Aan welk boek verloor u uw hart als kind?
‘Ik herkende me in Koosje van Yvonne Kroonenberg. Net als zij was ik liever op de manege dan op school, waar ik me een buitenbeentje voelde. Ik was anders dan de anderen, wat serieuzer. Ik was toen al bezig met hoe de wereld werkt en waarom we hier zijn.’
Bij welk boek hebt u hardop gelachen?
‘Bij Verhalen voor in het haardvuur van Herman Finkers, met teksten uit zijn shows. Die droge woordgrappen, dat is mijn humor. Hij staat tien treden hoger, maar ik kijk ook met die ironie en lichtheid naar de wereld. Wat ik ook in mijn boek heb gestopt, omdat het een onderwerp als filosofie toegankelijker maakt.’
Wie (welk personage) wilde u graag zelf zijn?
‘Sherlock Holmes, uit de gelijknamige boekenreeks van Arthur Conan Doyle. Ik zou me graag net zo weinig willen aantrekken van wat anderen van me vinden. Bij mij is het vaak een interne worsteling: “wie ben ik nou om dat te zeggen” versus “dit vind ik en daar sta ik voor”.’
Wat ligt er nu op uw nachtkastje?
‘Winstgevende plannen van Femke Hogema, over hoe je je onderneming succesvol maakt. Sinds mijn boek krijg ik veel aanvragen voor lezingen en workshops binnen. Hogema doet me nadenken: ga ik van opdracht naar opdracht werken of wil ik zelf iets neerzetten – een eigen denkschool bijvoorbeeld?’
