld. Japanse troostmeisjes, inmiddels bejaard, strijden onvermoeibaar voor een schadevergoeding van de Japanse regering voor wat hen in de Tweede Wereldoorlog is aangedaan. En ook voor klein leed willen we erkenning, bijvoorbeeld als we al een halfuur muurvast staan in de file en de stem op de radio durft te zeggen dat er geen files zijn.

Bovendien willen we gezien en gekend worden als wie we zijn. Dat mensen ons bij de naam noemen, dat we een cadeautje krijgen dat past bij onze smaak, dat mensen onze kwaliteiten en eigenaardigheden kennen en waarderen.

Stimulerend en verzoenend

Erkenning kan ons enorm motiveren en gelukkig maken. Het stimuleert ons om ons best te doen en nieuwe uitdagingen aan te gaan: na een compliment van de baas hebben we meteen meer zin in ons werk. Het werkt bovendien verzoenend en laat ons meer oog hebben voor een ander. Nadat iemand serieus naar onze kant van het verhaal heeft geluisterd, staan we meer open voor het standpunt van de ander.

Maar krijgen we die erkenning niet, dan raken we gedemotiveerd en gefrustreerd en zetten we onze hakken in het zand. We kunnen dan soms ver gaan om het toch te krijgen: werknemers die maandenlang staken, niet alleen voor meer geld, maar indirect voor erkenning dat hun werk belangrijk is.

Of slachtoffers die jarenlang procederen voor compensatie van wat hun is aangedaan. Zou, in plaats van meer salaris of smartengeld, het simpelweg erkennen van leed of prestaties niet al een hoop oplossen?

De rol van onze ouders

Hoewel we dus op allerlei gebieden verlangen naar waardering, komt de meest fundamentele erkenning die we nodig hebben van onze ouders, zegt familietherapeute Else-Marie van den Eerenbeemt.

‘Het is de eerste erkenning die we krijgen in het leven: dat we gewenst zijn. Ik zat laatst op een terras en gaf een vrouw een compliment over haar mooie baby. “Ja, dank u,” zei ze, “maar hij had er eígenlijk niet horen te zijn.” Daarmee begint het al, het gebrek aan erkenning om er simpelweg te mogen zijn.’

Het is bovendien belangrijk dat ouders zien dat hun kinderen betekenis willen hebben en op hun manier heel veel geven, zegt Van den Eerenbeemt. ‘Op het eerste gezicht lijkt het misschien alsof ouders veel meer aan hun kinderen geven dan andersom. Maar een kind geeft zo snel als het kan aan zijn ouders. Bijvoorbeeld door naar ze te lachen, z’n best te doen om zijn bord leeg te eten of een tekening te maken voor zijn zieke moeder.

Als ouders niet zien dat hun kind zijn best doet, of het zo vanzelfsprekend vinden dat ze er geen aandacht aan besteden, dan kan het kind permanent het gevoel krijgen tekort te schieten. Deze behoefte aan erkenning van onze ­ouders gaat ons hele leven door, vaak zelfs als ze zijn overleden. “Vader zou trots geweest zijn,” zeggen we dan.’

Maar wat als je ouders je nooit het gevoel hebben gegeven dat je belangrijk bent? Dat je ergens goed in bent, dat het überhaupt goed is dat je op aarde bent? ‘Deze mensen blijven altijd hongerig naar erkenning,’ zegt Van den Eerenbeemt. ‘Ze willen bijvoorbeeld overal de beste in zijn, willen veel applaus voor wat ze bereiken, een partner die voortdurend laat zien dat zij het allerbelangrijkst zijn. Deze mensen zijn ook vaak jaloers in hun relaties. Ze voelen zich snel bedreigd.’

Gelukkig helpt het als we alsnog erkenning krijgen voor onze pogingen om te geven aan onze ouders. ‘Dat werkt enorm verbindend en bevrijdend. Het liefst krijgen we het natuurlijk van onze ouders. Maar broers en zussen kunnen voor een groot deel compenseren. Bijvoorbeeld door te zeggen dat moeder het vroeger altijd zo fijn vond dat we de boodschappen voor haar deden, ook al zei ze dat niet direct tegen ons. Of dat onze vader zo trots was toen we waren afgestudeerd.’

Het kan overigens ook van een therapeut komen, zegt Van den Eerenbeemt. ‘De meeste mensen reageren heel emotioneel als ik zeg dat ze vroeger toch veel hebben gegeven aan hun ouders, hun best voor ze hebben gedaan. Ik ben dan de eerste van wie ze dat horen. Het kan mensen heel gelukkig maken.’

In volgorde van belangrijkheid willen we de meeste erkenning van onze ouders, dan van broers en zussen en familie, dan van onze partner en dan van de buitenwereld. ‘Het gaat erom hoe inwisselbaar ze zijn. Erkenning van je partner is waardevol, maar mocht je uit elkaar gaan, dan kan de volgende partner het je ook geven. Je ouders en broers en zussen zijn onvervangbaar.’

Mokken over sokken

Naarmate we opgroeien, komen er meer relaties bij waarin we gewaardeerd en gezien willen worden. Zoals die met onze geliefden. Eigenlijk zijn alle klachten die partners in therapie over elkaar hebben tot twee hoofdpunten terug te brengen, schrijft ­Annette Heffels in haar boek Praten met je partner.

We voelen ons prettig in een relatie als de ander lief voor ons is en als we regelmatig waardering van hem of haar krijgen. Achter klachten over onbegrip of gebrek aan aandacht van onze partner, de rondslingerende vuile sokken of de seksuele sleur, zit eigenlijk gekrenktheid, zegt Heffels. ‘Omdat de inspanningen, de goede bedoelingen en het geleverde werk niet gewaardeerd worden door degene voor wie je het uiteindelijk allemaal doet.’

Zo benadrukken veel mensen bij hun wederhelft hoe druk ze het hebben, in de hoop dat die daar erkenning voor geeft. Maar de partner ziet dit als een aanval op zijn eigen bijdrage en denkt dat niet duidelijk is hoe zwaar híj het heeft. Hij antwoordt dus met een waslijst aan dingen die hij allemaal doet, waardoor de tegenpartij zich weer miskend voelt.

Waardering en erkenning géven is de meest effectieve manier om een dergelijke spiraal te doorbreken, en om zelf meer erkenning te krijgen, zegt Heffels. Bijvoorbeeld door te zeggen: ‘Lief dat je daaraan gedacht hebt.’ Of: ‘Vanavond hoef je helemaal niets te doen, omdat je het zo druk had de laatste tijd.’

Ook op de werkvloer speelt het krijgen van erkenning een grotere rol dan we misschien zouden denken, zeggen de Amerikaanse onderzoekers James Kouzes en Barry Posner in hun boek Een hart onder de riem: Hoe kan ik anderen erkenning geven en ­belonen?

De belangrijkste reden voor werknemers om hun baan op te zeggen, is een tekort aan lof of erkenning voor hun bijdrage. En leidinggevenden die de vorderingen van hun medewerkers regelmatig aanmoedigen en belonen, ook als die klein zijn, hebben optimistische mensen onder zich die betrokken zijn en beter presteren.

Eerst geven, dan ontvangen

Goed, we worden dus gelukkig als we erkenning krijgen en boos als we het niet krijgen. Maar hoe vaak geven we zelf eigenlijk erkenning aan anderen? Veel te weinig, zeggen Kouzes en Posner. Zo werd in een onderzoek aan werknemers gevraagd wat voor hen de belangrijkste immateriële beloningen waren op het werk.

Unaniem kwam daar uit dat ze gewaardeerd wilden worden, het gevoel wilden hebben dat ze op de hoogte werden gehouden van de dingen die gaande waren en wilden dat er naar ze geluisterd werd. Toen aan hun managers werd gevraagd wat ze dachten dat hun werknemers vooral wensten, kwam daaruit: arbeidszekerheden en promotiemogelijk­heden. Terwijl, als de managers zelf mochten aan­geven wat ze van hun leidinggevende verlangden, precies hetzelfde verlanglijstje naar voren kwam als van hun werknemers.

We willen allemaal voelen dat we van belang zijn, concluderen Kouzes en Posner, dat wat we geven gezien en gewaardeerd wordt en dat onze leidinggevenden ons genoeg op waarde schatten om ons te laten weten wat er speelt in het bedrijf. Maar bij anderen zien we deze behoeftes vaak over het hoofd.

We wachten allemaal op een ander om ons erkenning te geven. Terwijl het juist enorm kan helpen om zelf de eerste stap te zetten. Want mensen willen zich eerst begrepen voelen voordat ze bereid zijn zich te verplaatsen in de gevoelens van de ander.

Dat merkt ook Marion van Elsacker, klantadviseur bij het uwv. Met regelmaat krijgt ze boze klanten aan de lijn, die bijvoorbeeld hebben gehoord dat ze geld moeten terugbetalen of lang moeten wachten op een uitkering.

‘Je hakken in het zand zetten werkt dan averechts. Maar als ik zo iemand eerst zijn ongenoegen laat spuien, empathie toon, hem bij zijn naam noem en zeg dat ik zal kijken wat ik voor hem kan doen, dan verandert het gesprek meteen van toon.

Iemand die boos belt, is vaak overtuigd van zijn gelijk en verwacht een antwoord dat ik meestal niet kan geven. De kunst is om mensen eerst te laten merken dat ik luister en ze wil helpen, zodat ze daarna ook openstaan voor mijn antwoord.’

Verzachting

Waardering en erkenning geven is een wondermiddel waar elke relatie van opfleurt, zegt ook Heffels. De ander verzacht erdoor en is meteen bereid om meer terug te doen. Zo lost het geven van erkenning een hoop op in conflicten.

‘Ongeveer tachtig procent van een conflict draait om erkenning,’ is de ervaring van psychologe Ellen Boomsma, mediator in arbeidsgerelateerde conflicten bij Context Totaal. ‘Maar mensen hebben moeite om uit te spreken dat ze erkenning willen. Bij mediation kijk ik altijd om welke belangen het conflict eígenlijk draait.

Je kunt wel een zak geld meekrijgen bij een ontslag, maar geld is een surrogaat. Hoe harder iemand gekwetst is, hoe meer geld er nodig is om te compenseren en hem het gevoel te geven dat hij toch sterk uit het conflict komt. Ik probeer mensen oog te laten krijgen voor elkaar, de belangen en visies van de ander te erkennen.’

Dat is niet altijd makkelijk, geeft ze direct toe. ‘Je moet je er kwetsbaar voor opstellen. Toegeven dat je iets niet goed hebt gedaan, zien veel mensen als een zwaktebod. Maar als het eenmaal lukt, zie je aan de reacties hoe belangrijk het geven van erkenning is. Ik bemiddelde bijvoorbeeld in een conflict tussen een werkgever en een medewerkster die gepasseerd was voor een functie. Ze kon haar gevoel goed verwoorden.

In de derde sessie was het op een gegeven moment stil en keek de leidinggevende haar aan. Hij zei: “Ik wist niet dat ik je zo veel verdriet heb gedaan.” Daarna was het weer stil, maar je zag aan de medewerkster dat het probleem uit de lucht was. Ze had nu eindelijk erkenning voor het feit dat hij haar genegeerd had. Meestal is het probleem op deze manier binnen drie sessies opgelost.’

Interesse tonen

Waarom geven we het dan niet vaker? Erkenning geven voelt vaak als het verzwakken van je eigen positie, zegt Heffels. Door bijvoorbeeld toe te geven dat onze partner het inderdaad heel druk heeft, lijken we impliciet te zeggen dat het met onze drukte wel meevalt. En dan zal hij zijn gelijk nemen en minder bereid zijn om ons tegemoet te komen. Dénken we.

Bovendien moeten we soms een drempel over, zeggen Kouzes en Posner. Ook een simpel complimentje of bedankje houdt namelijk in dat we openlijk over onze gevoelens praten, en niet iedereen doet dat moeiteloos.

Maar, benadrukken de deskundigen: erkenning hoeft niet altijd heel groots te zijn. Het zit vooral in kleine, alledaagse dingen; iemand om zijn mening vragen, interesse tonen in wat iemand doet, terugkomen op wat iemand zei in een gesprek.

Mocht je het groter willen aanpakken, dan is het belangrijk dat je weet waar je het over hebt, benadrukken Kouzes en Posner. Een vrouw had bijvoorbeeld twee jaar lang vol toewijding aan de voorbereiding van een conferentie gewerkt, zelfs op eigen kosten en in haar eigen tijd vluchten gemaakt om bij vergaderingen te zijn.

Aan het einde van de – zeer geslaagde – conferentie gaf haar baas een dankpraatje, waarbij hij haar roemde omdat zij ‘de kleine dingen’ had gedaan: als niemand anders het wilde doen, wist hij dat hij op haar kon rekenen. In plaats van dat ze zich geëerd voelde door zijn lovende woorden, voelde ze zich gekleineerd. Haar baas had niet gezien hoeveel tijd en energie ze erin had gestopt. Een beetje interesse van zijn kant had hem méér opgeleverd dan alleen een geslaagd project.

Persoonlijke verhalen over erkenning

Sevgi (33): ‘Ik vind dat ik erkenning moet krijgen voor alle verantwoordelijkheid die ik heb gedragen voor mijn ouders en vooral voor mijn moeder’

Ik ben een nakomertje. Toen ik opgroeide, waren mijn drie broers en mijn zus al met hun eigen gezinnen bezig. Ze wisten niet precies wat zich thuis afspeelde. Mijn ouders hadden een turbulent leven: eigen bedrijf, gezondheidsproblemen, verslavingen, verschillende culturele achtergronden, huwelijk met botsingen.

Mijn moeder hield haar problemen het liefst voor zich, maar doordat ik nog thuis woonde, pikte ik alle signalen op. Toen ik merkte dat het écht niet goed ging met haar, ging er een knop om. Ik kon het niet meer alleen. Omdat ik wist dat mijn moeder haar kinderen niet wilde belasten met haar problemen, heb ik niet mijn broers en zus gebeld maar haar eigen broer.

Toen ik jaren later in een lange brief aan mijn broers en zus uitlegde met welke zware rugzak ik rondliep, reageerden ze anders dan ik had gehoopt. Een van hen wees me terecht, een ander reageerde helemaal niet. Ik wilde dat ze zouden zeggen: “Goh, heb ik nooit geweten, wat knap”, of “Wat heb je veel meegemaakt, had me maar gebeld”. Meer hoef ik niet te horen. Ik wil die erkenning zo graag van degenen die na mijn ouders het dichtst bij me staan.

Ik heb na hun reacties twee weken met een rotgevoel rondgelopen. Daarna dacht ik: ik zoek iets wat ik van hen misschien nooit ga krijgen. Ik neem het mijn broers en zus niet kwalijk. Iedereen staat op zijn eigen manier in het leven. Deze publicatie is voor mij het toppunt van erkenning. Het betekent dat ik sterk genoeg ben om mijn verhaal aan de hele wereld te vertellen. Ik ben heel trots op mezelf dat ik dit durf.’

Pum (51): ‘Erkenning is een onderwerp waar ik in mijn persoonlijke leven mee geworsteld heb’

Ik was altijd op zoek naar erkenning, was er verslaafd aan. Vooral wilde ik erkenning van mijn vader, een zeer succesvol zakenman. Ik wilde dat hij tegen me zei dat ik op hem leek. Dat hij eigenschappen in mij zag die hij zelf ook had.

Die behoefte is ontstaan in mijn opvoeding. Ik moest aan heel hoge eisen voldoen. “Deze zoon gaat het maken,” zei mijn vader. Onze relatie bestond uit extremen. De ene keer werd ik op handen gedragen, de andere keer afgedankt. Er was competitie tussen ons. Als ik in de belangstelling stond, probeerde hij de aandacht naar zichzelf te leiden.

Met wat geld dat ik van hem heb gekregen, kon ik een carrière in de IT beginnen. Toen mijn vader 84 jaar was, zei hij: “Je hebt je in een moeilijke situatie omhoog getrokken en je bent succesvol geworden. Ik ben blij dat ik je met wat geld heb kunnen helpen.”

Dat was de erkenning die ik altijd had gezocht. Dus ik heb gezegd dat ik dankbaar was dat hij me die kans heeft gegeven. Op zijn begrafenis, niet veel later, kon ik een warme speech houden en hem de plaats in mijn leven geven die hij verdiende.

Ik heb ontdekt dat erkenning te maken heeft met gelijkwaardigheid. Door erkenning te geven, maak je contact met elkaar op een gelijkwaardig niveau. Na de woorden van mijn vader is er veel spanning van me af gevallen. Ik voel me bevrijd. En ik realiseer me dat ik andere mensen ook erkenning moet geven.’

Erkenning geven: de gulden regels

  • Wees oprecht. Kies iets wat je echt op prijs stelt in de ander. We willen erkenning namelijk verdienen en niet zomaar krijgen, om niets.
  • Wees specifiek. Geef details, vertel over het effect. Van den Eerenbeemt: ‘Te horen krijgen dat je lief bent is heel fijn, maar het is geen echte erkenning. “Toen ik terugkwam van die begrafenis was het zo fijn dat je voor me had gekookt” is dat wel.’
  • Wacht er niet te lang mee. Het effect is groter als het kort op de inspanning of het leed volgt. Je hoeft niet op een perfecte prestatie te wachten voordat je iemand een compliment geeft. En als je excuses te lang uitstelt, kan er in de tussentijd veel kapotgaan.
  • Maak er iets persoonlijks van. Geef de erkenning in eigen persoon, en toegespitst op de ander. Dit betekent dat je moet weten hoe iemand is, waar hij wel en niet van houdt. Anders kan het zelfs pijnlijk zijn – zoals een fles wijn geven als bedankje, terwijl je met een beetje moeite had kunnen weten dat de persoon in kwestie geen alcohol drinkt. Vertel erbij wat het persoonlijk voor jou betekent.
  • Gebruik verschillende manieren om je erkenning uit te drukken. Dus niet elke keer die bos rozen om sorry te zeggen, of elke keer ‘Tsjonge, wat goed gedaan’ bij een goede prestatie.