Nog niet zo lang geleden waren jongens uit de Masai-stam in Oost-Afrika pas een echte man als ze een leeuw hadden gedood in een een-op-eengevecht, met alleen een speer en een schild als wapen. Pas dan mochten ze trouwen en kinderen verwekken en kregen ze officieel de status ‘man’. Tegenwoordig is dit ritueel verboden – overigens vooral om de leeuw te beschermen. Bij de Satare-Mawe-indianen in het Amazonegebied moeten jongens om een man te worden hun handen tien minuten lang in een handschoen houden die vol zit met grote, stekende mieren. De pijn die het gif van deze mieren geeft, is vergelijkbaar met die van een kogelwond. Maar wie een teken van pijn laat zien, moet het hele ritueel opnieuw ondergaan. Zo bestaan er nog talloze andere overgangsrituelen waarin jongens en mannen in het openbaar hun dapperheid bewijzen door pijnlijke en gevaarlijke kunstjes uit te halen.

Waarom mannen vaak geen zonnebrand gebruiken

Waarom mannen vaak geen zonnebrand gebruiken

Flossen, vitamines slikken, je huid beschermen tegen de zon: de meeste vrouwen doen het braaf. Waaro...

Lees verder

Van oudsher is mannelijkheid iets dat je verdient, niet iets dat je vanzelf hebt, verklaren sociaal psychologen. Al laten we ons in onze westerse cultuur niet opzettelijk steken door gevaarlijke insecten, ook hier vraagt mannelijkheid om publiekelijk bewijs, in de vorm van succes in je carrière, je lichamelijke fitheid, ambitie en agressiviteit. Oftewel: door stevig bier te drinken, veel vlees te eten, een snelle auto te rijden, de hele nacht te pokeren en op te scheppen over je seksuele uitspattingen.

In vergelijking met vrouwelijkheid is mannelijkheid een onstabiele staat, die snel bedreigd is en voortdurend bevestiging nodig heeft, zegt de Amerikaanse onderzoeker Joseph Vandello. Want hoewel er ook rituelen bestaan die een meisje tot vrouw maken, hoeft zij haar vrouwelijkheid veel minder te bewijzen. Er moet bovendien veel gebeuren voordat ze haar vrouwelijkheid in de ogen van anderen kwijtraakt. Toen proefpersonen werd gevraagd redenen te bedenken waardoor een man zijn mannelijkheid kon verliezen en een vrouw haar vrouwelijkheid, ontstond voor mannen al snel een uitgebreide lijst van mogelijke redenen. ‘Ontslagen worden’ bijvoorbeeld, ‘niet in staat zijn om je gezin te kunnen onderhouden’ of ‘anderen in de steek laten’. Bij vrouwen bleek het moeilijker om een antwoord te verzinnen, en lag de nadruk vooral op de lichamelijke verklaringen, zoals een baarmoederverwijdering.

Dreigend statusverlies

Waarom vraagt mannelijkheid dan om bewijs en vrouwelijkheid niet? Volgens evolutionair psychologen voeren mannen van oudsher strijd om de hoogste status, want dat is dé manier om toegang te krijgen tot de meeste vrouwen. Intussen loert er altijd gevaar om status te verliezen aan andere mannen. Daarom zijn mannen alert op elke bedreiging van hun mannelijkheid. Bij vrouwen speelt dit minder, doordat hun voortplantingssucces vooral is verbonden met lichamelijke kenmerken, zoals vruchtbaarheid en gezondheid. In vergelijking met mannen gaan ze dan ook meer gebukt onder het schoonheidsideaal.

Mannen doen bovendien meestal het zwaardere werk, zo vullen sociaal psychologen aan. Wie meer bijdraagt aan de groep krijgt meer status; wie weinig bijdraagt wordt als vrij waardeloos gezien. Hoewel vrouwen lichamelijk minder zwaar werk doen, lopen zij amper het gevaar als waardeloos te worden beschouwd, omdat ze al een grote bijdrage leveren met het baren en grootbrengen van kinderen.

Wordt iemands mannelijkheid bedreigd, dan is het voor hem zaak om de schade zo snel mogelijk te compenseren, wordt duidelijk uit onderzoek. Vaak gaat dat onbewust. Zo legde de Amerikaanse socioloog Robb Willer aan mannen en vrouwen een vragenlijst voor die zou meten in hoeverre ze een mannelijke of vrouwelijke identiteit hadden. Ongeacht wat ze hadden ingevuld, kreeg de ene helft van de proefpersonen te horen dat ze een mannelijke identiteit hadden en de andere helft een vrouwelijke identiteit.

Voor vrouwen maakte de uitslag niet veel uit, of ze nu een mannelijke of vrouwelijke identiteit toegedicht hadden gekregen. Maar mannen bleken grote moeite te hebben met de boodschap: ‘U hebt een vrouwelijke identiteit’. Ze hadden meer gevoelens van schaamte, schuldgevoel en vijandigheid dan mannen die in hun mannelijkheid waren bevestigd. Bovendien lieten ze een sterke onbewuste compensatiedrang zien, bleek uit verdere experimentjes: ze toonden plotseling meer belangstelling voor suv’s, lieten zich negatiever uit over homoseksualiteit en stonden sterker achter de oorlog in Irak. Ook in andere experimenten met gelijksoortige ‘bedreigingen’ van de mannelijkheid reageerden mannelijke proefpersonen door een andere man sneller van homoseksualiteit te verdenken, een vrouw eerder seksueel lastig te vallen, zwaardere elektrische schokken te aanvaarden, of door hun lengte en hun seksuele ervaring te overdrijven.

Koelbloedige mannen

De effectiefste manieren om je mannelijkheid te bewijzen voldoen volgens onderzoeker Joseph Vandello aan drie kenmerken. Het is risicovol, want dat straalt koelbloedigheid uit; het is niet te gemakkelijk, waardoor anderen het je niet snel zullen nadoen, en vooral: het is goed zichtbaar voor anderen, want daar doe je het immers voor. Openbare agressie is dus bijvoorbeeld een uitstekende manier.

Om dit te testen verdeelde Vandello mannen in twee groepen. De ene helft kreeg de opdracht om de pruik van een paspop te kammen en vlechten: een taak die in eerder onderzoek door de meeste mannen als zeer onterend was ervaren. De andere helft kreeg een neutrale opdracht die erop leek: een touw knopen. Het onderzoek zou zogenaamd meten hoe goed mensen een opdracht vervulden die ze nooit eerder hadden gedaan. Om het publiek te maken werd de mannen verteld dat ze werden gefilmd en dat studenten de beelden zouden analyseren.

Waren degenen die haarstylist hadden moeten spelen inderdaad agressiever dan degenen die touw hadden geknoopt? Omdat echte agressie natuurlijk niet ethisch is als onderzoeksmiddel werd door de onderzoekers een boksbal ingezet. De haarvlechters bleken bij de volgende opdracht vaker te kiezen voor de boksbal dan een puzzel, en ze sloegen met veel meer kracht op de boksbal dan de touwknopers deden.

Roze T-shirt=minder mannelijk

Deze onderzoeken illustreren meteen wat als een van de grootste bedreigingen voor mannelijkheid geldt: alles wat vrouwelijk is. Meehuilen met een film, een roze T-shirt dragen, je haar föhnen, rooibosthee drinken, veel mannen halen er hun neus voor op. Psycholoog Vincent Duindam: ‘Het doen van vrouwendingen haalt je mannelijkheid omlaag in onze cultuur. In mijn onderzoek naar zorgende mannen bleken mannen de was liever op zolder te hangen dan in de tuin, waar anderen hen konden zien. En dit waren dan nog geëmancipeerde mannen die een deel van de zorgtaken op zich namen. Het publiekelijke is hierbij een belangrijk onderdeel: iets vrouwelijks doen kan soms best, maar niet in het openbaar. Dat merk ik zelf ook als ik buiten de ramen sta te lappen. Dan krijg ik al snel opmerkingen als: “Ze heeft je wel onder de duim, hè!”‘

Het principe dat je geen vrouwendingen mag doen, begint al op jonge leeftijd. Duindam: ‘Heel vroeg al krijgen jongens de boodschap dat sommige dingen niet voor hen zijn maar voor meisjes. Jongetjes op de kleuterschool spelen bijvoorbeeld niet met meisjesspeelgoed als er iemand naar hen kijkt, terwijl ze het vaak wel leuk vinden om mee te spelen.’ Vooral in de tienerjaren vieren de seksestereotypen hoogtij, en kun je bij je vriendjes of vriendinnetjes niet aankomen met gedrag van de andere sekse.

Volgens Duindam is het afstand nemen van alles wat vrouwelijk is voor een deel terug te voeren op het hebben van mannelijke rolmodellen in je vroege jeugd, zoals je vader. ‘Zonder duidelijk mannelijk rolmodel wordt je beeld van mannelijkheid stereotypischer, en ga je het definiëren als “niet-vrouwelijkheid”: niet-emotioneel bijvoorbeeld, niet-zorgend, het tegenovergestelde van alles wat je moeder of zusje doet. Terwijl jongens die hun vader of een ander mannelijk rolmodel vaak zien, merken dat hij ook weleens de afwas doet, of door iets ontroerd raakt.’ Daarnaast speelt ook een rol dat mannelijke dingen in bijna alle samenlevingen meer status hebben. Duindam: ‘Een man die zich associeert met vrouwenzaken verliest dus status. En dat wil hij voorkomen.’

Overigens blijken mannen die vrouwelijke dingen durven te doen, juist meer zelfvertrouwen en een steviger man-gevoel te hebben, zegt Duindam. En hoe sterker je mannelijkheidsgevoel, hoe minder drang je hebt om je mannelijkheid te bewijzen. Hebben mannen die buiten de ramen lappen en een overhemd met bloemen dragen dus een sterker man-gevoel? En moeten mannen die keihard over de weg scheuren en bushokjes slopen hun gebrek aan man-gevoel compenseren met machogedrag? Duindam: ‘Je kunt niet zeggen dat elke man die hard rijdt of zich agressief gedraagt een minder stabiel man-gevoel heeft. Hij kan natuurlijk ook gewoon enorme haast hebben. Maar de kans is wel veel groter.’

Het lucht in elk geval wel op om je mannelijkheid te repareren met een sterk staaltje machogedrag, blijkt eveneens uit het onderzoek waarin mannen het haar van een paspop moesten vlechten. Het rammen tegen de boksbal verminderde hun stressgevoelens vrijwel meteen. Op dezelfde manier kan het dus goed zijn om af en toe lekker mannelijk te doen: met vrienden aan de bar te hangen en veel te veel bier te drinken, je krachten te meten op het voetbalveld, te heersen over de barbecue en sterke verhalen op te hangen. Of desnoods een bushokje te slopen.