Helena van Engelen (66) biedt in haar centrum Niños del Arco Iris kansarme, getraumatiseerde kinderen een toekomst. 

‘Mensen vinden het mooi wat ik doe. Ik zie dat niet zo: ik kon niet anders. Het leven deed pijn toen mijn grote liefde was overleden. Voor mezelf hoefde het óók niet meer zo nodig. Tot ik een documentaire zag over vergeten kinderen in Zuid-Amerika, en als door de bliksem werd getroffen. Peru, daar was ik nooit geweest, maar ik voelde dat ik daar een taak had. Mijn kinderen steunden me, maar andere dierbaren schreeuwden moord en brand. Waar begon ik aan? Ik verkocht ons huis en vertrok, vol idealisme. Natuurlijk moest ik, gringa, in het begin hard knokken in die machocultuur. Dat was in 2001. Niños del Arco Iris is uitgegroeid tot een centrum voor basisonderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en medische en tandheelkundige hulp. Jaarlijks leiden we 250 leerlingen op en we voeren 42.000 behandelingen uit. De kinderen leren we dat ze geen slachtoffer zijn, dat ze hun eigen kansen kunnen creëren. Er zijn kinderen die hier verwaarloosd binnenstappen en een paar jaar later vertrekken met een diploma. Dat geeft me vleugels.

Er is ook een keerzijde. Armoede maakt dat niets is wat

Log in om verder te lezen.