Meer dan een derde van de Nederlanders verzwijgt hoe hij zich echt voelt, uit angst erom veroordeeld te worden

Deze en tientallen andere ervaringen legde Psychologie Magazine voor aan een representatieve steekproef van de Nederlandse bevolking. Duizend mensen van boven de 18 dachten terug aan verschillende perioden in hun leven en gaven zo eerlijk mogelijk antwoord.

De uitkomst: psychisch leed, ongemak en lastige persoonlijkheidstrekjes komen heel veel voor. Maar we praten er lang niet altijd open over.

Zelfacceptatie: Leer jezelf te accepteren

Zelfacceptatie: Leer jezelf te accepteren

Onder ogen zien wie we zijn, met al onze leuke en minder leuke kanten, en er het beste van proberen ...

Lees verder

Een kleine greep uit de onderzoeksresultaten: bijna twee derde van de Nederlanders heeft angst- en spanningsklachten gehad. Meer dan de helft van de Nederlanders heeft last gehad van somberheid, bijna een derde heeft zich zelfs weleens afgevraagd of zijn leven nog wel zin heeft.

En zelfs ongeveer 1 op de 10 mensen heeft weleens relatief zeldzame ervaringen gehad als stemmen horen, dingen zien die er niet zijn of zich heel erg vervreemd voelen van de werkelijkheid.

Slechts 4 procent van de Nederlanders – minder dan 1 op de 20 – herkende of herinnerde zich geen enkele klacht uit onze lijst. Dat waren voornamelijk mannen van boven de 65 met een middelbare beroepsopleiding. Wie echt nóóit iets heeft, is dus pas écht uitzonderlijk.

Normaler dan we denken

Onze onderzoeksuitkomsten sluiten aan bij wat er uit andere, nog veel grotere, bevolkingsonderzoeken naar voren komt, zoals het langlopende NEMESIS-onderzoek van het Trimbos-instituut.

Hieruit blijkt onder andere dat 43 procent van de Nederlanders in zijn leven weleens voldoet aan de criteria voor een psychische stoornis. En daar zijn bijvoorbeeld eetstoornissen, burn-out, autisme en persoonlijkheidsstoornissen nog niet eens in opgenomen.

Zijn we dan allemaal een beetje ‘gek’? Of is het misschien wel veel normaler dan we denken om vroeg of laat een keer mentaal voor de bijl te gaan of lastige trekjes te hebben?

Jim van Os, hoogleraar psychiatrie aan het UMC Utrecht Hersencentrum, denkt dat laatste: ‘Als de helft van de mensen een stoornis heeft gehad kun je je afvragen of je het wel een stoornis moet noemen. Blijkbaar vallen al deze klachten onder normale menselijke variatie.

Iedereen heeft genetische aanleg in zich voor allerlei psychische klachten als somberheid, angst en psychoses. Er zitten namelijk eigenschappen onder die we óók nodig hebben om te overleven. Hoe zou het zijn als je niet in staat was angsten te voelen, of niet in staat was te wantrouwen? Dit zijn normale en gezonde eigenschappen maar ze kunnen je onder bepaalde omstandigheden gaan belemmeren.’

We hebben dus allemaal weleens ‘iets’. Maar in plaats van ons op dit vlak verbonden te voelen met elkaar, voelen veel Nederlanders zich anders dan ‘de rest’. Meer dan de helft van de mensen voelde zich weleens afwijkend of onbegrepen, blijkt uit ons onderzoek.

Het gevoel een buitenbeentje te zijn, je afvragen of je wel normaal bent, het gevoel dat niemand je begrijpt; de meerderheid van de mensen kent het. Alleen weten we het niet van elkaar.

De helft van de mensen met dit soort gevoelens, zo blijkt uit ons onderzoek, vertelt dit namelijk aan niemand. Meer dan een derde van de Nederlanders verzweeg hoe hij zich echt voelde, uit angst erom veroordeeld te worden.

Een angst die niet geheel onterecht is; wie denkt dat hij ‘niet spoort’ en bovendien de enige is met bepaalde gevoelens, is bang het te delen omdat hij dan weleens een negatief stempel kan krijgen. En dan ben je voor altijd ‘diegene met borderline’, ‘die met een eetstoornis’, of ‘die met een dwangneurose’.

Even uit balans

De tijd is gekomen dat we anders moeten gaan denken over psychische ‘afwijkingen’. Een groeiend aantal wetenschappers vindt het door de psychiatrie gemaakte onderscheid tussen ‘gestoord’ en gezond namelijk volstrekt achterhaald.

De DSM-5, het handboek vol psychische ziekten aan de hand waarvan psychiaters en psychologen dagelijks diagnoses stellen en etiketjes plakken, zou linea recta de prullenbak in kunnen.

Of op zijn minst drastisch moeten worden herzien. Er bestaat namelijk helemaal geen hard onderscheid tussen psychisch ziek en psychisch gezond, tussen ‘gek’ en normaal, stellen deze wetenschappers.

Iedereen heeft klachten en krachten. Alleen onder bepaalde omstandigheden raakt de balans tussen die twee verstoord en worden de klachten of trekjes te.

Een hoge mate van empathie en gevoeligheid leidt dan tot somberheid, een perfectionist wordt dan echt dwangmatig, een waakzaam persoon komt dan de deur niet meer uit vanwege de angst.

Maar dat hoeft lang niet altijd blijvend te zijn. Je hoeft geen stempel te krijgen waar je de rest van je leven niet meer vanaf komt. Op deze manier kijken naar psychische problemen is relativerend, veel milder en menselijker.

Psychiater Jim van Os is een belangrijke voorvechter van deze nieuwe beweging. Van Os: ‘Iedereen bevindt zich ergens in het spectrum van wat ik “psychische variatie” noem.

Al het psychisch lijden gaat eigenlijk over bepaalde kwetsbaarheden die afhankelijk van de omstandigheden en je weerbaarheid af en toe de kop op kunnen steken.’

Volgens Van Os dringt dit inzicht gelukkig steeds meer door onder zijn vakgenoten. Hij legt uit dat autisme vroeger bijvoorbeeld als een zeldzame ziekte gold, maar dat men er nu al van doordrongen is dat er veel mensen zijn met autistische trekken.

‘Nu spreken we van het autistische spectrum. Dit geldt in werkelijkheid voor alle psychische klachten. Zelfs voor iets wat vrij heftig klinkt, zoals het horen van stemmen of het hebben van waanideeën, heeft iedereen genetische aanleg.

Alleen is niet iedereen op alle vlakken even gevoelig. Je hebt mensen die gevoelig zijn voor depressies maar zich met een paar goede gesprekken en wat sporten weer beter gaan voelen.

En je hebt mensen die echt jarenlang gestut moeten worden. Het is goed om je eens af te vragen waar je zelf staat in het spectrum. Wat is je eigen kwetsbaarheid?’

Positieve bril

Maar het is ook – en misschien wel juist voor kwetsbare mensen – belangrijk om te kijken naar waar je goed in bent, en wat je wél kunt.

In tegenstelling tot wat we vaak denken, staan er namelijk tegenover negatieve gevoelens en klachten bij de meeste mensen ook een heleboel positieve gevoelens en kwaliteiten. Dat blijkt uit het onderzoeksproject Hoe gek is Nederland? van de Rijksuniversiteit Groningen, in internationale publicaties vertaald als:

How nuts are the Dutch? Op hoegekis.nl kan iedereen vragenlijsten over psychische klachten invullen en direct zien hoe hij zich verhoudt tot de rest van de invullers.

Bertus Jeronimus, psycholoog en onderzoeker verbonden aan dit project, vindt dat we meer aandacht moeten hebben voor deze positieve gevoelens, en niet alleen voor de klachten.

Jeronimus: ‘Je kunt ook met klachten namelijk best gelukkig zijn. Een sombere, werkeloze man die voelt dat hij weinig betekenis aan zijn leven kan geven, kan nog steeds een blij gevoel krijgen als hij aan de waterkant zit te vissen.

Iemand die gevoelig is voor angsten, heeft vaak ook oog voor de gevoelens van andere mensen en kan daardoor bijvoorbeeld een heel goede leraar of verpleegkundige zijn. Het is allemaal niet zo zwart-wit als vaak gedacht wordt.’

Volgens psychiater Jim van Os moeten we dan ook stoppen met onszelf en onze medemensen te bestempelen als psychisch ziek, of over iemand met een depressie of psychoses te zeggen dat-ie een hersenziekte heeft.

Van Os: ‘Dat geeft een veel te pessimistische en hopeloze boodschap die niet klopt met de werkelijkheid. Je moet mensen juist vertrouwen geven in hun weerbaarheid en capaciteiten. Zelfs iemand met ernstige klachten en beperkingen kan geholpen worden weer een zinvol bestaan te ervaren.’

Bertus Jeronimus is het hiermee eens: ‘Mensen gaan zich vaak te veel identificeren met een diagnose. Aan de ene kant begrijpelijk, want het geeft erkenning. Maar het is ook beperkend.

Uit onderzoek blijkt dat mensen juist minder kwetsbaar worden als ze weten dat je er niet te veel waarde aan moet hechten en dat je ook weer over een crisis heen kunt komen.’

Jim van Os: ‘Sommige mensen met een bepaalde gevoeligheid ontwikkelen op een gegeven moment behoefte aan zorg. Maar dan ben je in mijn ogen nog steeds niet ziek, het is eerder een signaal dat je bent vastgelopen en dat er iets moet veranderen.’

In de toekomst ziet Van Os diagnoses veranderen van stoornissen en ziekten naar syndromen: ‘Een gesprek met de patiënt verloopt dan heel anders, bijvoorbeeld: “We weten niet precies wat u heeft, maar het zit ergens in de hoek van angst. En vanuit die diagnose gaan we heel goed naar uw specifieke klachten, zorgbehoefte en omgevingsfactoren kijken.”

Een goede hulpverlener kan de patiënt vervolgens leren hoe hij moet omgaan met zijn kwetsbaarheid en zijn weerbaarheid kan vergroten. Daardoor kunnen ze zich veel beter gaan voelen, zelfs als de klachten of symptomen niet weggaan.’

Taboe

Op dit moment is de maatschappij echter nog erg gewend te denken in termen van stoornissen en ziektes. Misschien dat we daarom ook zo weinig praten over onze klachten.

Uit Brits onderzoek bleek al eens dat het taboe op psychische aandoeningen groot is; we vertellen eerder over onze seksuele geaardheid en financiële problemen dan over onze mentale issues.

Ook uit ons eigen onderzoek blijkt dat we veel verborgen houden. Soms omdat we ons schamen, soms omdat we niet willen dat anderen een verkeerd beeld van ons krijgen of ons anders gaan behandelen. We zijn bang voor de (voor-)oordelen van onze medemensen.

En dat is ergens wel te begrijpen. Hoe graag we ook zouden willen dat er meer openheid over psychische problemen is, in de praktijk kan iemand die eerlijk vertelt waarmee hij heeft geworsteld lang niet altijd op begrip rekenen.

Dat merkt ook Anne, die tien jaar terug een aantal keer een psychose had. Inmiddels is ze fulltime werkzaam bij een grote organisatie, maar vertelde haar baas hier niets over.

Anne: ‘Dat je ook goed kunt functioneren als je kwetsbaar bent voor psychoses weet ik zelf wel, maar een groot deel van de maatschappij nog niet. Ik ken mensen die open zijn geweest en daar nu enorm veel spijt van hebben. Psychoses worden nog altijd gezien als een ernstige psychische stoornis.’

En hoewel er voor sommige andere klachten zoals burn-out en depressie al veel meer openheid mogelijk is dan jaren geleden, geldt ook daarvoor dat het stigma in je nadeel kan werken.

Een werkgever vreest dat iemand die een depressie heeft gehad wellicht niet zal functioneren en kiest er toch maar voor een contract niet te verlengen, een nieuwe liefde schrikt als hij hoort dat zijn date ooit een psychose had.

Zelf oplossen

We vertellen dus weinig over onze psychische klachten aan onze vrienden en al helemaal niet aan onze collega’s en leidinggevenden, zo blijkt uit onze cijfers, maar tegelijkertijd stappen we redelijk makkelijk naar een arts of hulpverlener.

Ruim een derde van de Nederlanders is al eens bij een psycholoog geweest. En liefst 71 procent denkt op dit moment dat hij baat zou kunnen hebben bij gesprekken met een psycholoog of coach. De behoefte aan steun lijkt het grootst onder de jongere generatie (18-34 jaar), 8 van de 10 millennials denkt er iets aan te hebben.

Uit de onderzoekscijfers blijkt ook dat een arts of hulpverlener bij bepaalde problemen meer in vertrouwen wordt genomen dan ouders, andere familie of de vriendenkring.

Mensen praten graag met een buitenstaander, dat merken de psychologen en maatschappelijk werkers van MIND Korrelatie ook. Zij krijgen per jaar tussen de 15.000 en 17.000 hulpvragen. Bij hen kan iedereen volledig anoniem blijven.

Volgens senior hulpverlener Paul vinden bellers of chatters dat heel prettig: ‘Mensen willen vaak toetsen of het normaal is wat ze voelen of waarmee ze worstelen. Hoelang mag je rouwen als je een dierbare bent verloren? Als ik bang ben, welk beroep mag ik dan doen op mijn familie? Dat is fijn om bij een buitenstaander te checken die niet meteen een oordeel over je heeft of anders over je gaat denken.

Samen structureren we gedachten en kunnen we vaak duidelijker krijgen wat er nou wel en niet aan de hand is. We bekijken samen hoe iemand zelf verder aan de slag kan gaan met zijn problemen.

Heel vaak vertellen we mensen dat hun worstelingen heel normaal zijn. Iedereen die leeft, relaties aangaat, kinderen krijgt, of werkt, loopt weleens tegen problemen aan. Af en toe struikel je. Dat hoort bij een normale levenswandel. We denken tegenwoordig vaak dat alles in het leven maakbaar is, of zou moeten zijn.

Maar pijn en verdriet maken integraal onderdeel uit van het leven. Het hoort bij je ontwikkeling dat je daarmee leert omgaan en voor een deel ook leert het te verdragen.’

De opluchting van praten

Uit het onderzoek van Psychologie Magazine blijkt dat Nederlanders hun dierbaren vaak niet willen belasten met hun sores.

‘Dit moet ik zelf oplossen’ was verreweg de meest gekozen reden om te zwijgen over verschillende psychische klachten. Op de voet gevolgd door: ‘ik wil niet klagen’. Terwijl ook 62 procent van de Nederlanders aangeeft dat het helpt om je hart te luchten. Wat zegt dat over ons en onze maatschappij?

Paul van MIND Korrelatie: ‘We zijn individualistisch, en we vinden het een teken van zwakte als mensen hun problemen niet alleen kunnen oplossen. Maar dat is een gemiste kans, want er zijn zoveel manieren om steun en erkenning te krijgen.

Zorgen delen haalt de scherpe kantjes ervanaf. Als mensen met ons gepraat hebben voelen ze meestal enorme opluchting: het is vrijwel altijd minder erg met ze dan ze dachten.

Soms lopen ze er al heel lang alleen mee rond en is het in hun hoofd heel erg groot geworden. Dat is verdrietig, en had niet gehoeven. Na praten kan het weer kleiner worden.’

Benieuwd naar hoe vaak jouw psychische klachten voorkomen bij andere Nederlanders? Vul de checklist in op psychologiemagazine.nl/wathebjij

Projectmanager Anne (39) kreeg een aantal psychoses

 

‘Een psychose voelt een beetje alsof je in een rare film bent beland. Mijn beleving van de werkelijkheid werd anders; ik legde allerlei verbanden die er niet waren en trok me terug in een eigen wereld.

Na de psychose begon het eigenlijk pas – een heftig rouwproces, schaamte, verdriet. Dit was niet wat ik voor mezelf in gedachten had gehad.

Ik was intelligent en ambitieus, maar nu was me verteld dat mijn gedachten helemaal niet klopten. Het voelde alsof ik opnieuw moest beginnen: control-alt-delete.

Inmiddels werk ik weer bij een interessante organisatie in een leuke functie. Maar iedereen die zoiets heeft meegemaakt weet dat het vervelende consequenties kan hebben als je dit deelt op je werk.

Ik wil voorkomen dat het mijn identiteit wordt en daarom wil ik ook niet herkenbaar op de foto; mensen die psychosegevoelig zijn hebben te maken met een hardnekkig vooroordeel.’

Anne richtte een stichting op voor werkende mensen met psychosegevoeligheid: vandewereld.org

Hoogleraar psychiatrie Jim van Os is verslavingsgevoelig

 

‘Ik weet van mezelf dat ik heel dorstig ben. In mijn studententijd heb ik daar behoorlijk aan toegegeven.

De genetische kwetsbaarheid heb ik hiervoor meegekregen, maar ik heb ook de gevolgen ervan gezien bij mensen in mijn familie. Het leidt tot een zekere weerzin als je ziet dat iemand elke dag op het middaguur al dronken is.

Ik heb een modus gevonden om met mijn verslavingsgevoeligheid om te gaan: door de week drink ik niet, maar ik zit me dan wel al enorm te verheugen op dat biertje in het weekend.

Nog steeds vind ik het heel leuk om met verslavingsproblematiek te werken. Het gevoel dat je een glas alcohol ziet staan en het moet nemen intrigeert me mateloos. En verslavingsgevoelige mensen zijn vaak heel aardig!’

Rowena (33) Peer educator en student Spraak & Drama-therapie, heeft ADHD

‘Regelmatig verlies ik de regie over mijn leven en ik vind het heel lastig om aan anderen uit te leggen wat er op die momenten precies in mijn hoofd gebeurt. Soms geloven ze niet dat er geen opzet in het spel is als het misgaat.

Daardoor voel ik me vaak onbegrepen. Misschien dat ik mezelf daarom heb aangeleerd heel goed naar anderen te luisteren.

Ik onthoud ook echt alles: van je lievelingsbloemen en je favoriete boek tot de verjaardag van je hond. Ik krijg vaak terug dat ik zo attent ben en dat is natuurlijk weer heel leuk.

Door mijn impulsiviteit ben ik bovendien enorm creatief, een echte outside the box-denker. Ik schrijf veel van mijn gedachten op, vaak in de vorm van een gedicht. Hoewel ik graag zonder die constante onrust in mijn hoofd zou leven, ben ik trots op wie ik ben.’

Last van psychische klachten?

Praten helpt. Je kunt anoniem chatten, bellen, mailen en appen met een hulpverlener van MIND korrelatie via mindkorrelatie.nl